Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Menschenhanden (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Menschenhanden
Afbeelding van MenschenhandenToon afbeelding van titelpagina van Menschenhanden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (11.36 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Menschenhanden

(1924)– Wilma–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

V.

We hebben thuis een platenbijbel, daarin komt een plaat voor van Christus, een groote, zwarte figuur op den voorgrond, die weent over Jeruzalem. Vroeger dacht ik altijd, dat Hij de groote, zwarte man was, en zelfs nu nog, als ik die plaat zie, vereenzelvig ik die Christusfiguur met den schilder.

Ik kan niet begrijpen, dat hij voorgoed is heengegaan, terwijl ik nu zit te praten, vereenzelvig ik hem met u, is dat niet wonderlijk?’

Haar gezichtje gloeide. Wybo keek haar onrustig aan. Hij was bang voor die gevoelens. Zelf was hij er vol van, maar hij wist er nog geen raad mee, zijn wetenschap wist er niet heelemaal raad mee. Het was gevaarlijk, het kon een mensch in den afgrond dringen en hem hemelhoog doen stijgen.

De vreemde zat een poos zwijgend voor zich uit te staren, ver weg over de heuvelen, verder dan de horizont, naar het licht, dat daarachter lag, en vreemde, roode glanzen begon te spreiden, over den hemel, over de aarde, over het gelaat van de menschen.

Hij had zijn hoed afgenomen en naast zich in 't zand gelegd; zijn handen lagen over elkander geslagen op zijn knieën in volmaakte rust. Onder den rooden weerschijn van den avondhemel, al donker

[pagina 62]
[p. 62]

doorweven van nachtschemer, leek hij in zijn onbewegelijkheid op een van de middeneeuwsche heiligen, voor wie de jaren inkrimpen tot uren in hun zelfvergeten aanschouwing van onuitsprekelijke heerlijkheid.

Alles werd een oogenblik mysterie.... toen zei hij opeens met een groote glinstering over zijn gezicht: ‘Ik geloof, dat ik den schilder ken!’

‘Ja?’ vroeg Erie verrast, ‘zoudt u hem wezenlijk gekend hebben?’

‘Misschien heb ik hem nu pas herkend.’

Wybo en Erica zagen elkander ontroerd aan.

Wat zag hij? Wat bedoelde hij met dat herkennen?

‘Hoe....’ waagde Erie eindelijk.

Hij knikte haar vriendelijk toe. Hij was niet zoover af als zij dachten!

‘Misschien was de schilder een van de menschen, die in hun opgeheven handen een schat dragen, misschien was hij een van de zoekers naar de ideeële goederen! Dat is hetzelfde, want die er naar zoeken, hebben het als een schat in zich; men zoekt alleen naar iets, waarvan men zeker weet, dat het bestaat. Alleen die het in zich hebben, weten er van.

Het is moeilijk, om in het gedrang van het leven dien schat te blijven heffen hoog boven de hoofden van de menschen. Het is een doodelijke vermoeienis, want de menigte ergert zich aan die schatdragers. En als zij dan eindelijk gewond, en stervensmoe neerzinken, dan zijn er handen, die zich uitstrekken om uit hun geheven handen den schat over te nemen en verder te dragen; ze hebben iets te bewaren

[pagina 63]
[p. 63]

voor de menschen, die in den kringloop van het dagelijksch bestaan gevangen zijn geraakt,

Misschien was achter mij de schilder!

Ik heb zelf zoolang gezocht, tot de schemering begon te vallen; misschien mocht ik uit zijn stervende handen den schat overnemen, en was dat de beteekenis van het lied, dat ik vond. Gelooft u niet, dat God mij u heeft laten ontmoeten, om mij den schakel te doen vinden met het verleden?’.... ‘Ja....?’ en nu was ook het mysterie opgeheven. De dag was heen. Maar de nacht wandelde over de heuvelen en wischte alle omtrekken uit; hij stond er groot en donker, maar reikte van de aarde naar den hemel en zijn hoofd was sterrenomkransd.

Men behoefde nu alleen nog maar naar den hemel te zien. Daar lag de schat, bewaard, en vandaar werd ze neergelegd in de harten en de handen van de menschen, die het leven liefhebben.

Erica zat met haar hoofd in de handen. In de duisternis keek ze als met gesloten oogen in het leven. De schilder, moeder, deze vreemde man,.... zij zelf met Wybo.... alsof er eigenlijk maar één groot menschenhart in de wereld was, dat al de blijdschap en al de smart in zijn diepten verborg, en alsof er uit die diepte maar één toon omhoog vluchtte, een roepen om God!

Je zou hier doodstil willen blijven zitten en wachten, tot God kwam.... Wybo raakte zachtjes haar arm aan.

‘We moeten gaan, lieveling, het wordt te laat! ik denk aan mijn zieken, kom!’

[pagina 64]
[p. 64]

Ze stonden op. De vreemde gaf Erica de hand. ‘Dag.... hazelaar,’ zei hij hartelijk, ‘laat het maar zoo blijven, dokter, wat is een naam tusschen menschen, die elkander begrijpen. De naam zou ons misschien aan elkanders blik onttrekken, laat me alleen uw vriend mogen zijn.’ -

- Wybo en Erica gingen den heuvel af, de vreemde bleef achter.

‘Heerlijk....’ zuchtte Erie.

‘Deze avond?.... ja.... het was wonderlijk!’

‘Maar heerlijk vooral! het leven! moeders brandende lamp! de schat in opgeheven handen! Ik zal nooit meer bang of bedroefd, of moedeloos kunnen zijn.’

Hij gaf geen antwoord, sloeg enkel zijn arm vaster om haar heen. Zoo kwamen ze op het erf terug. Wybo stak de lantaarn aan, en toen ging het zoo snel als de wind, heuvel op, heuvel af naar huis; voor Erie tenminste in een oneindig geluksgevoel, het geweldige besef voor 't eerst, dat haar en Wybo's leven, het leven van de gansche wereld, gedragen werd op sterke vleugelen van liefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken