Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

De landmuys.

Wel eer logeerde 'er aan de voet van een oude Abeelboom een wakkere Landmuys, die op haar beurt een deftig traktant was, ofschoon hy op andere gelegendheden zeer naauw op het Hoen paste, en niet veel Hooi over den balk haalde. Die Veldmuys onthaalde eens een net opgepotste Steemuys, (diergelyke Onthaalen heeft den Echo wel eer gezien tusschen de Vlaamsche Veldmuyzen en de gegaloneerde Officiermuyzen) welke Muys op een dartele wyze spansscerende van de rechte weg verdwaalde, en met een eenvoudige Beleefdheyt by de voornoemde Veldmuys gerecipieert en geregaleert wiert a la Campagnarde.

 
Die vroome Muys bragt alles voor den dag,
 
Tot Pracht en Wellust van 't Gelag;
 
En om de lekk're Tong eens Steemuys te vermaaken,
 
Vervulde zy den Bol eens oude Maayers hoed
 
Met Wrongel, Brood en Spek, en met een Overvloed
 
Van Sluysse nooten, die dat Paar mooi wist te kraaken;
 
En dan nog 't Stukje Kaes, dat Henke by de Sloot
 
Liet vallen, hard en oud, en echter niet te groot.
 
't Dessert een Vuchtsche Raap, en vyf a ses Morellen,
 
Waar mee een Epikuur, des noots, het konde stellen.

Eet als een Man, zey de Landmuys, ontslaa je thans van alle Steedsche kommer, als het Op is is het Kooken gedaan, laat Vioolen zorgen, myn Huys is tot je dienst, en myn Voorraad kan je voeden.

Maar de Steemuys had het niet al te breed op dat Overschot van de Wellust der Hannesmaayers en der inlandsche Dorschvlegels, die liet zyn Gedachten speelen op de Taarten en op de Pasteyen van de Pontak, op het Banket van den Keulsche Dom, en op de smaakelyke Druyven en Meloenen van de Noortwyksche Vloot; want een Lekkerbek kan zig zo schielyk niet gewennen aan de Zuynigheyt der Landbewoonders. Echter kieskaauwde hy welstaans halve, doch met lange tanden, en na dat hy ten

[pagina 7]
[p. 7]

deele had geproeft, en den Traktant ten heele was verzaadigt, begroete hy de Landmuys met deeze Woorden.

Het is me leet, Vriend van de Wouden, dat ik uw ontmoet in zo een geringe staat, waarlyk de Goden hebben uw een al te groote Ziel gegeeven in zo een geringen Omtrek. Laat de wilde Dieren zig vertrekken in het Duyster, en laat de Tygers huysvesten in onderaardsch Holen, een Persoon van uw Verdienste behoort zig op te voeren in groote Steden, die dient de grootmoedige Wellust van het Haagsche Hof te smaaken, dat dartel Luylekker land alwaar alle de Muyzen van Fatsoen na toe vloeyen; en alwaar duyzende schoone Zy-Muyzen op uw zullen lossnorren, die demoediglyk voor uw zullen achter over tuymelen op het boogste Bot.

 
Kom, Vriend, dewyl de Tyd loopt met ons uuren speelen,
 
Laat ons het Overschot met Epikuur verdeelen
 
Kom, smaak de Wellust van Korinnas rype Schoot;
 
Die Wellust, die een Muys gelukkig maakt en groot.

Helaes! wat Deugd is bestendig tegens de Eer en tegens de Wellust? Wat Wysheyt kan die t'zamengespannen Toverey afkeeren? Die Beloften sleurden den Woudbroeder uyt zyn onderaardsche Cel, die hong de Kap op den Tuyn, en die verzaakte de groene Eenvoudigheyt, om het vergult Bedrog te volgen, dat hem op de Poot in de Stad, en toen regelrecht geleyde in het Huys van Madame Table Ouverte, een Paleis gewyd aan de drie Beschermgoden der Sardanapalisten, aan Ceres, aan Venus, en aan Bacchus. De Historie zegt, Dat 'er eenige Ceremonien voorvielen, wie dat eerst zou intreeden, van Nu, myn Heer, ik zal de Eer hebben om uw te volgen; O vergeef me, myn Heer, ik heb uw alle Onderdaanigheyt gezwooren; wel, myn Heer, ik staa onder uw Beveelen; doch het is beter bot als obstinaat, en alzulke Tydverleuteringen.

Madame gaf by geval Bal aan haar Hof, zo dat het was Hartje wat lustje, en Mondje wat begeerje, waar op de Veldmuys op alle die Delikatessen toeschoot, gelyk als een Spaanjaart op een vrye Maaltyd, of als een Gildeknaap toeschiet op de Ruynen van een Gildefeest, smullende tot dat zyn Buykje zo strak stond als het groene Kleed over een Coffihuys Truktafel, en hy sorteerde het

[pagina 8]
[p. 8]

Banket, als of hy voorneemens was om een Leerjongen te worden by een Parysche Konfiturier.

 
Maar, Laes! hoe kort van duur,
 
Is 's Weerelds Avontuur.

In het bloempje van die gestoolen Wellust kwaamen 'er een half Dozyn bassende Doggen, ontrent zo veel keffende Meysjes, en tweemaal zo veel gillende Laqueyen aan donderen, zodat die twee gewolde Vraaten naauwlykx wisten waar dat zy haar Bont zouden bergen; doch de Steemuys verschuylde zig achter een met goude Slooten, maar nooit geopent nog verplaatst Gebedeboek, onderwyl dat de Veldmuys zig verborg onder een Hoop nooit ingeziene Vleeschouwers, Wynkoopers, Bakkers, Brouwers, en Kleermaakers Rekeningen; zynde de eerste zyn Behoudenis aan het Verzuym des Gebeds, en de tweede Muys zyn Leeven verschuldigt aan de Wanbetaaling der Schuldeysschers. O! op dat Ogenblik wenschte den Boer, dat hy zyn groene Kazemat a Commande had, om zyn Persoon te verzekeren; en op dat Ogenblik vervloekte hy in ernstige Termen die gevaarlyk Ruyling van zyn Leevenswyze. Ha dit is gewis het alderslimste Leeven dat ooit is bekent! (schreeuwde hy uyt al vluchtende na de verlaatene Bosschen) foei van die Vermaaken die door de Vreeze worden verstoort!

 
Weg weg' met al die Pracht, ik geef dat Zoet den bof,
 
En laat de slaafsche Vrees aan het gevaarlyk Hof.
Te Amsterdam, by H. en G. Bosch, zyn gedrukt alle de Gedichten van Jan Vos, 2 deelen, in Quarto; daar zyn 'er eenigen op Groot Papier Gedrukt, voor de Liefhebbers. By H. Bos, is ook te bekomen Rymgedachten over de voornaamste Stukken van het Lyden des Weerelds Heiland, Jezus Christus, door Jan Bent. Op heden word uytgegeven de t'Zamenspraak tussen Karel de tweede, en Hendrik den Achtste.
By den Drukker deezes zyn ook te bekomen by Inteekening, de Aanmerkenswaardigste, en Alomberoemde Zee- en Landreyzen der Portugeezen, Spanjaarden, Engelsen, en allerhande Natien, ondernomen tot Ontdekking van de Oost- en West Indien, verzameld door J.L. Gottfried, in 8 Deelen, in Folio. De Conditien zyn voor niet te bekomen. By den zelven wert uytgegeven, I Deel van de Zinnebeelden van H.K. Poot. Voor de zelven die by hem Ingetekent hebben.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken