Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Karel en Mienet (ca. 1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Karel en Mienet
Afbeelding van Karel en MienetToon afbeelding van titelpagina van Karel en Mienet

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Illustrator

Eddy Dukkers



Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Karel en Mienet

(ca. 1950)–Marietje Witteveen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 2]
[p. 2]

[Karel en Mienet]



illustratie

Mie auw

Mie net

Mie auw

roept de vriend van Mienet op het dak.

Mienet hoort niets, ze slaapt vast, maar Karel hoort het wel.

Wacht maar, ik kom al, roept hij, dat huiswerk maak ik morgen wel af, ik ben toch bijna klaar.

[pagina 3]
[p. 3]


illustratie

Maar dan wordt Mienet toch wakker van zijn geroep en springt tegelijk met Karel het raam uit.

 

't Is net of ik ook een kat ben, denkt Karel.

 

Hupla wat gaat dat fijn. Gelukkig dat ik het licht heb laten branden, 't zou niet gemakkelijk zijn

[pagina 4]
[p. 4]


illustratie

om in het donker mijn raam terug te vinden, 't ziet er hier op het dak zo heel anders uit dan beneden op straat.

 

Kijk Mienet, je kunt hier ook naar binnen kijken, moeder heeft visite, zie je dat, gelukkig dat ze mij niet zien. Anders moest ik vast binnenkomen.

 

Ze lopen verder en springen van het ene dak op het andere, er komen steeds meer Poezen, en ze

[pagina 5]
[p. 5]


illustratie

rennen elkaar achterna, en springen steeds wilder en wilder in het rond.

 

De vogels zijn van schrik wakker geworden en vliegen weg naar alle kanten.

 

Karel wordt er overmoedig van.

 

Zou ik op die draden kunnen lopen, denkt hij, de mussen doen het ook, en wat een mus kan, kan ik, o zo.

[pagina 6]
[p. 6]


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

Wat is die maan groot als Karel er dicht bij komt, hij lijkt zo klein als een tennisbal als je uit het raam kijkt. En het mannetje ziet er van dichtbij ook anders uit, hij heeft een lange baard, en wat je uit de verte voor een takkenbos houdt, blijkt een grote bontkraag te zijn.

 

In zijn linkerhand houdt hij een kooitje.

[pagina 8]
[p. 8]


illustratie

Dat is om jou in te stoppen, zegt het mannetje, ik heb altijd zo graag een vogel willen hebben, en hij pakt Karel beet. Maar dat staat Karet helemaal niet aan.

 

Uw veter is los meneer, zegt hij gauw.

 

Maar het mannetje begrijpt Karels bedoeling wel.

 

Als het kooitje dicht is, heb ik alle tijd om de veter weer te rijgen, zegt hij, en Karel denkt al dat hij zijn verdere leven in de kooi zal moeten blijven.

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie

De hele nacht denkt hij of er niet een manier is om te ontsnappen, maar hij vindt er geen.

 

Maar als de zon opkomt, verbleekt de maan, langzamerhand, en is oplaatst helemaal verdwenen, het kooitje ook, en Karel kan weer wegvliegen.



illustratie

[pagina 10]
[p. 10]


illustratie

Hij vliegt
vlugger,
vlugger,
vlugger,
hij laat zich
haast vallen.

 

Wat een ongewoon soort vogel, roept een professor, die juist een proefvaart maakt met een ballon. En hij maakt gauw een paar aantekeningen in zijn notitieboek.

 

Opzij Mienet,

illustratie

[pagina 11]
[p. 11]


illustratie

roept Karel, laat me er door. Net op tijd vliegt Karel door het raam naar binnen; hij had wel gevoeld, dat hij geen vogel meer was op 't laatst. 't Vliegen ging ook niet meer zo makkelijk.

 

Hij is juist vroeg genoeg om zijn tas te pakken en zijn boterham te eten voordat hij naar school moet. Moeder ziet zelfs niets vreemds aan hem, maar Mienet geeft hem een knipoog alsof ze leggen wil:

 

Ga je vanavond weer mee?


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken