Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn roman (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn roman
Afbeelding van Mijn romanToon afbeelding van titelpagina van Mijn roman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.91 MB)

Scans (30.42 MB)

ebook (3.91 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn roman

(1901)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 156]
[p. 156]

XXI.
Home, sweet home.

Ondanks mijn heel late inslapen was ik vanmorgen al weer vroeg wakker. Ik ben dadelijk opgestaan - en dat op Zondag! - en ik heb een flinken ketel water opgezet om me te wasschen.

Ik was de eerste, die van de badkamer profiteerde.

Toen ik weer voor den dag kwam, voelde ik me echt lekker.

Het deed me plezier, dat het Zondag was, ik kon me nu tenminste in gala steken, op mijn manier. Mijn haar gelukte uitnemend. Eerst leek de kuif me wat te hoog, maar dat was ongewoonte, ik zag er veel damesachtiger mee uit.

Toen ik naar beneden ging, was er nog niemand wakker, en ik wou ze niet storen ook. Ik heb thee gezet, een reusachtig bont keukenschort voorgebonden en, met de uiterste zorg voor mijn kleeren, de kachel uitgehaald en aangemaakt.

Gek, ik zou het niemand durven zeggen, ik zou me schamen als iemand mijn gedachte ried; maar, toen ik zoo bezig was, en met de aschla, die ik een goed eind van me afhield, naar de keuken ging,

[pagina 157]
[p. 157]

om ze in den vuilnisbak te ledigen, had ik een gevoel of ik hier eigenlijk niet thuis hoorde, of ik een prinsesje was, dat zich maar tijdelijk in deze eenvoudige omgeving bevond, en wie het behaagde, de handjes eens uit te steken en zich eens recht nuttig te maken. Eerlijk gezegd hadden die handjes, voor een prinses, wel wat blanker en zachter gekund, er waren een paar gesprongen plekjes, roode barstjes in, over het geheel waren ze wat ruw en deden denken aan pannen schrobben, gootsteen boenen, groene zeep, soda en snel afwisselende indompelingen in gloeiend vatenwater en ijskoud water, zoo uit de kraan.... Maar dat zou beter worden. Het zou niet lang meer duren of ik kon puimsteen en citroenschil, om ze terdege schoon te maken (de schoonmaakster ried me voor dat doel een mengsel van koffiedik en petroleum aan, maar het middel leek me erger dan de kwaal), vaseline en glycerine om ze zacht te houden, volkomen missen. Een bewijsje coldcream zou voldoende zijn.

Ik had mijn mouwen weer neergedaan, mijn hagelwitte manchetjes aangetrokken en was juist begonnen het ontbijt klaar te zetten, toen Jo en Martha gelijktijdig binnenkwamen.

Natuurlijk waren ze verbaasd, maar ik hield me goed, hoewel het mijn ijdelheid niet streelde, dat ze mijn vlugheid zóó buitengewoon vonden.

‘Hoe minder je ons de laatste dagen verwent, hoe beter,’ zei Jo, het kopje thee aannemend, dat ik met gratie voor haar had ingeschonken.

‘Jelui hebt anders niet veel last van mijn verwennen gehad,’ zei ik; het viel me opeens in, dat

[pagina 158]
[p. 158]

ik eigenlijk nooit iets voor Jo of Martha geweest was.

Na het ontbijt kleedde ik me gauw aan om uit te gaan, mijn portemonnaie, zwaar van geld, in den zak. Zeker zouden er winkels genoeg open zijn, ik wou voor ieder wat gaan koopen.

‘Waar ga je naar toe, meid?’ vroeg Moe, toen ik al in de gang was. Ze trok mijn manteltje wat recht en zag me vriendelijk aan.

‘Een paar boodschappen,’ zei ik ontwijkend.

Moe deed de deur achter zich dicht en samen stonden we in het donkere gangetje.

‘Ik weet niet wat je plannen zijn, Rudi,’ zei Moe, ‘maar mocht je soms voor Jo of Martha wat willen gaan koopen....’

Ik knikte levendig, ja, dat wou ik, iets heel moois. Ik had er al lang over getobd, wat ze het liefst zouden hebben; als Moe het soms wist, zou ik blij zijn, als ze het mij zei.

‘Ik wil het wel zeggen, maar ik ben bang, dat het je zal teleurstellen.’

Ik vroeg, wat het dan was, heimelijk blij; hoe grooter en mooier het cadeau, hoe liever. Als het maar geen kleeren waren, of zulke vervelende, nuttige dingen.

‘Ru,’ zei Moe zacht, na een kleine aarzeling, ‘je weet, dat Jo en Martha geen van beiden geld hebben; denk je niet....’ Ze hield even op en ik begreep al wat er komen zou, maar wou het niet aannemen, omdat ik het ál te naar vond.

‘Denk je niet, dat het voor haar prettiger zijn zal, als je maar niets doet, niets bijzonders tenminste?’

Ik moest Moe in mijn hart gelijk geven, maar het viel me moeilijk.

[pagina 159]
[p. 159]

Ik zei alleen: ‘Och!’ of ik het maar half met haar eens was, en ging toen naar beneden.

‘Zeg, Rudi,’ fluisterde Moe, terwijl ze me een paar stappen volgde, ‘het is maar zoo'n idee van me, doe maar wat je zelf het best vindt. - Je zoudt ook later bij wijze van souvenir een kleinigheid kunnen koopen, hè?’

‘Ja, Moe,’ zei ik, toch een beetje getroost. Maar ik had niets geen aardigheid, toen ik op straat liep. Ik had me zooveel voorgesteld van al het moois, dat ik zou koopen. Alle menschen, die ik tegenkwam, waren beladen met pakjes. Wat had ik nu aan al mijn geld, als ik het niet eens kon besteden?

Ik kocht alleen een rol nieuwerwetsch zacht gebloemd vloeipapier voor Moe's cachepots, het was een schrale troost, dat ik die nu niet van haar eigen vloei hoefde te maken.

Onderweg ging ik een bloemenwinkel voorbij. Die bracht mij op den heerlijken inval, een flinken bos kleurige chrysanthemums te koopen. Dat was een geschenk ten algemeenen nutte, niemand behoefde er zich door bezwaard te gevoelen en we hadden er allemaal plezier van.

Blij kwam ik thuis en de bloemen vervulden haar zending, zooals het braven bloemen past.

Ze fleurden de heele kamer op, maakten alle gezichten blij. Martha stak telkens haar neus in de krullige franje der fijne blaadjes; ze ontdekte er een heerlijken geur aan, dien niemand anders bespeurde. Op de koffietafel prijkten ze, lustig als bonte zonnetjes naar alle kanten haar kleuren uitstralend boven het glanzige wit van het damasten servet.

[pagina 160]
[p. 160]

's Middags werden ze op het tafeltje voor het raam gezet. De zon deed de bruine eikebladen gloeien, maakte de kleurige bloemenkuitjes transparant.

En 's avonds, toen de uitwisseling van onze kleine geschenken had plaats gehad, tot aller genoegen, want we wisten elkaars goede bedoelingen en kleine opofferingen en attenties te waardeeren, praalden de chrysanthen midden op de tafel in den zachten glans van het gele lamplicht, dat door de zijden kap gleed. Martha had ze met water besprenkeld, heldere druppels beefden er middenin.

Ik was blij, dat ik Moe's raad gevolgd had.

Rustig en prettig ging de avond voorbij, zonder groote verrassingen, maar ook zonder woeligheid, meer gelijkend op een Kerstavond dan op Sint-Nicolaas.

Maar de huiselijkheid en gezelligheid deden me goed. Het was me, of ik een boek las vol stille, aangrijpende schoonheid, je geniet er van bij de lezing en je voelt, dat later, als het lang uit is, de herinnering er aan je zal verheffen en sterken.

We zongen allen weer, geschaard om de oude piano met de leelijke, vergeelde toetsen, Pa in zijn chambercloack als een goede pelgrim, Moe, grappig trotsch, dat ze de oude liedjes nog kende, en dat Pa ze zoo mooi vond - verlegen een beetje, voor ons, met Pa's lof, bang, dat wij er om zouden lachen - Jo en Martha en ik eendrachtig gearmd, de hoofden dicht bij elkaar, zoodat onze schaduwen op het muziekblad ineenvloeiden. Het was een vredige avond, vol stille, verwarmende huiselijkheid, een van die, waarvan een zegen uitgaat over het volgend leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken