Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen
Afbeelding van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderenToon afbeelding van titelpagina van Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.27 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (3.54 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

C. Koppenol



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van een grootmoeder en zeven kleinkinderen

(1900)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 221]
[p. 221]

Hoofdstuk XVI.
Slot.

Het was Oudejaarsavond, vijf minuten voor twaalven, en mijn hart was - ‘geprangd’.

Voor het eerst bleef ik dien avond op, als oudste.

Vader en moeder en oom en tante en nog een andere tante - niet tante Sofie - hadden geschimmeld, en ik had ook meegedaan. Vader had het schimmeltje voor mij gekocht, en ik had zeven centen gewonnen en zes glaasjes.

Ik was blij met mijn winst, maar ik zuchtte toch.

Moe vulde de kopjes; we dronken slemp. Ik kreeg ook een kopje, wat kleiner dan de andere.

Het was te laat om nog aan een nieuw spelletje te beginnen. Ze praatten dus maar wat.

[pagina 222]
[p. 222]

Ik zuchtte weer en keek naar de klok.

Het was drie minuten voor twaalven, en ik ging naar het kleine kamertje om mijn wenschje te halen. Het roode sigarenlintje, dat ik er zorgvuldig om had gestrikt, schoof ik er nog even af, en bij het ganglampje las ik voor de zooveelste maal mijn krabbelschrift.

Het was erg koud in de gang, en ik zag mijn adem bij elke lippenbeweging snel wegvlieden, recht voor mij uit, als stoom, die hortend uit een ketel komt.

Ik geloof niet, dat ik heel veel leerde in dat oogenblik, want ik zag de letters maar half, en terwijl ik het eene coupletje repeteerde, keek ik alweer naar het volgende, zoo gejaagd ging het.

Als het al eens twaalf uur was!

Vlug rolde ik het wenschje weer op. En ik kon het niet helpen, dat er een paar ongeneeslijke kreukels in kwamen, toen ik er het lintje weer omdeed.

Ik zag het ternauwernood, hield het rolletje onder mijn boezelaar en ging weer naar binnen.

[pagina 223]
[p. 223]

Wat zou vader wel zeggen!

Het was één minuut vóór twaalven.

Ik had wel graag willen weten of het werkelijk een heele minuut was, of anders hoeveel seconden. En ik begon te tellen, even vlug als mijn hart klopte.

Toen ik aan twintig was, tikte Moe me even op den neus, wat me erg deed schrikken.

Eén van de tantes geloofde, dat ik slaap had.

Toen sloeg de klok twaalf, en allen feliciteerden elkaar.

Het leek of mijn hart geheel ophield met kloppen.

Ik haalde mijn wenschje voor den dag en schraapte mijn keel. Moe en vader en de tantes gingen weer zitten, en alles werd stil.

Vader bezag met een goedig gezicht mijn geschrijf; het was of hij medelijden had met de kromme, onhandige lettertjes, die, hoewel met zorg bewerkt, toch zoo'n droevig figuur maakten.

‘Vier zijtjes!’ zei tante; maar oom bromde:

[pagina 224]
[p. 224]

‘Stil toch!’ En toen werd het weer stil.

En ik dreunde mijn vers op, gauw, zonder toon, telkens beangst het niet verder te kunnen brengen. Maar het liep van stapel - tot den twintigsten regel.

Ik hoorde het niet, dat ik geholpen werd; ik probeerde niet eens of het nog soms gaan wou.

Het was me of tante Sofie daar stond en me zei, dat dit nu het oogenblik der vergelding was, de straf voor mijn luiheid, en dat ik nu mijn goeden vader en mijn lieve moeder verdriet deed.

En daar waren de ooms en de tantes als getuigen van mijn nederlaag!

Ik voelde mijn gezichtje heel strak worden en mijn mondhoeken beven en drie, vier tranen met groote snelheid over mijn wangen rollen.

‘Wel heb ik ooit,’ zei vader, ‘mijn groote meid!’ En hij pakte me op, en ik drukte mijn gezicht dicht tegen zijn jas. Ik hoorde een tante zeggen, dat ik óp was van den slaap, en dat ik al lang krijtwit had gezien.

[pagina 225]
[p. 225]

Moe kwam naar me toe, om me te kussen en geluk te wenschen, en ze hield me haar kopje slemp voor.

De lekkere, kruidige geur en de warmte en 't gevoel van bij vader te zitten en alle menschen welwillend en vriendelijk tegen me te zien lachen, - dat alles knapte me weer op en bracht me weer kleur op de wangen, en maakte me weer rustig.

Het was me of ik langen tijd verdwaald was geweest en nu weer terug was gekomen.

Het was iets erg verwarmends en troostends, te weten, dat ik vaders en moeders kind was en ze beiden van me hielden.

 

Den volgenden dag ging Moe naar tante Sofie om haar te feliciteeren. En ik ging mee. Nu was ik niet bang voor de oude portierster; ik liep dicht bij Moe en voelde me als een kiekentje onder de breede hennevleugels.

Moe bedankte tante Sofie vriendelijk voor al haar zorg en moeite.

[pagina 226]
[p. 226]

Maar ik hoefde het versje van het ‘booze hart’ toch niet meer te leeren.

Als Hummeltje en Jaap en Doortje ook zooveel verdriet van hun wenschjes zouden moeten beleven, was het beter dat ze hun oude grootmoeder maar eenvoudig een zoen gaven, - dat had ik wél zoo lief.

Morgen is het Oudejaar. Morgenavond komen ze allen bij me, kinderen en kleinkinderen. Dan voel ik dat ik rijk gezegend ben.

Oude menschen weten niet - minder nog dan andere - of ze het volgende jaar nog zullen beleven. Maar als ik het beleef, en mijn verhaaltjes bevallen je, dan beloof ik, dat ik nog andere voor je zal schrijven.

Voorloopig, kleine lezers en lezeressen, ook mijn beste wenschen voor jelui Nieuwe Jaar!


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken