Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henriëtte de Grandpré (1789)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henriëtte de Grandpré
Afbeelding van Henriëtte de GrandpréToon afbeelding van titelpagina van Henriëtte de Grandpré

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henriëtte de Grandpré

(1789)–Jacob Eduard de Witte, Maria van Zuylekom–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 200]
[p. 200]

Negende brief.
De Heer Luxe aan den Advocaat Veaucoeur.

Nu, dat ziet 'er waarächtig schoon met U uit, mijn waarde Veaucoeur! uw brief heeft mij doen lagchen, in weerwil van het medelijden, dat ik, als een rechtschapen vriend der liefde, om U gevoelde. Gij vraagt, wat ik U raaden zoude, en, om dat het iet schrikkelijks is ten gevallen van een fraai Meisje naar de Elizeesche velden, uit puure liefde, te reizen, wil ik U wel zeggen, wat ik doen zoude, als ik mij in uw geval bevond; oordeel, als gij mijne biecht geleezen hebt, of U het recept probatum voorkomt.

 

Alle Meisjens, mijn vriend! hebben, in den grond, één zelfde denkbeeld van die vooröordeelen, die zij met de moedermelk, inzuigen; het veinzen is haar zoo gewoon, dat het eene tweede natuur in alle vrouwelijke karakters schijnt, zij houden zich, (en laat ik U dit toch doen begrijpen, eer gij van liefde sterft!) zij houden zich allen afkeerig van onze Sexe, dit instinct brengt haar ingezoogen vooröordeel mede, zelfs dan schijnen zij afkeerig, als de minst bedreevendste waereldkenner het vuur der liefde en den drift der jeugd in haare oogen ziet glinsteren. En de Vrouwen zouden, konden zij niet veinzen, de onge-

[pagina 201]
[p. 201]

lukkigste aller weezens zijn; doch, de Man van de waereld ziet door die veinzereijen heên, en raadpleegt, in geval van liefde, altijd meer de oogen dan den mond van een Meisjen, en men behoeft geen groote Phisiognomist te zijn, om ons vonnis, het welk tevens het vonnis van het hart der beminde is, uit haare oogen op te maaken.

 

Ik laat mij niet uit over de eer of liever over de schaamächtige beschroomdheid der Vrouwen; zij hebben gewis gelijk, mijn Vriend! dat zij met haare fijne aandoenelijke zielen, altijd op haare hoeden jegens onze veeltijds wreede ja barbaarsche Sexe zijn. Eene Vrouw zonder schaamte is het afschuwelijkst gedrocht in den schakel der redelijke en redenlooze weezen; zij moge dan schoon of bevallig zijn, zij zal, in den grond van ons hart, en ná den gestilden wellust altijd een allerverächtelijkst monster blijven. Verwonder U niet, Veaucoeur! dat ik dus aan uw schrijf; uw brief overtuigt mij, dat gij de Vrouwen niet kent; ik kost U derhalven, den gevraagden raad niet geeven, voor ik U het bovenstaande had doen opmerken. Nu zal ik verder met U spreeken. In weinig woorden kan ik U alles zeggen: uw eerste werk moet zijn de hoofdzwakheid der Nicht van den Heer Prengel te leeren ontdekken, en, die ontdekt hebbende, is het daaröp, dat gij den grond van uw liefdensplan moet bouwen. Is uwe Beminde eene dweepster; dweep met haar. Is zij du ton; wees het ook. Is zij vrolijk; wees gij ook vrolijk. Be-

[pagina 202]
[p. 202]

mint zij het spel, den dans, de muzijk; toon U een gelijk minnaar van het zelve te weezen. In een woord; volg haare zinnelijkheid op in alles, waar toe gij ziet, dat zij begeerte of eene hoofdneiging heeft, doch doe het op eene voorzichtige wijze, laat haar nooit in uwe kaart zien, of gij verliest met het beste spel; doch, anders is dit de beste weg, waar langs gij ontdekken kunt, of haare afkeerigheid jegens U gegrond of ongegrond is, en hier na moet gij verder te werk gaan, zonder U te ontrusten over eenig stekelächtig of weigerend antwoord dat zij U met woorden geeft; woorden en vooräl het woordje: Neen! zijn de wapens der Vrouwen, zij hebben geene anderen; en al haare debuts van eer' zijn slechts holle klanken, die zij in de wieg hebben leeren uitstamelen, en die in rijpere jaaren, de waijer is, die haare veinskunst bedekt, het hart deelt daar niet in, haar gestel is niet geörganiseerd om een gevoellooze rots te zijn, men kan haar met een zijden draad geleiden, een piktouw is geheel nodeloos; maar men moet oplettend zijn en waereldkundig te werk gaan, stellende van onze zijde altijd tien pond beleefdheid, tien pond oplettendheid, en twintig pond geveinsdheid in de schaal, op welkers andere helfte, de Vrouwen eenige onçen geveinsdheid en gemaskerde hartschtocht gelegd hebben. -

 

Zoo gij bevind dat Juffrovw Grandpré geen vrij hart meer heeft; dan zult gij eene moeiëlijken taak hebben, vooräl als het Meisjen een weinig romanes-

[pagina 203]
[p. 203]

que denkbeelden van de liefde en van de eer heeft; en dan kan ik U niets anders raaden, dan dat gij wijs wordt en haar vergeet, of zoo gij een Man zijt, en à perte de vie uwe schoone wilt bezitten, dan blijft U maar eene waarschijnelijk zekere maar tevens gevaarelijke weg over; Schaak Haar! Gij kent mij, ik zal U gaarne de hand bieden; men maakt in onze verlichte daagen van zulk un coup de coquetterie zoo veel omslag niet, als in de dagen van Dina, de lieve schepzeltjes krijgen toch de bout op den kop thuis, of moeten zich aan onze willekeur onderwerpen. Trouwens; hun hart is leenig genoeg om zich naar de omstandigheden te voegen, onze Lucretia's woeden niet meer op hun leeven, als Tarquin slechts zwijgen kan! Zie daar mijn raad; handel naar uw goedvinden, en laat mij hetzelve weeten. Mijne Jachthonden moeten de pooten eens losgemaakt worden, ik kan dus niet meer schrijven, dan dat ik ben

Uwen Vriend

C. Luxe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken