Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een Sprookje.

Op een zeker adelyk Kasteel woonde een hoogvroom Huysgezin, waar in altoos drie a vier zeedige Vermaaners, benevens zo veele aankomende jonge Onderwyzers, aaten en sliepen, om de familie in een goede order te houden. Daar wiert van 's morgens tot 's avonds nergens anders van gepraat als van Vermaaning, Toepassing, en van een stichtelyk gedrag op deeze ondermaansche pelgrimasie. De Kok vermaande den Botelier, den Koetsier gaf geestelyke adviezen aan den Tuynder; ja dat meer is, de Keukenmeyd en den Spitdraayer lieten het Gebraad verbranden, om eenige verschilpunten te verbêteren. Doch onder al dat lymen en teemen kwam de Duy** in 't spel, die een heymelyke wrok droeg tegens dat Huysgezin wegens die Spiegelgevegten, en die de biddende Kamenier van Mevrouw verleyde, om een ergerlyke daad te begaan met den voorleezende Kamerdienaar van myn Heer. Dat yverig paar behandelde dien Minnehandel zo onbescheydenlyk, dat de overige Dienstboden de vonken in de neus kreegen; doch gelyk als men zegt, de Vroomen zyn het schandaal ontwassen. Eyndelyk wiert de oude Dame gewaarschouwt, dat den Doffer en de Duyf werkelyk te bed lâgen, gestrengelt in malkanderens bouten. In den beginne kon zy dat nieuws niet aanneemen, want hoe zou de Satan zo onbeschaamt konnen zyn van zyn gekloofde pooten te zetten over haaren drempel? doch ziende dat zulks wiert bevestigt by een wolk van Getuygen, ging zy na het tonneel der Ongebondendheyt, verzelt met een Smid en met een stylhaairig Vermaaner; den eerste om de deur open te breeken in kas van Tegenstant, en den tweede om hunne Gewissens op te wekken in kas van Onboetvaardigheyt. Op het eerste krygsgeschrey weygerde het zondig paar te andwoorden; maar toen zy hoorden dat den Smid begon te arbeyden om de eerbaarheyt van de kamerdeur te verkrachten, vloog den Kamerdienaar van het bed, en liet het gezelschap binnen

[pagina 296]
[p. 296]

komen. De bejaarde Dame kon zig naauwlyks onthouden van slaan, zo getergt was haar heylige gal over de Ontheyliging van haar huys; doch zy donderde overvloediglyk Oordeelen uyt tegens de persoonagien; en den Vermaaner dee het zelfde, en wel voornaamelyk tegens de overtreedende Kamenier, alhoewel zyn oogen zyn tong al die tyd dat hy haar bestrafte leugenachtig maakten.

Dat deugdelyke Huysgezin was onderwyl in een wonderbaare disorder over die kleevende schennis, en Mevrouw zond een Proces Verbaal van dat feyt over aan myn Heer haar Gemaal, op die tyd in 's Gravenhague, waar in zy met eene zyn advys verzogt hoe en op wat wyze zy haar had te gedraagen in die gelegendheyt. Hy ordonneerde dat het Bed, op het welk dat snood feyt was begaan, buytens deurs gevoert en aldaar met den vuure zou werden gestraft, tot dat 'er de veeren uytstooven. Juyst op den dag van die Executie kwam den gediskarteerde Kamerdienaar reyden voorby het Kasteel, die na de reden daar van gevraagt hebbende, al lacghende zey; Myn geweezen Meester kon dat Vreugdevuur wel hebben bespaart; want voor zo ver als myn kennis strekt, indien hy zig in deeze straffe wil uytlaaten over ieder Bed of Stoel, die medepligtig zyn geweest aan dat vrolyk feyt, is 'er nog Bed nog Stoel in het gantsche Kasteel dat die straf kan ontsnappen.

Aldaar zweeg dien zeedigen Praater, en het vergoode Duympje wiert den Echo des Weerelds ziende, die hy met dit verzoekschrift begroete; Campo, zulje niet een Lykvaars maaken op myn ontydig sterftot, om myn geheugen te vereeuwigen? en die meende hem te andwoorden, Ja, toen zyn Tuynder hem by de mouw trok, en zo lang schudde tot hy ontwaakte, om hem te zeggen op een laconische wyze; Den zoons zoon van een verdienstig Man is gestorven.

Requiescat cum prioribus, & cum posterioribus.

By H. Bosch, is te bekomen Cl. Bruins aanmerkingen, op Otto van Veens Zinnebeelden der Goddelyke liefde, met 60. kopere Platen, als mede uitbreiding over honderd Zinnebeelden, en zyn ook eenigen op groot Papier te bekomen; in Octavo. Op heden word uytgegeven de Reizende Chinees, sesde Deel, waar agter is gevoegt een Register van alle ses Deelen, en zyn van de vorige vyf Deelen nog eenige Exemplaren te bekomen voor de Liefhebbers, voor 6 stuivers 't stuk


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken