Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Het karakter van een roekeloos soldaat.

Heeren, (sprak hy op een barsse toon) je moet geen cierlyke Aanspraak verwachten van een Soldaat, ik ben een Soldaat, en wy Soldaaten zyn Mannen van Daaden, en niet van Woorden. Ik was een Barbiers jongen in Bergenopzoom, alwaar ik myn Leerjaaren stond by een Regements Veldscheerder, aldaar besliep ik de Meyd, en dewyl ik meer Schulden had gemaakt in de Herbergen van de laagste Klasse, als ik kon voldoen, brak ik een gat in het dak, en ik ging uyt Soldateeren. Myn Kapiteyn gaf my zyn Woord van Eer dat hy my in 't kort zou verheffen tot de Helbaert, doch hy behandelde My gelyk als hy zyn Schuldeyschers betaalde, Voorzeggingen in 't Gros, en Volbrengingen in 't Kleyn. Ik volgde hem na in het Veld, alwaar ik geduurende Dartig Kampagnes de Dood en den Honger in 't gezicht zag, zomtyds voor vier Stuyvers daags, en zomtyds voor niet met al. Al moest ik nog meer Zonden verandwoorden, als wie van beyde je wilt, myn Kolonel of myn Hopman, zo ben ik door Elenden genoeg gestommelt om die Kerfstokken te vereffenen, Ommers wiert myn Traktement verminkt, om myn Kapiteyns Bagagiepaerd te helpen voeden; ik was genootzaakt by gebrek van een prompte Betaaling te Steelen en te Borgen; ik moest die Spys eeten waar aan een Banddog niet zou hebben gerooken; en om een Voddery dee men my op het houte Paerd klimmen, en uyt vrees dat het onhandelbaar Dier my van booven neer mogt gooyen, verzekerde men myn Beenen met het Gewigt van een half Dozyn Snaphaanen.

Ja, Heeren, ik ley veeltyds tot aan myn Kin toe te dobberen in 't Water in myn Tent, een heerlyk Geneesmiddel tegens de Heupjicght, en tegens alle koude Zinkingen; en den Honger dwong my om Dokke bladers te rooken, wanneer myn Maag my haar Graagte betuygde. Ik wiert gebastoneert by een jonge Melkmuyl, die al zo belust was na den Reuk van Buspoeder, als een bonte Exter; nooit was ik verzekert van een Uur rust in de nacht, en zelden van een Mondvol goede Spys op den dag. Men mende myn Licghaam af door eeuwigduurende Marschen en Contramarschen, des Zomers rooste my de Zon, en des Winters stolde my de Vorst; en dan wiert ik arme Zondaar nog daar en boven verstrikt by een vyandlyken Boer, verschalkt by myn Offi-

[pagina 56]
[p. 56]

ciers, en gekoekoekt by myn Medgezellen. Deeze en nog slimmer Omstandigheden maakten de Vermaaken myn 's Leevens uyt, zynde ik nimmer hooger gebeatificeert geweest, dan als ik een Fles met Schiedammer Hippokrene kon bekostigen. In de Bataille van Rammelies genas ik de scheele Hoofdzweer van een Fransch Officier met de Kolf van myn Snaphaan, en dewyl hy in het achterover tuymelen my toeknikte, dat alles wat hy om of aan had tot myn dienst was, viel ik in de Erfenis van zyn Goudbeurs, en van zyn Orlogie; doch myn Korporaal maakte my 's avonds dronken, en myn Serjeant zoop my vol, en toen plonderden zy my van die Successie, die ik zo wettelyk had geerft van den Overleeden. Oud, Stram, en vol Lidtekens wiert ik aan den Dyk gejaagt, gelukkig dat ik de Armoede gewoon, met de Koude familiaar, en als Vriend in huysbekent ben met de Schaarsheyt van alle de Leevens Noodwendigheden. En nu verwagt ik met Gedult en zonder Vreeze het laatste Lot, ik heb de Dood al te dikmaals onder de Oogen gezien om hem te Vreezen, en ik verlang om ontslaagen te worden van dat Leeven, waar in ik zo veel Quelling, en zo weynig voldoening heb genooten.

Aldaar eindigde den Soldaat zyn militaire Harangue, die zo veel Effekt dee op den tot den Oorlog geneygden Zoon, als het Verhaal van de zondige Wilhelmina had gedaan op de Minzieke Dochter; en daar uyt leerde ik of schoon in het aankomen van myn Winter-saisoen; Dat een ongeblankt Leevend Voorbeeld vry grooter indruk doet op het Gemoed eens Schepsels, als alle de bestudeerde yskoude Vertoogen der waanwyze Wysgeeren, of trotse Hondsfilosoofen.

Eynde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken