Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een booze stiefmoeder! (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een booze stiefmoeder!
Afbeelding van Een booze stiefmoeder!Toon afbeelding van titelpagina van Een booze stiefmoeder!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (19.87 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.G. Kesler



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een booze stiefmoeder!

(1922)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Hoofdstuk XVIII.
Berouw.

Heet waren Dora's oogleden, haar handen gloeiden als in koorts. Ze was opgestaan. Ze kon het niet uithouden in bed.

Zoolang Annie wakker was, had ze zich slapende gehouden, ze was doof geweest voor alles wat haar zusje nog gezegd had. Maar toen ze eindelijk Annie's rustige ademhaling hoorde, had ze het dek van zich afgeworpen. Met open oogen lag ze te denken over al wat gebeurd was. En langzamerhand was er groote droefheid over haar gekomen, een gevoel of haar hart ziek was.

Wat was ze toch een ellendig, slecht, ondankbaar schepsel!

‘Je hebt haar verdriet gedaan, Doortje, er stonden tranen in Moe's oogen, toen ze mij goedennacht zei.’ Dat had Annie haar gezegd. En ze had het aangehoord en gezwegen, gedaan of ze de woorden niet verstond. O, had ze ze maar niet verstaan! Nu kwelden ze haar zoo!

[pagina 110]
[p. 110]

Nu wist ze heel goed, dat de schuld aan háár lag, van het begin af aan.

Hoe kwam het toch, dat ze het nu hopeloos duidelijk wist?

Ze was lui geweest. Ze had geen zin gehad de thema te leeren. Toen was ze in opstand gekomen, omdat ze niet uit mocht. En het was toch niet meer dan billijk, dat ze haar schoolwerk bleef maken. Toen - o, ze kon het zich niet meer te binnen brengen, wat ze allemaal in drift had gezegd. Ze wist alleen, dat ze haar moeder had beleedigd, en dat ze toen als een stout kind de kamer was uitgezonden.

Dat kan alleen een stiefmoeder doen, had ze toen gedacht in haar gekwetste fierheid.

Het was maar gekrenkte ijdelheid geweest, die haar voor alles blind had doen zijn. Die haar had doen vergeten, waarom al die extra-lessen noodig waren en dat het alleen aan haar moeder te danken was, dat ze met de klasse mee konden, waarvoor ze eigenlijk al veel te oud waren, zij vooral.

Wat was ze brutaal geweest! Hoe was het mogelijk, dat Moe haar had kunnen aanhooren!

Ze herinnerde zich nog een geval uit haar kindsheid.

Haar eigen moeder leefde toen nog. Het was een dag voor haar tienden verjaardag, op een Zaterdagmiddag. Ze zaten beiden in Voor 't jonge Volkje te bladeren, Annie en zij. ‘Dora,’ had haar moeder gezegd, ‘geef me even de naaidoos aan.’ Dora was eerst doof geweest. Toen had ze opgekeken uit haar boek en gezegd: ‘Zoo dadelijk, Moe.’ Maar ze was blijven lezen.

‘Krijg ik de doos nu?’ had haar moeder gevraagd.

[pagina 111]
[p. 111]

Toen was Dora ongeduldig geworden. ‘Kan Annie die dan niet krijgen? Ik moet alles doen!’

Toch was ze opgestaan, had de doos gekregen, ze haastig op de punt van de tafel geschoven. Maar de naaidoos was gevallen, omgekeerd op den grond, en de heele inhoud over het kleed gerold. Lintjes, band, klosjes garen, doosjes met knoopen en spelden waren opengegaan, en overal rolden de knoopjes heen, verscholen de spelden zich in het tapijt.

‘Dat moet je oprapen,’ had haar moeder kalm gezegd, ‘'t is je eigen schuld, dat de doos viel.’ Toen was Dora opgestoven, en had ze gezegd, dat ze dát niet deed, dat Annie haar helpen moest... Het eind van alles was geweest, dat ze den boel toch had moeten oprapen, dat ze dien middag in de keuken had moeten eten, en - dat ze haar verjaringscadeau eerst een maand later kreeg.

Zoo streng was haar eigen moeder geweest, aan wier liefde Dora natuurlijk nooit getwijfeld had......

Ten slotte kon Dora het niet meer uithouden in bed. Waarom was ze toch naar boven geslopen zonder goedennacht te zeggen? - Waarom was ze niet naar binnen gegaan, toen ze haar werk afhad en had zacht om vergeving gevraagd? Ze zou die gekregen hebben en alles zou goed zijn geweest. Maar ze was in het kamertje blijven zitten in de duisternis, alleen met haar nare gedachten.

‘Zou ik nog gaan?’ dacht Dora. En opeens was ze het bed uit. ‘Als Moe nog op is, zal ik excuus vragen.’ Ze sloop de slaapkamer uit en liep een paar treden de trap af, toen aarzelde ze. Wat zou Moe zeggen? Ze zou

[pagina 112]
[p. 112]

haar niet te woord staan, haar niet willen zien.

Met een zwaar hart was Dora weer naar boven gegaan.

Ze dorst niet, ze dorst niet naar beneden, nadat ze eerst zelf was weggeloopen.

Als Moe haar afwees, als ze wéér weggejaagd werd, zou haar hart breken.

‘Ik heb haar zoo'n verdriet gedaan,’ dacht ze, ‘hoe kan ik het weer goedmaken? Wat zal Moe zeggen, als ik kom?’

Dof en zwaar bromden de slagen van een naburigen toren. Dora telde ze in angstige spanning. Wat duurde het lang voor een volgende slag klonk, eindeloos! Maar ze zou zich nu niet meer vergissen: negen - tien - elf - twaalf.

Dus tóch twaalf uur. ‘Dat is mijn straf,’ dacht Dora. Nu was het te laat. Hoe zou ze den volgenden morgen haar moeder onder de oogen durven komen!

Aan haar wimpers beefden heete tranen van berouw, diep bedroefd keerde ze zich om. Ze zou naar boven gaan, ze was te laat gekomen.

Op eens blijft ze staan, een blos stijgt haar naar de wangen. Haar hart klopt luid en blij. Ze heeft geluid gehoord. Het rinkelen van kopjes. Zou Moe nog op zijn?

Ze denkt niet meer, ze heeft den deurknop al in de hand. De deur is niet gesloten. Nog een deur, die ze bevend opent. Ze staat op den drempel. Een zee van licht doet haar de oogen even dichtknippen; als ze opkijkt, ziet ze de oogen van haar moeder, die haar vragend aanstaren.

[pagina 113]
[p. 113]


illustratie
‘Maatje, is U nog boos? Wilt U weer goed op me zijn?’


[pagina 114]
[p. 114]

‘Maatje, is u nog boos? Wil u weer goed op me zijn?’

Neen, Mevrouw Hemmink is niet boos meer. Ze komt naar het meisje toe en kust haar op de bleeke wangen, die nog vochtig zijn van tranen.

‘Ik ben zoo blij, dat u nog op is,’ zegt Dora, als ze alles aan haar moeder verteld heeft, en nog even bij haar zitten blijft, hand in hand.

‘Ik heb op je gewacht, kindje,’ zegt Mevrouw ernstig, ‘ik had nog hoop, dat je komen zou.’

Opeens komt er een warm en heerlijk gevoel in Dora's hart. Het doet haar goed, dat haar moeder nog in haar geloofd heeft, dat ze haar niet voor nog slechter heeft gehouden, dan ze inderdaad al is.

‘Maar je hebt me wel wat lang laten wachten,’ zegt Mevrouw lachend, ‘ik zal je nu maar naar bed brengen, hé? - 't Is bij halféén!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken