Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende

Honderd tweede brief.
De Ritmeester Raub aan den Luitenant Schlossab.

Heer Broeder!

 

Waar zitje te koekeloeren, terwijl ik een coup de maître gaa doen? - Ik heb hier een excel-

[pagina 430]
[p. 430]

lent kwartier - goed voeder en een warme stal; - en daar te boven lieve meisjens. - Hoor eens, gij zijt toch maar een lompert! - Ik zal u een les geeven, daar gij uw voordeel meê doen kunt, om ook eens een braaf kaerel te worden. - Gij zult welligt denken, ‘ik ben een eerlijk Officier.’ - Maar, ter blitz! neen - dat liegt gij! Gij zijt een Kaalis! zoo als ik, en dan is men een Schelm - het uitvaagsel van den aardbodem! - Als men geen geld heeft is men zoo veel niet waerdig als het afschrapsel van den duivel zijn toonen. - Gij kent of weet immers het spreekwoord der Françoisen:

 
Quiconque est riche est tout, sans Sagesse il est sage,
 
Il a, sans rien favoir, la raison en partage. Ga naar voetnoot(*)

‘Ja maar,’ zult gij zeggen, ‘hoe kom ik aan geld?’ - Dat weet ik niet, maar wel hoe ik den aap wil vlooijen - hoû jij den zak vast - eerst voor mij zelf gezorgd en dan wil ik ook om u denken. - ‘Maar nu weet ik nog niets,’ zult gij zeggen - zagt wat, mannetjen! - ter blitz! wij hebben geen haast. - Ik ben hier gelogeerd bij een Majoor van de Infantery - een nieuwe kennis, die ik aan 't Hof heb opgedaan; - 't is een goede vent, maar wat narrig - verbeeld u, dat hij nog aan Deugd gelooft - en wij weeten immers zeer wel dat zoo een ding niet

[pagina 431]
[p. 431]

meer in de waereld is; ten zij het bij de gekken gevonden wordt. Nu - deeze Zot heeft veel geld - anders was hij beter voor Veldpaap dan voor Officier - Deeze Majoor dan, heeft eene Bruid - het liefste meisjen dat men met oogen aanschouwen kan - en die lieve meid heeft geld - onnoemelijk veel geld ook. - Haar Vader is pas uit Oost-Indie terug gekomen; maar nu zult gij nog niet begrijpen hoe ik daar door aan geld kan raaken. Patientie! - ter blitz! patientie! - Die mooije meid is hier gelogeerd bij oude luî, die ook eene schoone dochter bebben - deeze is de vriendin van mijne lieveling; maar, zoo ik merk, nog meer van den Majoor. - Ter hagel! die cecilia is eene slimme heks; - zij heeft den Majoor en zijne beminde zoo verre weete brengen, dat zij elkander lelijk aankijken; en dat heeft zij, verd..t! gedaan op eene wijze die haar veel eer aandoet, in de oogen van al die verstand hebben, namelijk, door opstokerij aan weêrzijden; en dan de arme duivels, als zij tot eene explicatie zouden komen, dit geheel te beletten. - Mijne Liefste, die louize heet, had, zoo als alle vrouwen, veel behaagen in onze Uniform - misschien, wat weet ik het? ook in mijn persoon; - en zoo zij mij niet lief heeft, het zal wel komen. - Begrijp nu eens of haare vriendin niet eene lieve meid is. - Ik heb den Majoor eens een Brief Ga naar voetnoot(*) geschreeven

[pagina 432]
[p. 432]

over Zulime - hij wilde een paerd van mij koopen - nu weet gij, hoe gek ik altijd met dat lieve dier was. - Daar heeft de Majoor nu dien brief verlooren, en cecilia heeft hem gevonden. - Zonder verlet wordt nu die arme duivel bij zijne Belle aangeklaagd, als iemand die een meisjen van plaizier - Chanteuse of Danseuse van de Opera, of zoo iets diergelijks, onderhoudt; - en dewijl hij niets vermoedt, kan het niet anders zijn, of hij wordt kwaad, wanneer hij zich verraader, trouwlooze enz. hoort noemen; zoo dat de boel geheel overhoop ligt. -

Ik zal u, misschien noodig hebben. - Ons plan is zeer eenvouwig, namelijk, dat ik met haar denk doortegaan - dus, antwoord mij spoedig of ik op u staat kan maaken - ik zal u naderhand ook weêr dienst doen. - Schrijf dus ten spoedigsten uw besluit, aan uwen getrouwen

 

Vriend,

 

p. raub.

 

Ritmeester.

voetnoot(*)
 
En schoon onbloot van weetenschap, heeft hij 't verstand in pacht.
voetnoot(*)
Zie den LXXIII brief.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken