Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nader bericht ontbreekt (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nader bericht ontbreekt
Afbeelding van Nader bericht ontbreektToon afbeelding van titelpagina van Nader bericht ontbreekt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

Scans (10.31 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nader bericht ontbreekt

(1963)–Willem Wittkampf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

Deurwaarder

‘Een paar jaar geleden hadden ze ineens allemaal een schijncontract. Je kon nergens komen, of ze riepen: “Haha, er valt hier niks beslag te leggen, want de boedel is van mijn neef!” - Iedereen wist het toen: je laat een contract opmaken, dat de boel van je neef is, en dat die het jou in bruikleen heeft gegeven en je hebt de deurwaarder tuk, als die beslag komt leggen!

Ik trok me daar niks van aan, natuurlijk. Ik had mijn beschikkinkje, en ik zei tegen mijn getuigen: “Jongens, opschrijven maar!” Wanneer ze dan zeiden: “Hé, hé! En mijn neef dan?” dan zei ik: “Laat die neef maar gaan rechten om de boel!”

Dat doen ze niet. Zo'n schijncontract is gauw gemaakt, maar voor een proces moet je stappen doen. En je moet telkens zeggen tegen heren: “De boel is niet van mij!” Intussen komt die neef eens op bezoek, en hij zegt: “Mooi radiootje heb je daar staan!” Hij zal er misschien niks mee bedoelen, maar jij denkt: “Kereltje, jij zit op mijn radio te azen, en ik ben nog zo gek, dat ik aan een advocaat geld geef, om vast te stellen dat ie van jou is!”

Dat houdt geen mens uit! Daarom leg ik rustig beslag, en na een tijdje komen ze gewoon om een regeling.

Zoiets als die schijncontracten is een rage. Het duurt een paar jaar, en ze zijn het vergeten. Het wetboek is zo groot, dat niemand alle mogelijkheden in zijn hoofd kan hebben. Zo nu en dan wordt een van die mogelijkheden een tijdje populair, en een paar jaar later weet niemand er meer van. Normaal weten mensen niet eens, dat er deurwaarders bestaan, die iets anders doen dan optreden voor de belasting.

En dan ineens merken wij, die een particuliere praktijk hebben, dat ze weer iets weten. Dan krijg je plotseling een troep mensen aan de deur, die allemaal hebben ontdekt, dat je kinderen kan laten terughalen door een deurwaarder. Ja, dat kan. Als je bij scheiding de kinderen hebt toegewezen gekregen, en ze willen niet, dan kan je een deurwaarder inschakelen. Ik heb eens een klant gehad; die had al jongens

[pagina 109]
[p. 109]

op de middelbare school! Dan doe je er toch niks meer aan? Maar die mensen denken: “Een deurwaarder maakt het officieel! Daar schrikken ze van!”

Ik dacht: “Ik grijp die jongens onder schooltijd, dan vinden ze het nog leuk ook!” Maar evengoed werd het vechten. Nu had ik twee stevige kruiers bij mij, dus in de auto krijg ik ze altijd, en als ze er een keer inzitten, wordt het anders. Dan is het gewoon een fijn ritje. Enfin; ik rij dat stel naar het huis van mijn opdrachtgever, ze gaan even naar boven om pappie een pak voor zijn broek te verkopen, en toen ik aan het eind van de straat even omkeek, zag ik ze alweer lopen. Och, je kan zo'n zaak natuurlijk wel afschuiven, maar je hebt de naam een doorzetter te zijn, of niet, en je naam is je praktijk. Niemand neemt een deurwaarder, of hij wil dat ie doorzet.

De laatste tijd hoor je zo nu en dan van gijzelingen. Misschien komt daar weer eens een opleving in, maar zoals het in de jaren dertig is geweest, zal het wel nooit meer worden. Toen was gijzelen de rage van Amsterdam. Iedereen wist, dat je mensen door de deurwaarder gevangen kon laten zetten, en als beginnend deurwaardertje zat ik er bovenop! Ach meneer; elke week bracht ik er drie of vier binnen, en de directeur van het huis van bewaring had een broertje dood aan mij, want hij stikte in mijn gijzelaars!

Het was interessant werk, omdat je ze ook zelf moest vangen, en je kende die mensen niet van gezicht. Op de politie hoefde je niet te rekenen. Ik heb wel liggen rollen over de straat, met een melkboer in Diemen, die niet mee wou, terwijl het hele dorp er omheen stond, met drie politiemannen erbij, die ook geen hand uitstaken. Als de deurwaarder op zijn donder krijgt, dan lacht zelfs de politie.

Ja, je kòn wel politie-assistentie krijgen: tenminste bij binnenhuiswerk: - bij beslag, en uitzetting en zo. Maar het was geen cent waard. Want dan stond je voor de deur bij iemand van wie je wist, dat ie klaar stond met een eind hout, en dan zeiden die agenten: “Deurwaarder... gaat u voor!”

Gijzelen is geen binnenhuiswerk. Dat doe je op straat. Kijk eens: als ik ergens aan de deur kom, dan móét ik zeggen: “Ik ben deurwaarder Durivou; mag ik even binnenkomen?” Ze kunnen weigeren natuurlijk, en dan kom ik er toch wel in, maar het wordt ingewikkelder. De mensen weigeren trouwens niet. Ze denken: “Kijk eens aan! Die man is nog beleefd ook!”

[pagina 110]
[p. 110]

En als ik binnen ben, zeg ik: “Ik, deurwaarder Durivou, doe u herhaald bevel!” - Dat snappen ze niet, en het is indrukwekkend, zodat ze niet aan het vechten slaan. 't Is een kwestie van optreden. Als het vechten wordt, merk je het gauw genoeg. Dan zegt zo'n man: “Vrouw, ga jij met de kinderen even naar opoe.”

Je hebt wel deurwaarders, die de pest hebben aan dat “Mag ik binnenkomen?” Die kunnen als ze binnen zijn, niet vlug genoeg omschakelen. Maar het móét gezegd worden, anders kun je er last mee krijgen. We hebben het nog pas gehad met een collega. Die had het wel gezegd, maar tegen een kind, dat alleen thuis was. Dat zei toen: “Ja” en meteen heeft hij de hele boedel opgeschreven. De vader nam dat later niet, en die collega heeft een behoorlijke drukker gehad. Persoonlijk ben ik het daar niet helemaal mee eens, want die kinderen van tegenwoordig zijn behoorlijk bij, maar goed - ik heb er niks tegen, om tot een volwassen persoon even te zeggen: “Mag ik binnenkomen?”

Maar bij gijzelingen ligt de zaak een beetje anders. Trouwens; als je dat binnenshuis doet moet so wie so de kantonrechter mee, en die moet wel komen als je hem verzoekt, maar hij verwacht niet, dat je hem er bij haalt, behalve in noodgevallen, dus als het even kan, doe je het op straat.

Dat lijkt moeilijker dan het is. Ja, als je het één keer zou moeten doen, dan zou er een hoop tijd in gaan zitten, want je zou dan zelf op de loer moeten gaan liggen. Maar als er zo'n stuk of tien in de week voor de bijl gaan, dan heb je gauw je personeel. Die mensen melden zich vanzelf. Wij hadden toen een mannetje of drie, die bij elke executieverkoping stonden te bieden op de boedels. Soms gingen die weg voor tweehonderd gulden. Dan kwamen ze bij de eigenaar en zeiden: “Nou mag je kiezen! We breken je hele huis op, of we laten het staan voor driehonderd.”

Die jongens zagen wij op elke verkoping, en dan leer je mekaar kennen. Als er gedonder van kwam, hielpen ze ons vanzelf een handje, want het was hun brood ook. Ten slotte stonden ze dag in dag uit klaar, want tussen de verkopingen door, hadden ze toch niks te doen. Ze visten uit wie de vent was, die gegijzeld moest worden, hoe hij er uit zag, en wat zijn gewoonten waren. Ik hoefde alleen maar op een bepaalde dag naar een bepaalde plaats te rijden, en zij wezen hem aan, en hielpen een handje als het vechten werd.

[pagina 111]
[p. 111]

Het werd trouwens niet altijd vechten. De meeste mensen stapten verbouwereerd in mijn auto. Ze geloofden vaak niet, dat het zo maar kon. En dan had je nog mensen, als die bloemist, die ik zes maanden achter slot heb gehad. Bloemen kan je niet in beslag nemen, want die rotten weg, zodat je geen verhaal hebt, en mijn opdrachtgever was zo kwaad, dat ie hem maar liet zitten. U moet rekenen; het kostte je nog geld ook als opdrachtgever! Een-vijftig per dag in de zomer, en een-vijfenzeventig in de winter, en een maand vooruit betalen! Het is geen kapitaal misschien, maar het is toch om en nabij de vijftig gulden in de maand, plus de kosten van de deurwaarder, en die kunnen oplopen.

Ik weet niet wat het is. De mensen waren toen koppiger, geloof ik. Je kon er als gijzelaar altijd onderuit, wanneer je je faillissement aanvroeg. Dan stond je dezelfde dag weer op straat. Maar je had er genoeg, die het vertikten! “Laat hij mijn kostgeld maar betalen! Ik lach me ziek!” riepen die.

Ach, zoiets is een rage, en daar weet je nooit van hoe het komt. Ik word trouwens zelf ook een dagje ouder. Wanneer nu iemand binnen zou komen, die zin had er weer eens eentje te gijzelen, dan zou ik misschien zeggen: “Ach man, waar begin je an!” Nee, dan had u me een jaar of twintig geleden moeten zien! Ik heb er een gehad, die heb ik achterna gezeten over de daken, met een straat vol mensen die brulden van het lachen! Ik heb hem ten slotte gegrepen in het Gerechtsgebouw zelf. Ik zag hem daar toevallig naar binnengaan, om zijn faillissement aan te vragen op de Griffie, omdat hij het zat werd. Dat was het einde natuurlijk, maar ik had de hele week achter hem aan gesjouwd, en voor schut gestaan op een dak, dus ik dacht: voor een paar uur krijg ik hem allicht nog achter slot, als ik hem grijp voor de loketten!’

Ik ga naar de parketwacht, en ik zeg: ‘Hoe is het jongens? Doen jullie even mee?’ Zij zeggen: ‘Natuurlijk Durivou! Ouwe jongens hoor!’ En meteen komt de chef van de Griffie aanstappen. Die had altijd al de pest aan mij. Hij zegt: ‘Durivou, jij hebt niks te grijpen op de Griffie, want die is besloten!’ Ik zeg: ‘Pardon meneer, vóór de loketten is het openbaar!’ Hij zegt: ‘Ja, maar achter de loketten niet, en daar heb ik die persoon toevallig even toegelaten!’

Nou zijn die parketwachters toffe jongens, maar het moet een geintje blijven, en zo gauw een autoriteit in het Gerechts-

[pagina 112]
[p. 112]

gebouw als de chef van de Griffie iets anders verkondigt, dan zijn ze ineens weer allemaal in rijksdienst, en dan kan je de boom in met je particulier. Goed, ik loop even bij de officier binnen, en ik zeg: ‘Ik wilde uw mening eens vragen over een juridische kwestie, meneer. Wanneer men het publiek achter de loketten toelaat, dan heeft naar mijn mening het terrein achter de loketten ipso facto zijn beslotenheid verloren, en dan is het openbaar terrein geworden.’

Hij denkt even na, en hij zegt: ‘Ja Durivou, dat is mijn mening ook wel.’ Meteen maak ik rechtsomkeert, die parketwachters zien mij uit de deur van de officier komen, en die denken dat ik bevel ben gaan halen, dus nu werd het helemaal een geintje, om de Griffie te jennen op gezag van de officier. Wij grijpen die vent achter de loketten, en dragen hem boven onze hoofden in triomf naar de auto.

Achteraf is er gedonder van gekomen, want die chef nam het niet, en de officier zei, dat hij helemaal geen bevel had afgegeven. Ik zei: ‘Ik heb ook niet gezegd dat ik bevel had.’ En die chef zei: ‘Dat heeft ie wel gezegd meneer!’ En de officier zei: ‘Laat Hubbelmeier komen, want die was er bij.’ Maar Hubbelmeier is een eerlijk mens. Die zei: ‘Durivou heeft niks gezegd.’

Toch moet je voor zoiets bij de president op het matje komen. Hij zei: ‘Hoe komt u er in 's hemelsnaam bij, om iets dergelijks in ons gebouw uit te halen, meneer Durivou!’ Ik zei: ‘Ik had toch opdracht van mijn cliënt, meneer de president!’ Hij zei: ‘U had bij mij moeten komen! Dan had ik u van die opdracht ontslagen!’

Toen heb ik maar vier woordjes gezegd. Ik zei: ‘Kunt u dat dan?’ En daar is hij toch met Den Haag gaan dreigen! Maar hij moest het inslikken hoor! 't Is de wet.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken