Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het gulden sprookjesboek (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het gulden sprookjesboek
Afbeelding van Het gulden sprookjesboekToon afbeelding van titelpagina van Het gulden sprookjesboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.43 MB)

Scans (52.93 MB)

ebook (6.53 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

sprookje(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het gulden sprookjesboek

(1910)–Augusta de Wit–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 243]
[p. 243]

De schoone Somaprabha, de Toovenaar, de Wijze en de Held

In de vorstelijke stad Udschajini leefde eens op een tijd een Brahmaan, Harisvamin geheeten, een getrouw dienaar van zijn koning en alleszins voortreffelijk man, wien zijn vrouw, even deugdzaam en edel van geboorte als hij zelf, twee kinderen had geschonken, een zoon, Devasvamin genaamd, in alles zijns vaders evenbeeld, en een dochter die bij alle deugden der moeder nog een onvergelijkelijke schoonheid bezat. Zij glansde gelijk de volle maan. Daarom werd haar de naam Somaprabha gegeven, die ‘maneschijn’ beteekent.

Toen nu Somaprabha den huwbaren leeftijd had bereikt, verschenen vele jonge mannen voor Harisvamin om haar van hem ten huwelijk te vragen. Niet enkel uit de stad Udschajini kwamen zij tot hem, maar uit het geheele land, uit de naburige Koninkrijken en zelfs tot uit afgelegen streken toe; zoo ver had zich de roem van Somaprabha's schoonheid verbreid. Al die jonge mannen waren van edele afkomst, innemend van gelaat en manieren, en aan bezittingen rijk. Nochtans wilde de schoone Somaprabha geen van hen tot echtgenoot.

Harisvamin en Devasvamin gevoelden bekommernis over haar hardnekkig afwijzen van zoo vele voortreffelijke minnaars. En Harisvamin droeg zijne vrouw op, het meisje het verkeerde van haar gedrag voor te houden. De moeder begaf zich dus tot haar, en haar berispend, vroeg zij hoedanig een echtgenoot Somaprabha dan wel hoopte te bezitten als rijkdom, edele geboorte en schoonheid niet voldoende waren om haar keuze te bepalen. Op zedige wijze antwoordde de dochter, dat inderdaad noch schoonheid, noch edele geboorte, noch rijkdom haar zoo zeer voortreffelijke en boven alle andere te verkiezen dingen schenen.

Over dit antwoord verbaasde de moeder zich ten zeerste. Somaprabha echter voegde aan deze woorden niets toe, noch nam er iets van terug, doch met neergeslagen oogen zat zij zwijgend.

Nu gebood haar moeder haar te zeggen welke hoedanigheden het dan wel waren die zij achtte voor de meest begeerlijke in een echtgenoot. Het meisje bekende dat moed, wijsheid en macht haar de alleredelste eigenschappen van den mensch schenen, en diegene die zij boven alle andere in een echtgenoot verlangde. En zich voor haar moeder nederbuigend sprak zij:

‘Indien mijn leven u lief is, geef mij dan, bid ik U, een held, een wijze of een toovenaar tot echtgenoot!’

[pagina 244]
[p. 244]

Dit antwoord bracht de moeder aan den vader en den broeder. Met zorg en droefheid vernamen Harisvamin en Devasvamin het. Zij wilden de beminde dochter en zuster tot een huwelijk niet dwingen. Doch in de stad en in het geheele land hadden zij van geen held, geen wijze of geen toovenaar ooit vernomen, en zij vreesden ten zeerste dat Somaprabha door haar eigenzinnigheid ongetrouwd en eenzaam blijven zou.

Nu geschiedde het op een dag dat de vorst van het land Harisvamin gebood als zijn afgezant te gaan tot den heerscher van een koninkrijk in het Zuiden, met wien hij een vriendschapsverdrag wilde sluiten. Het was een verre reis daarheen, door vele landen ging Harisvamin's weg. Toen hij zijn taak volvoerd hebbende, terugkeerde naar zijn geboorteland, ontmoette hij aan de grens een Brahmaan, die hem groette en hem verzocht om de hand der schoone Somaprabha, wier naam tot hem was doorgedrongen. Harisvamin antwoordde:

‘Mijn dochter wil geen anderen echtgenoot dan een held, een wijze of een toovenaar. Zijt gij een van drieën?’

De Brahmaan antwoordde: ‘Ik ben een toovenaar.’

De vader verheugde zich; maar om den Brahmaan op de proef te stellen, zeide hij: ‘Geef mij een bewijs van uw tooverkracht!’

De Brahmaan maakte een teeken in de lucht en prevelde een spreuk: daar stond een wagen voor hen, die door de lucht kon rijden. Hij beurde er Harisvamin in, nam zelf naast hem plaats, en voer zoo hoog de lucht is, dat Harisvamin den hemel en de geheele aarde met een enkelen blik overzag. Een adelaar gelijk liet hij zich toen weder ter neer dalen, en Harisvamin bevond zich vóór zijn eigen woning in de stad Udschajini. Verheugd beloofde hij den toovenaar de hand zijner dochter en bepaalde de bruiloft op dien dag over een week.

In de poort ontmoette hem, van de tegenovergestelde zijde komend, zijn zoon, Devasvamin, die hem met een vroolijk gelaat begroette, als een die heugelijke tijding brengt. Nadat hij zijn vader verwelkomd, en zijne blijdschap over diens behouden terugkomst uitgesproken had, verhaalde de jonge man, hoe hij, in Harisvamins afwezigheid insgelijks op reis was gegaan, in de hoop een waardigen echtgenoot voor zijn zuster te vinden, en hoe hij tot zijn onuitsprekelijke vreugde daarin was geslaagd. Want de Brahmaan die van hem als broeder de hand van Somaprabha had gevraagd, en wien hij had verklaard dat zijn zuster slechts een held, een wijze of een toovenaar voor echtgenoot zou aannemen, had hem verzekerd dat hij een held was, en zich een zoodanige betoond door zijn bedrevenheid als boogschutter en zijn moed als zwaardvechter, zoodat hij hem de hand van Somaprabha toegezegd, en de bruiloft bepaald had op dienzelfden dag over een week, welke dag hem door de sterrenwichelaars als een gunstige was aangeduid.

[pagina *119]
[p. *119]


illustratie
‘Doch plotseling verhief zich Somaprabha, en tot haar vader en broeder zich keerend vroeg zij verlof tot spreken’.


[pagina 245]
[p. 245]

Harisvamin had den tijd nog niet gehad zijn zoon te beduiden in welke verlegenheid deze voorbarige handelwijze hem bracht, toen uit de binnenste vertrekken van de woning zijn echtgenoote haastig te voorschijn kwam, en hem en Devasvamin met een heilwensch begroetende, uitriep dat nu aan alle zorg een eind gekomen was, want dat zij den echtgenoot had gevonden die Somaprabha gelukkig maken zou. Dien eigen dag had een Brahmaan haar om de hand harer dochter gevraagd wien zij geantwoord had dat het meisje niet anders dan met een held een toovenaar of een wijze wilde trouwen, en die daarop had verklaard een wijze te zijn, wat hij ook bewezen had door openbaringen van het verleden en voorspellingen van de toekomst. Zij had hem daarom de hand harer dochter toegezegd, en de bruiloft bepaald op zeven dagen na den dag van Harisvamins terugkomst, dus, als het toeval het nu schikte, op dien eigen dag over een week. Zoo moest Harisvamin vernemen dat drie minnaars zich ieder voor den aanstaanden echtgenoot van Somaprabha hielden en op denzelfden dag zouden verschijnen om bruiloft te vieren met haar, en noch hij noch zijn vrouw, noch zijn zoon konden een uitweg uit deze moeielijkheid bedenken. De moeder begaf zich naar Somaprabha en deelde haar mede wat er gebeurd was, niet zonder het meisje haar eigenzinnigheid te verwijten, die van al deze verwarring de oorzaak was.

Somaprabha hoorde haar moeder aan, zweeg eenigen tijd, en sprak toen:

‘Dierbare moeder, daar ik aan deze zaak schuld heb, is het billijk dat ik een middel vinde om u van de gevolgen te bevrijden. Veroorloof mij, bid ik u, na te denken over de wijze waarop dat het beste geschieden kan.’

De dag voor de bruiloft vastgesteld kwam echter zonder dat zij eenigen voorslag had gedaan. En de drie minnaars verschenen tegelijkertijd in Harisvamins woning.

De vader deed zijn dochter ontbieden. Maar de dienaar dien hij had gezonden, keerde terug met de tijding dat Somaprabha niet in haar vertrekken, noch ergens in het geheele huis te vinden was.

Nu wendde Harisvamin zich tot den wijze.

‘Wijze man, zeg mij spoedig, waar mijn dochter is?’

De wijze antwoordde:

‘De draak Dumraçika heeft de schoone Somaprabha met haar toestemming weggedragen, en naar zijn spelonk in het Bindhjawoud gevoerd.’

Ontsteld riep de vader:

‘Och, wie zal haar ooit daaruit verlossen? Hoe zal nu ooit haar bruiloft worden gevierd?’

Maar de toovenaar trad naar voren en sprak:

‘Heer, wees onbezorgd. Ik zal u en allen daarheen brengen als slechts de wijze mij den weg wil aantoonen.’

[pagina 246]
[p. 246]

Hij maakte een teeken, prevelde een spreuk, en de wagen die door de lucht kon rijden stond weder voor hem. Daar liet hij Harisvamin, Devasvamin, den held en den wijze in plaats nemen, legde er zwaarden, lansen, boog en pijlen in, en zelf den wagen bestijgend, stuwde hij dien door de lucht naar het Bindhjawoud en de spelonk van den draak, waarheen de wijze hem den weg wees.

De ijselijke draak richtte zich op uit het donker van de spelonk; en vrees beving aller hart. De held echter trad onversaagd het monster tegemoet. Een geweldige strijd begon. En meer dan eenmaal scheen het of de draak den man zou dooden. Doch ten laatste overwon de held. Met een pijl, welks spits den vorm van een halve maan had, schoot hij het gedrocht den snuivenden kop van den romp.

Ongedeerd kwam Somaprabha nu uit de spelonk te voorschijn. En in den tooverwagen brachten haar bevrijders haar naar haar ouders huis terug.

Daar echter ontstond een grimmige strijd tusschen de drie minnaars.

De wijze sprak:

‘Als ik den schuilhoek van het meisje niet ontdekt had, waart gij nooit tot haar doorgedrongen. Daarom komt zij mij toe!’

De toovenaar sprak:

‘Als ik niet mijn wagen hier heen getooverd had, zoudt gij dan als de goden door de lucht zijn gevlogen, heen en weder in een oogwenk? Daarom komt zij mij toe.’

De held sprak:

‘Al uw moeite ware vergeefs geweest, en nooit hadt gij het meisje teruggebracht, als ik den draak niet bevochten en overwonnen had. Daarom komt zij mij toe.’

Harisvamin en Devasvamin wisten niet hoe dezen strijd te beslechten.

Doch plotseling verhief zich Somaprabha, en tot haar vader en broeder zich keerend vroeg zij verlof tot spreken.

Toen haar dat verleend was, sprak zij:

‘Vader, en gij mijn broeder, het is u bekend dat ik goedschiks mij door den draak ontvoeren liet, want dat heeft de wijze gezegd. Doch waarom ik dat deed zeide hij u niet. Het was omdat ik door de eigen verdienste een ieders recht beslist hoopte te zien. Zoo als ik hoopte is het geschied. De verdienste van den held is de grootste; daarom moet zijn recht boven dat der beide anderen gaan. Hij toch heeft zijn leven voor mij op het spel gezet, en door heldhaftigen strijd heeft hij mij gewonnen. De wijze en de toovenaar dienden hem slechts als handlangers. Zoo heeft het noodlot het gewild. Bedenkt slechts, bid ik u, dat het de bestemming van ambachtslieden en van rekenmeesters is te arbeiden voor anderen.’

Harisvamin en Devasvamin behaagden deze woorden wèl.

En zelfs de wijze en de toovenaar, zoo teleurgesteld zij waren, erkenden dat Soma-

[pagina 247]
[p. 247]

prabha's beslissing wijs en rechtvaardig was, en de held van hun drieën de waardigste. Zoo werd dan de bruiloft dien zelfden dag nog gevierd. En de held en de schoone Somaprabha leefden gelukkig met elkander, en hadden vele zonen die even moedig als hij en vele dochters die even schoon als zij werden.



illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken