Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2) (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)
Afbeelding van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)Toon afbeelding van titelpagina van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.37 MB)

Scans (32.13 MB)

XML (1.65 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)

(1927)–Jan te Winkel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Voorrede.

De voltooiing van den tweeden druk van zijn levenswerk heeft Te Winkel niet meer mogen aanschouwen, al heeft hij nog alles in druk gezien. Toen hij stierf, waren 13 vel van het laatste deel afgedrukt, 7 vel in revisie, de rest in proef.

Deze stand van zaken noopte mij reeds mij van alle veranderingen en bijvoegingen te onthouden en mij tot de correctie te bepalen. Maar al ware dit niet zoo geweest, dan zou ik toch een ingrijpen in een zoo persoonlijk werk ongeoorloofd geacht hebben. Alleen enkele blijkbare verschrijvingen heb ik verbeterd en een paar kleinigheden ingevoegd, die hij zelf daarvoor reeds had klaargemaakt.

Wat hij nog had aangeteekend over de bijzetting van Hugo Verriest in een praalgraf te Ingoyghem op 8 Aug. 1926, over de onthulling van het standbeeld van Adr. Poirters op 19 Sept. 1926 en over een artikel in Eigen Haard van Febr. 1927 over G.W. Lovendaal, was nog niet in den vereischten vorm. Daarom vermeld ik dat liever hier dan dat ik iets in den tekst zou brengen, dat niet van den schrijver zelf is. Het is een bewijs, hoe tot het allerlaatst de studie nog zijne volle belangstelling had. Dat weten trouwens allen, die hem in zijne ziekte bezocht hebben.

Met de registers was echter nog zelfs geen begin gemaakt. Een uittreksel uit de registers in het 5e deel van den eersten druk, met de bladzijdencijfers van dezen, zou zeker bruikbaar geweest zijn. Maar de registers op de eerste deelen bewezen, dat hij voor dezen druk iets meer wilde. Ik heb dus de registers geheel opnieuw bewerkt, zooveel mogelijk zooals hij zelf het gedaan zou hebben.

Misschien zal men een weinig vreemd opzien, dat het laatste hoofdstuk uit den vorigen druk in dezen niet is overgenomen. Daartoe had Te Winkel m.i. terecht besloten. Dat hoofdstuk toch heeft veel en velerlei, soms vrij scherpe critiek uitgelokt.

[pagina VI]
[p. VI]

Daarover te zwijgen en alles onveranderd te laten herdrukken zou eene hooghartige lompheid geweest zijn, die niet met Te Winkel's karakter overeenkwam. Aangezien het geene losse beweringen waren of de uiting van vluchtige indrukken, maar eene overtuiging gegrond op eene veeljarige omvangrijke en diepgaande studie, ligt het voor de hand, dat hij volkomen in staat was zijne opvattingen tegen elke critiek te verdedigen en staande te houden. Maar daarmede zou dit hoofdstuk een zoo grooten omvang en een zoo polemisch karakter gekregen hebben, dat het in beide opzichten buiten verhouding tot de rest van het werk zou zijn. Er bleef dus voor Te Winkel niets anders over dan het geheele hoofdstuk weg te laten, zelfs al zou het den schijn hebben, dat hij voor de critiek gezwicht was. Beter was het, dit alles in eene afzonderlijke studie nog eens uitvoerig te behandelen. Dat is hem echter niet vergund geweest.

Een derde druk zal van dit boek wel nooit verschijnen. Wie zou dien kunnen bezorgen? Maar dat de tweede zoo spoedig na den eersten noodig was, strekt niet alleen den schrijver tot eere, maar ook het Nederlandsche volk, dat dezen degelijken arbeid op prijs wist te stellen.

 

Sept. 1927.

P. Leendertz Jr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde (7 delen)