Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen
Afbeelding van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderenToon afbeelding van titelpagina van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.27 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (3.54 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

C. Koppenol



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen

(1900)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Hoofdstuk VII.
Een grap van Adri.

De pret was in vollen gang. Op den schoorsteenmantel brandden de kaarsen. Mevrouw Michels zat voor de piano en speelde, Adri en de anderen zongen. De ramen aan den tuinkant stonden hoog open en een heerlijk koeltje woei naar binnen.

Het dienstmeisje, blozend onder haar kornet, liep rond met een blad vol glazen geurige frambozenlimonade.

Ik zat in een hoekje van de canapé en keek naar de anderen, en luisterde. Na een paar vroolijke liedjes zette mevrouw in:

 
‘Weet gij hoeveel held're sterren.’

Dat liedje, zacht en vroom gezongen, maakte me week. Ik had kunnen schreien. Als ik met

[pagina 75]
[p. 75]

moeder alleen was geweest, zou ik zeker om vergeving gevraagd hebben.

Toen het vers gezongen was, stelde Adri een spelletje voor. Ik deed mee, ik wou me niet afzonderen, maar ik voelde me moe. 't Was me of die dag eindeloos was, of hij dagen duurde. Ik zag er tegen op naar huis te gaan, maar ik had behoefte aan rust en eenzaamheid.

Als ik eens uitging, werd ik in den regel een half uur vroeger gehaald dan een der andere kinderen. Dat vond ik zoo hard, ik moest dan vaak mijn best doen om me goed te houden, zóó vreeselijk vond ik het midden uit de pret te worden gerukt, waaraan alle anderen nog deelnamen.

Nú was het me soms een troost te denken, dat Annebet gauw komen zou, ik moest toch ééns naar huis en ik verlangde er naar in bed te liggen en te slapen om mijn verdriet te vergeten.

Eindelijk kwam het dienstmeisje zeggen, dat mijn vader er was om mij te halen.

[pagina 76]
[p. 76]

‘Vraag of mijnheer alsjeblieft binnenkomt,’ zei mevrouw.

Mijn vader! Hem had ik allerminst verwacht.

Ik was slecht op mijn gemak toen ik hem begroette. Ik vroeg dadelijk om mijn hoed en manteltje, want ik wist dat vader niet van wachten hield; en dan, ik was onrustig, ik wist zelf niet waardoor.

Ditmaal had hij blijkbaar geen haast, kalmpjes zat hij met mevrouw te praten over allerlei.

‘Uw zwager is immers nog niet voorgoed vertrokken?’ vroeg mevrouw. ‘Ik hoor dat hij een heele reis achter den rug heeft.’

Opeens begreep ik, dat wat ik vreesde komen zou. Ik had er een voorgevoel van. Nu ging mevrouw over den armband spreken.

Het was me of de vloer van de kamer bewoog, of de kandelaars op den schoorsteen zeventig in plaats van zeven kaarsen bevatten. Het was voor mijn oogen een gewarrel van licht en menschenhoofden en meubels. Ook de stemmen kon ik niet onderscheiden. Ik wachtte maar angstig af.

[pagina 77]
[p. 77]

Maar toen mijn lichte duizeligheid voorbij was, zag ik vader opstaan en op zijn eigen stijve manier zijn jas toeknoopen. Toch kon ik duidelijk merken, dat hij het niet wist. Er was iets van een tevreden lach op zijn gezicht, toen hij me met de oogen vroeg of ik klaar was.

‘Je hebt slaap van de buitenlucht,’ zei hij, zijn hand op mijn schouder leggend, ‘ga maar gauw je compliment maken.’

Dat deed ik, ik bedankte voor den prettigen dag.

‘Waar is je armbandje?’ vroeg mevrouw.

Ik zweeg.

Ik merkte op, dat Adri verschrikt de kamer uitliep; ik wist niet wat het beduiden moest, en 'k dacht er ook niet over.

Vader trok zijn hand terug; het was me of ik een steun noodig had om te blijven staan en of ik nu zou vallen.

Maar ik viel niet.

Ik hoorde stemmen, die van ver schenen te komen.

[pagina 78]
[p. 78]

‘Waar is het armbandje?’

‘Annemietje's kralen zijn weg!’

‘Je hebt ze toch niet verloren?’

Het was of dat alles buiten mij omging.

Toen klonk vaders strenge stem: ‘Heb je den armband aangehad?’

Doodstil was het opeens in de kamer.

Mijn hart scheen samen te krimpen, met moeite zei ik: ‘Ja, vader.’

‘Heeft moeder je dien gegeven?’

Ik zuchtte diep. Ik wou spreken, maar mijn stem stokte. Daar stond ik en allen zagen mij aan. Ik voelde me erbarmelijk klein, ellendig, vernietigd. En vader wachtte op antwoord, ik moest spreken.

Opeens, met den moed der wanhoop, en om het duldelooze verhoor, dat me zoo diep vernederde, te verkorten, zei ik bevend, met toonlooze stem - toch o, zoo duidelijk hoorbaar in de volkomen stilte: ‘Moeder weet het niet, ik heb hem uit het Chineesche kistje genomen.’

Toen zei vader: ‘Zeg goedendag, geef

[pagina 79]
[p. 79]

mevrouw maar geen hand, die zal ze niet van je willen hebben.’

Ik weet niet, wat er verder nog gesproken is tusschen mevrouw en vader. Ik geloof, dat mevrouw voor me pleitte, maar ik luisterde er niet naar.

Snikkend verborg ik mijn gloeiend gezicht in de handen, en, zonder iemand te groeten, ineenkrimpend als een hond, die met een zweep de deur uit wordt geranseld, liep ik de meid voorbij en de gang in.

Daar bonsde iemand tegen me aan. Ik gaf er niet om, ik liep door, ik had alleen den wensch om weg te komen.

Daar hoorde ik Adri roepen: ‘Hier is de armband, het was maar een grapje; o, neem me niet kwalijk, Annemietje, ik had het zoo kwaad niet bedoeld. Jij verloor hem en toen raapte ik hem op. Ik was van plan je maar even in ongerustheid te laten. Maar, toen maakte je zoo'n drukte van dien zakdoek, en toen wou ik je eens laten schrikken, en later dacht ik er

[pagina 80]
[p. 80]

niet meer aan. Toe, wees niet boos op me, en huil niet zoo.’

Vader nam den armband aan; ik was niet in staat iets te zeggen.

‘Het maakt geen verschil,’ hoorde ik vader zeggen.

Op straat was het donker. Zwijgend liepen we naar huis. Droeviger tocht heb ik nooit gedaan.

Toen we op de brug stonden, hoorde ik den armband in vaders hand rammelen. Ik geloof, dat hij een oogenblik van plan was, hem in het water te gooien. Scherp volgde ik iedere beweging. Ik hoopte het maar.

Het zou me een troost zijn te weten, dat ik het hatelijke ding nooit meer zien zou.

Maar vader liet de kralen weer in zijn zak glijden.

Een oogenblik later waren we thuis.

‘Wel,’ vroeg moeder, die ons tegemoet kwam, ‘heb je veel plezier gehad?’

Ik verborg mijn gezicht aan haar borst, en

[pagina 81]
[p. 81]

terwijl vader bleek en ernstig luisterde, vertelde ik haar de heele treurige geschiedenis.

Toen ik had uitgesproken, veegde moeder mijn tranen af en kuste me.

‘Je hebt oprecht berouw, en dat is gelukkig,’ zei ze zacht, met een blik op vader.

Maar vader ging de kamer uit en naar de bakkerij, zonder me goedennacht te zeggen.

 

Twee dagen lang - ze waren de somberste van mijn leven - sprak vader niet tegen me. Maar den derden dag riep hij me bij zich. ‘Kijk eens,’ zei hij, mij den armband gevend, ‘dien heb ik voor je laten vermaken, hij zal je nu passen, je zult hem niet weer verliezen. Draag hem dagelijks, en laat hij je tot leering zijn. Hij heeft je iets te herinneren, kind....’

Den armband heb ik nog bewaard, hij is me nu te nauw en de kralen zijn verbleekt, maar de geschiedenis, die er aan verbonden is, zal ik nooit vergeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken