Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende

Vier- ennegentigste brief.
Madelon aan Frederik.

Mon Chèr Ami!

 

Ha! wat was uwe madelon content, dat zij zoo vîte tijding van haar fidelle frederik ontving. - Vous êtes un bon Garçon! - Uwe charmante brief heeft mij recht vervrolijkt - ik was

[pagina 407]
[p. 407]

zoo enragée over uw vertrek, dat uw Oom mij wel vijftigmaal gevraagd heeft wat mij mankeerde. - Ik heb voorgewend, dat ik een oude Tante had, te Monnikendam, die heel veel amitié pour moi had, en dat deeze, helas! overleeden was, en dat zulks mijn coeur getroffen had; zoo dat de oude Heer nu zeer gerust is, en niets van mijne amours, voor u, bemerkt. - Quel diable! dat zou fout zijn, - parbleu! daar moet hij geen lucht op krijgen - Ah! frederik! gij maakt mij te veel complimenten over mijne schoonheid - en verité, die bezit ik niet - een dagelijksche visage en meer niet. - Gij bemint immers mon coeur, mes nobles sentiments, maar niet het schoon dat verganglijk is? - ô! niets gaauwer dan dat verliest men. - Gij vraagt mij, wat gij doen moet, om mij meer te behaagen? - ô! Niets, mon Tout! - niets meer - uwe madelon is al genoeg op u verzot; zij behoeft niet gekker te worden. - Gij zijt in mijn oog een volmaakt man - un homme zoo als er weinig zijn. - Ik bemin u zoo geheel, zoo teder als men ooit stof heeft kunnen beminnen - de slingeringen van mijn hart zijn alle pour vous. -

Ik lijde meerder, door onze scheiding, dan madelon op het papier kan stellen - woorden ontbreeken mij daar toe - en wij moeten nog zoo een geduchten tijd van elkander verwijderd zijn - ô mon Dieu! hoe komt die tijd om? - met zuchten, met weenen - en eindelijk geduld - geduld, zeg ik soms tegen mij zelven. -

Oui, mon bon Ami! ik heb eene goede

[pagina 408]
[p. 408]

kennis of vriendin, die huishoudster is bij den Heer ***, daar ik wel een dag of agt tusschen beide zou kunnen logeeren; maar die is une drole de femme; ik heb haar mais en confidence, onze amours geschreeven; dan zij badineert er volkomen meê - zij zegt, 't is onmogelijk dat uwe liefde oprecht is - het kan in haar tête niet opkomen, hoe zeer ik er zoek intestampen dat gij mij meent - evenwel als de ondervinding het staaft, zal zij toch, hongré malgré, moeten gelooven dat het waar is. - - Ja, ik zal daar eens om denken; maar hoe zou ik het stellen met den ouden Heer? - die blijft even pijnlijk - toujours malade - ik moet hem toch oppassen - het is nu zomer, en nog niet beter - dat beteekent niet veel goeds, voor uwe madelon. - Nu, wij zullen zien - provisioneel hebben wij ten minsten nog zes weeken in voorraad, in dien tijd kan veel gebeuren. -

Lieve Chér frederik! wat heeft uwe Aria mij een amusement gegeeven, en nog actuel; ik chanteer den geheelen dag niet anders, als ik maar alleen ben. - ô! Welk eene mooije taal, pour un coeur sensible! - Hoe meer ik uwe capaciteiten leer kennen, hoe beminlijker gij in mijne oogen wordt. - Als gij weêr eene dichterlijke vlaag krijgt, ô! span uwe lier dan altijd voor uwe chére madelon - niemand zal toch de proeven uwer dichterlijke genie meer eerbiedigen en schooner vinden dan uwe amie - ik hou nog al veel van een versjen, als 't niet te lang valt. - Zeer gaerne zoude ik, reciproque, u

[pagina 409]
[p. 409]

beantwoorden, maar die Muizen willen niet van den berg afklouteren, anders point de pardon - nu, dat in het vat is zuurt niet. - Als mijn geest wat meer opgebeurd is, zal ik ook beproeven, welke verminkte versen mijn brein kan voordbrengen. -

Als gij weêr aan mij schrijft, laat dan het adres door een ander op den brief schrijven - of adresseer hem bij Mademoiselle l. chanson; sur le Marche - uw hand is bij alle de knechts hier in huis bekend, en men weet niet hoe wonderlijk een ding kan uitkomen. -

Adieu, mon Chér! mon Esperance! - Adieu! portez vous bien! - Denk toch altijd om uwe madelon, die u zoo teêr lief heeft. - Je vous embrasse de tout mon coeur. - Adieu! - Je suis éternellement

 

Votre Fidelle

 

madelon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken