Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henriëtte de Grandpré (1789)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henriëtte de Grandpré
Afbeelding van Henriëtte de GrandpréToon afbeelding van titelpagina van Henriëtte de Grandpré

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henriëtte de Grandpré

(1789)–Jacob Eduard de Witte, Maria van Zuylekom–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dertiende brief.
De Graaf van Hurt aan Pollisson.

Haast U! maak dat ge, binnen twee uuren, bij mij zijt! De schuilplaats is uitgevonden, en ik beloof mij zelven met uwe hulp, noch deezen nacht, het geruste bezit van die schoone Vrouw. Ik moet U, in weinige woorden vertellen, hoe ik haar verblijf te weeten ben gekoomen.

 

Gij kent de getrouwheid van mijn Kamerdienaar; hij heeft zich, verkleed gelijk een Bedelaar, naar het dorp begeeven, alwaar de Zuster van de listige Julie

[pagina 84]
[p. 84]

woondt, en is gelukkig genoeg geweest om haar nevens de schoone Vrouw, in den tuin, die achter het huis is, te ontdekken, het kan dus niet misschen of wij zullen ze in onze macht krijgen. Ik zoude niet gedacht hebben dat zij daar naar toe gevlucht waaren; want dit is immers een zot overleg; maar de oude Dirk, die gij weet dat een rechte fijnbaard is, betrapte ik eergisteren in het vertrek, alwaar Julie pleeg te slaapen, bezig zijnde met het pakken van eenig goed dat dat vrouwmensch heeft achtergelaaten. Dit gaf mij achterdenken, of de oude schurk niet iet van haare vlucht mogt weeten; ik greep hem bij de keel, en gebood hem, onder veele bedreigingen, mij alles te zeggen: in het eerst maakte hij veele uitvluchten; doch ziende; dat ik niet gemakkelijk met hem dagt te leeven, bekende hij mij, dat Julie hem gezegd hadt, bij haare Zuster te zullen gaan, en hem hadt verzocht haar goed te bezorgen. Nu wist ik genoeg. Ik gaf den rekel eenige rottingslagen en liet hem loopen: het overige kunt ge gemakkelijk begrijpen. Die Kamerdienaar is een beste Kaerel, als ik U en hem bij mij heb, zijn wij sterk genoeg om drie Vrouwen, waar van wij 'er maar ééne behoeven te hebben, te bedwingen. Mijn Kamerdienaar zal weêr voor de Bedelaar speelen; en rondöm het huis blijven zwerven, tot dat het donker is, en dan kunnen wij de tuindeur, die slechts met een klink toe is, inkoomen, en hier door in de achterdeur van het huis, daar het zeer eenzaam is, inkoomen! Mijn Cales zal, eenige schreeden van het huis wachten. Is dit

[pagina 85]
[p. 85]

plan goed?.... Nu, koom schielijk, en laat mij vooräl niet langer dan één uur wachten. IJdere seconde schijnt mij toe een jaar te zijn, zoo lang ik dat volmaakt vrouwmensch moet missen.

Graaf van Hurt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken