Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 315]
[p. 315]

Drie-enzeventigste brief.
De Ritmeester Raub, aan den Majoor Henry.

Heer Majoor!

 

Ter hagel! Heer Majoor! gij zijt gelukkig - ik heb alles waar gij naar verlangt. - Ja - gij zult ze hebben - en ook niemand anders. - Ik weet niet waarom, maar, Broeder! ik heb u lief - en daarom wil ik u in 't zaal zetten, zoo als men dan spreekt; - maar ter bliksteen en donderbosch! Heer Majoor! - attentie - zij moet een Ruiter hebben - verdomt! een goed Ruiter ook - ik wil ze u beschrijven; want ik zal ze altijd lief hebben. - Bliksemsche gek! zult gij vast zeggen, waarom haar dan niet gehouden? - dat zal ik u uitleggen - hoor: ik hoop haast te trouwen. - Wel nu! Zulime doe ik dan weg; - want dit moet ik bekennen, zij is kostbaar, en vereischt wel een oppasser voor zich alleen. - Nu - mijne Bruid is, zoo als ik, wat kaal, en daarom wil ik van Zulime afstappen; alle Officieren, dit weetende, hebben mij genoeg gevrijd om ze te hebben. - Zij is zeer zagtzinnig en echter levendig. - Ik heb nog nooit

[pagina 316]
[p. 316]

de weêrga van haar gezien; - maar mijne Bruid verdient ook alle opofferingen. - Ik kon evenwel niet besluiten om Zulime aan een mijner Confraters aftestaan; want het zou mij spijten als ik ze zag en een ander haar bezat. - Zij heeft schoone heldere oogen, en het fraaiste donker bruin haair. - Zulime is zoo vrolijk dat zij aan een braaf Officier kan behaagen; maar te gelijk zagtzinnig en getrouw aan haaren meester. - Mijn Heer! ik zag nooit schooner voeten en beenen als Zulime heeft. - Het is een schat - een juweel - ja dat is zij! - Hoor eens, Majoor! ik zal u zeggen hoe ik aan haar gekomen ben. -

Ik ben een eerlijk Hungaar. - Nu drie jaaren geleeden, t'huis zijnde, op werving, ging ik naar Belgrado, en maakte kennis met den Turkschen Pacha - het was een aartig kaerel, van Italiaansche ouders afkomstig - bijgevolg een Renegaat - maar dat raakt mij niks - althans wij werden maats - ô het was een nobele vent - bij mijn ziel! dat was hij. - Ik bewees hem dienst; want de Turken mogen geen wijn drinken - en evenwel abdallah leegde gaerne zijn glas. - Nu - twee Okshoofden beste Tokaijer werden door mij Sub rosa aan dien Seraskier geleverd. - Die vervloekte kaerel! want dat is hij, naar ligchaam en ziel, zegt onze Veld-paap, was daarmede zoo blijd, dat hij niet alleen den wijn betaalde, maar op den dag van mijn vertrek zeide abdallah tot mij: ‘Braave Frank! gij zijt een Oorlogsman - wij zijn dus broeders - ik wil u een kostbaar geschenk, voor een krijgs-

[pagina 317]
[p. 317]

held, geeven; ik zoude daar niet kunnen afscheiden, maar wij, Muzelmannen, staan elk oogenblik bloot voor de streeken der vleijerij - vroeg of laat wordt ons de noodlottige koord toegezonden, de Sultan is onze erfgenaam, en het zou mij spijten, als mijne Zulime in zijne handen viel; want zij is zagt van aart, en zou dus spoedig bedorven zijn - men zal haar daadlijk hier leiden - neem haar ten geschenke aan tot eene gedachtenis van uwen vriend abdallah: zij is afkomstig uit Georgien, dat land van schoone maagden - voor een kenner is zij uitmuntend fraai - zie daar, gebruik haar lang tot uw vermaak.’

Zulime werd ook daadlijk gebragt, en toen ik afscheid van hem nam, maakte ik mij meester van haar. - abdallah omhelsde haar teder en was aangedaan. - Ik heb haar altijd bij mij gehad en nooit uit het oog verlooren - ter blits neen! - Nu - mijn Heer! als gij haar hebben wilt zij is tot uwen dienst; ik zal ze zelf tot U****** brengen, en daar kunt gij dan bij mij komen. - Ik geef u het liefst dat ik heb - draag er toch zorg voor - zij is onbetaalbaar. - Maar zoo gezegd, de eene dienst is de andere waerdig, en gij kunt haar beter onderhouden dan ik, want zij is wat kostbaar. - Dit blijft dan gelijk gezegd is - Zulime hoort u toe - afgedaan. -

Adieu! - Ik wil deezen zomer wel eens bij u komen sans façon; want complimenten daar houde ik niet van - ter hagel neen! - een regte Huzaar houdt van geen krasvoeten - eeuwige

[pagina 318]
[p. 318]

verdoemenis op hem die het eerst al die strijkagien verzonnen heeft! - ik kan ze niet maaken; maar ben, met gansch mijn ziel,

 

Uw Vriend,

 

Heer Majoor!

 

passarowitz raub.

 

Ritmeester.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken