Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Krullebolletjes (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Krullebolletjes
Afbeelding van KrullebolletjesToon afbeelding van titelpagina van Krullebolletjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Krullebolletjes

(1896)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

Sneeuwwitje.

Tante Dora had twee kinderen, Tom en Jantje, die waren dus neefjes van Greta. Tom was zeven, en Jantje vijf jaar. Tom ging al op school en hij kon al lezen, en hij kende ook de tafels van twee en van drie, tot tien toe. Jantje kon alleen een paar versjes opzeggen, en wat op zijn lei teekenen.

Greta zat tusschen de neefjes in. Ze hield haar taarteschoteltje netjes in de hand en at haar roomtaartje. Het smaakte heerlijk. Tom en Jantje hadden ieder ook een roomtaartje.

Jan was al zoo groot, hij wist heel wel, dat hij niet mocht vragen, en dat kinderen die vragen, toch niets krijgen. Daarom vroeg hij ook niet om een taartje toen hij het zijne op had. Hij zei alleen, dat hij Greta zou raden, als ze straks misschien nog een taartje kreeg, er een met amandelen te kiezen. Die knapten zoo lekker, hijzelf zou er ook zoo een kiezen, als hij mocht.

Tante Dora lachte, en ze hield elk op de beurt den schotel met taartjes voor. Ze waren nette kinderen, alle drie, en ze wisten wel, dat zoeken heel leelijk was. Ze namen dan ook de taartjes niet eerst in de hand en legden ze dan weer neer; neen, ze namen het taartje, dat vooraan lag, en dat waren toevallig alle drie taartjes met amandelen.

Toen Greta het laatste amandeltje had opgeknabbeld, begon ze erg ongerust te worden over haar Bleekneusje.

‘Mag ik eens gaan kijken, tante?’ vroeg ze,

En Tante zei: ‘Wel zeker,’ en toen gingen de kinderen met hun drieën naar de keuken. Dina, de meid, had de pop juist afgesponst en haar boven het fornuis gehangen met een touwtje om haar middel.

Greta vroeg of ze haar kindje weer hebben mocht, en toen kleedde ze het uit, en nu merkte ze, dat het door en door nat was geworden.

Jantje had erg veel medelijden met Bleekneusje; maar Tom niet. Die zei, dat kleine meisjes heel dom en kinderachtig waren, en dat hij

[pagina 35]
[p. 35]

poppen heelemaal niet kon uitstaan. Toen wou hij weggaan, om met zijn hobbelpaard te spelen; maar Greta vroeg hem of hij liever blijven wou, en dat deed hij toen maar. Hij zei, dat Bleekneusje er uitzag, of ze verdronken was. Hij had wel eens een jongen gezien, die uit het water was opgehaald. Die was net zoo geweest als Bleekneusje nu was. Toen de jongen weer op den kant stond, en het water uit zijn kleeren droop, gaven twee andere jongens hem een hand, en liepen zoo hard ze konden met hem weg, dat hij maar droog en warm zoo worden.

‘Zullen wij dat ook doen?’ zei Greta.

‘Neen, wij,’ zei Tom, ‘Jan en ik, want jongens kunnen harder loopen dan meisjes.’ En toen namen Tom en Jan Bleekneusje ieder aan een arm, en draafden met haar de lange gang door zoo hard ze konden. Heen en weer liepen ze, al harder en harder. Greta liep hen achterna uit bezorgdheid voor haar pop; af en toe voelde ze eens of Bleekneusje al droog en warm was; maar dat was nog niet zoo. Ze bleef maar nat en erg koud.

Eindelijk deed tante Dora de deur open, om te vragen wat dat toch voor een leven was, en toen moesten de kinderen binnenkomen. Het had wel geholpen. Tom en Jantje, en Greta ook, waren van het loopen al heel warm geworden, ze hadden alle drie een kleur als vuur; maar het arme Bleekneusje leek nog bleeker dan anders. Ze zag er heel naar en ziek uit, en toen Greta haar optilde, begon haar eene arm opeens te zemelen.

Greta had veel medelijden met haar en ze was een beetje boos op Tom omdat die zoo hardhandig geweest was. Maar tante Dora kwam met naald en draad en naaide den arm weer vast En dat was nog niet alles. Van een oude zijden lampekap naaide Tante een beeldig rokje en een lief rood kanten lijfje. Nu was Bleekneusje een deftige dame geworden, en ze kreeg er nog een mooien sluier bij. Ze mocht ook niet langer Bleekneusje heeten, dat was geen naam voor zoo'n mevrouw.

‘Maar ze heeft toch een bleek gezicht,’ zei Tom, ‘ze is nog witter dan eerst, nu Dina ze afgewasschen heeft. Ze ziet zoo wit als sneeuw!’

‘Goed,’ zei Greta, ‘dan zal ik haar Sneeuwwitje noemen,’ en zoo bleef Pop heeten, en zoo heet ze nu nog.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken