Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Lantaarn voor 1792 (1792)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Lantaarn voor 1792
Afbeelding van De Lantaarn voor 1792Toon afbeelding van titelpagina van De Lantaarn voor 1792

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Lantaarn voor 1792

(1792)–Pieter van Woensel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verdediging van 't vaderland te land en te water.

't Leger.

Algemeene Bemerkingen.

Indien men van 't toekomende mag oordeelen door 't voorleedene, zal dit Gemeenebest zich niet inlaaten in eenen offensieven Oorlog. Die, wel-

[pagina 75]
[p. 75]

ken wij met den gelukkigsten uitslag voerden, de Oorlog om de Spaansche successie, hadt, door de uitmuntendheid van goede trouw bij de Engelschen, en onze eige te groote onbezuisdheid om dien Oorlog buiten de paalen van zijn oogmerk voorttezetten, een voor de Republiek te nadeelig einde, dan dat wij niet afgeschrikt zouden zijn geworden, om dien op nieuws te beginnen; en 't aandeel 't geen wij ten voordeele van 't Huis van Oostenrijk in denzelven zedert namen, kon ons op geene andere gedachten brengen.

't Krijgsweezen van onzen Staat uit dit oogpunt beschouwt, bekomt een zeer eerwaardig aanzien. Daar de Militaire, bij andere Mogendheden, zich schandelijk verhuuren, om de slaafächtige werktuigen te zijn van de grillen, de woelziekte, zucht tot veröveringe en onrechtvaerdigheid, worden zij bij ons tot geen ander oogmerk gebruikt dan tot 't behoud van order, rust en vreede in en om 't Vaderland.

Deze Staatkunde maakt, dat wij meer bedacht zijn van den zelf kant onzer bezittingen een vijanandelijken aanval af te weeren, dan over denzelven te trekken, om den oorlog op den bodem onzer nabuuren over te brengen. Om dit oogmerk te bereiken, heeft de kunst onze frontieren bezet met fortificatiën van allerlei sterkte. De natuur zelve heeft dit land voorzien van de beste middelen ter defensie. Dan, welke linie daartoe de best geschikt is, kan niet eer preçies bepaald worden,

[pagina 76]
[p. 76]

voordat men nieuwe inspectiën, meetingen, waterpassingen en militaire Kaarten gemaakt zal hebben, om daaruit 't best beredeneerd plan van verdeeging door wapenen en overstroomingen te bewerkstelligen: 't geen eens gedaan zijnde, onze provintiën, een vijand misschien ongenaakbaar, zeer zeker onëindig zwaar te veröveren zou maaken; doch bij verzuimGa naar voetnoot(*) van 't welk dit land misschien op

[pagina 77]
[p. 77]

meer dan ééne plaatze voor een vijandelijk leger toeganglijk blijft.Ga naar voetnoot(†)

[pagina 78]
[p. 78]

Hoe sterk echter deeze linie van Defensie kan worden verbeeld, zij kan geen kragt hebben, dan voor zo verre dezelve zal worden verdeedigd door wel-geëxcereerde manfchappen; en hieruit volgt de onontbeerlijke noodzakelijkheid van eene goede Legermagt: bijzonder als men in 't oog houdt, dat onze Staat te klein zijnde, om in cas van vijandelijken aanval, op zich zelven te kunnen staan, zonder door eenige Alliantie te zijn geruggesteund, geene Mogendheid zich in Alliantie zal inlaaten met eenen Staat, ontbloot van militaire sterkte in zich zelven, en die 't werk zijner Defensie geheel op de schouders van zijnen geallieerden zou willen leggen; iets, dat boven dien zeer hachlijk mogt uitvallen.

Ons topographisch, politiek en militair bestaan schijnt te vorderen, dat 't leger van den Staat tot 50,000 man gebragt worde: maar de bekrompene finantien wijzen deeze vermeerdering van de hand. 't Militaire plan der Republiek, doorsneden met zo veele rieviren, vaarten, gragten slooten, vordert echter, dat 't Corps van haare Pontonniers tot 60 hoofden, en dat der Artillerie, zo onontbeerlijk, wanneer men alleen verweerender wijze oorloogt, tot 2280 man in vreede, en 2928 in oorlog gebragt worde: een artikel van al te veel aanbelang voor 't militaire, en van te gering bezwaar voor 't finantieele weezen van den staat, om te worden doorgeschrapt.

Wanneer 't krijgsvolk, in zijne garnizoenen, als in een bestendige rust blijft, moet de mili-

[pagina 79]
[p. 79]

taire geest noodwendig in dezelve uitsterven, en 't leger ongewoon en onbekwaam worden tot groote militaire evolutien, wel onontbeerlijker voor een offensief militair, doch altoos ook nuttig voor een defensief. Hierom kan 't niet dan voordeelig zijn voor 't leger van den Staat, indien een gedeelte van 't zelve jaarlijks campeerde.

Of 't voor- dan na- deelig is, dat de guarnizoenen bestendig dezelve blijven, is een poinct van militaire controversie, welke wij overmogend zijn te beslissen.

De finantieele staat van onze armée (in Maart 1788) laat zich opmaaken uit 't montant haarer schulden, bedraagende die van de Nationaale, Duitsche en Waalsche infanterij regimenten ƒ101,315-:-: Van de Cavallerij, Dragonders, enz regimenten ƒ270,484-:-:

Tot herstel van deezen vervallen toestand van ons krijsweezen is voorgeslaagen aan de eigenaars van compagnien douceurs van ƒ900-:-: tot ƒ300-:-: toetestaan.

Eindelijk daar een- en eensgezindheid en algemeene medewerking tot 't gemeenschaplijk oogmerk, de verdeediging van 't Vaderland, zo wel in de militairen als in de politieken nodig is, behoorde 't leger op een gelijken voet van betaalinge te staan,Ga naar voetnoot(*) de repartitie van zijne gedeeltens niet

[pagina 80]
[p. 80]

op de posten van partikuliere provincien gebragt, het voor 't militaire zo nadeelig woord van Betaalsheeren niet meer gebruikt, de armee uit de algemeene cas der generaliteit betaald, en alleen als in dienst van 't Algemeen Bondgenootschap beschouwd te worden.

Voordracht van een staat van ons Leger met de kosten, voor een zeker getal van jaaren te arresteeren.

Cavallerij.

Esquadron Guarde du Corps ƒ89,589-2-½1 160
Regiment Guarde te Paard 122,431-8-6 6/7 330
Zes Regimenten ordinaris Cavallerij, ieder á ƒ121805-14-3/7 730,834-5-8 4/7 960

[pagina 81]
[p. 81]

Dragonders.

    Mansch.
Regiment Guarde Dragond. ƒ121,319 - 113 328
Twee Regimenten ordinaris Dragonders. 242,638- 1-1 10/6 650

Voetvolk.

Een Regim Guarde te voet ƒ257, 883-15-11 2/7 890
33 Ordinaris Regimenten Nationale, Duitsche, en Waalsche Infanterie, ieder à ƒ128627-14-9 1/7 te zamen 4,244,715- 7-1 5/7 22080
Een Compagnie Vriesche Guardes 26,158-19 8 300
Een Compagnie Groniger Guardes 10,172- 6 8 150
Regim. Zwitzersche Guardes 219,492- 0 0 1,200
Drie Regimenten Zwitschers, ieder à ƒ255,707-4 764,121- 2 0 3,600
De twee Regimenten Zwitschers van Hirzel en Neuforn ieder à ƒ246,892 16-0 493,785 12 2 400
20 Compagniën Artelleristen 513,281-10 2,240
Regiment Mineurs 47,064- 8, 4 Compagnie: een handvol.
't Corps Pontonniers, volgens Resolutie 1789 10,413-16-4  
De Compagniën te Amsterd. 46,800 400Ga naar voetnoot(*)
1. Totaal ƒ8,434,200-18-8-16/18  

[pagina 82]
[p. 82]

Tractementen.

Z.D.H. als Capitein-Generaal ƒ120,000
Idem als Capitein-Generaal van Vriesl. 24,000
Idem van Stad en Lande 12,000
De Veldmaarschalk (thans vacant) 20,000
Een Generaal van de Cavallerij 10,000
Een Generaal van Infanterij 10,000
Twee Lt. Generaals van de Cavallerij 9,600
Vier Lt. Generaals van de Infanterij 19,200
Twee Generaals-Majoors van de Cavall. 4,800
Vier Generaals-Majoors van de Infanterij 9,600
Twee Quartiermeesters 1,920
De Gouverneur van Maastricht 3,000
De Gouverneur van 's Bosch 2,400
De Gouverneur van Breda 3,000
De Gouverneur van Bergen op den Zoom 1,600
De Gouverneur van Sluis in Vlaanderen 3,000
De Gouverneur van Willemstad 600
Eerste Adjudant van Z.D.H. 3,600
De tweede en derde Adjudant 5,000
De vijf overigen, ieder 1,000 5,000
Z.H. als Collonel van de Guardes du Corps 3,600
Benevens de Staaven der Regimenten, bedraagt dit artiekel ƒ706,161-13

[pagina 83]
[p. 83]

De Heeren Ministers van den Staat, aan vreemde Hoven ƒ195,575-0-0
Secreete correspondentie 40,000
Wagtmeesters en Majoors 17,720
Artillerie Vivres en Magazijnen 23,756
Directeurs en ingenieurs 99,000
Officieren van de Justitie 14,940
Doctoren en Chirurgijns van Z.D.H. 1350
Officieren van de Munt 7050
Onkosten voor de Rijksmunten 24,000
Voorgeslagen Vast-Corps de Marine 552,352-15-8
Dus bedraagt de ordinaris staat van Oorlog ƒ9,753,507-0-0

Extra-ordinaris staat van oorlog, op welken gebragt zijn alle zodaanige posten, die niet permanent zijn, of daarvoor zouden kunnen worden gehouden, als mede dis moeten uitsterven, mitsgaders die niet ten volle worden uitgegeeven.

Militie ten behoeve van de West-Indische Compagnie van 200 man ƒ38,600
Militie ten behoeve van de Colonie van Surinam. 36,000
Subsidiën 201,970
Tractementen 25,800
Buitenlandsche Ministers 41,485
Wachtmeesters en Majoors 7184
Artillerie, Vivres en Magazijnen 2492
Officieren van de Justitie 4232
Ministers en Schoolmeesters 3260

[pagina 84]
[p. 84]

Ingenieurs ƒ1800
Losrenten 38,600
Pensioenen 39,756
Gereformeerde Officieren 10 100
Tractementen en diverse Pensioenen 669,479
Logis-gelden 298,174
Diverse andere onkosten 788,883-7
Voor de kosten van Equipagie en aanbouw van Scheepen 1,000,000
Voor de interest van 4,000,000 ten behoeve van 't geen aan den Keizer is betaald, mitsgaders voorde aanritzgelden aan de Brunswijksche, enz. troepen moet worden betaald 120,000
Totaal ƒ3,301,307-10-9

Op deezen staat zal door uitsterving, deeze som verminderen met ƒ367,680

 

Om dus ten besluite voor een oogenblik weder te keeren tot den tegenwoordigen effectieven staat van onze Armée, bestaat dezelve thans uit Cavallerij en Dragonder - Regimenten No. 10

Hollandsche Guardes Infanterij 1
Nationaale, Duitsche en Waalsche Infanterij Regimenten 33
Zwitzersche Guardes Regimenten 1
Zwitzersche Ordinaris Regimenten 5

[pagina 85]
[p. 85]

Vriesche en Groninger Guardes (Compagniën) No. 2
Artilleristen 20
Mineurs en Sappeurs 4

Benevens de Brunswijksche, Anspachsche en Mecklenburgsche troepen.

Alle deeze manschappen worden gecommandeert door tachtig Generaals, (waar onder onze Staat zich verhoogmoedigen mag tien Princen te tellen) hondert zeven-en-veertig Collonels, twee hondert vier-en-dertig Luitenant- Collonels, en hondert zes-en - zestig Majoors.

Lijst der Onkosten, die loopen op de Militaire Promotiën.

Aan de Secretarie van Z.D.H. Comptoir- Bodens, Contra-zegel, Secretaris van den Raad van Staate, Commies en Clercquen, Kamerbewaarders van den Raad van Staaten, Bodens, Postknegts, Dienders, Secretaris, Commies en Clercquen in de Thesaurie, eindelijk! den Commies van de Rekenkamer, betaalt bij de aanstelling -

Een Generaal ƒ376 - 1
Bij 't bekomen van 't Tractement 236 (zo is de schaal duurder als de pit.)
Lt. Generaals bij de aanstelling 279-19
Bij 't bekomen van Tractement 143
Generaal- Majoors bij de de aanstelling 225
Bij 't bekomen van Tractement 80-19

[pagina 86]
[p. 86]

Collonel van de Cavallerij en Infanterij, ieder ƒ183-14
Luitenant Collonel van de Cavallerij en Infanterij 128-19
De Majoors 119-4
Kapiteins 94-11

Middel om 't Leger te houden op een goeden voet, schoon de Staat geen oorlog heeft.

De ervaaring leert, dat een Armee slechter wordt, naarmaate dezelve den oorlog langer ontwendt; en om zich dapper te verstaan op moord en destructie, om kouden, jammer, elende, en allerlei vermoeijingen te kunnen doorstaan, moet men 'er aan gewoon blijven. Dit is een groot ongemak voor Staaten, die liefst in vreede leeven, waardoor hunne leger-benden onbekwaam worden 't hoofd te bieden aan troepen, die, als bestendig in 't vuur leeven.

Indien 'er een hulpmiddel voor dit kwaad is, moet 't, onder verbeteringe, zijn, bij 't eerste opkomen van een oorlog, een aantal van officieren, in de legers der oorlog-voerende Mogendheeden, onder de beroemdfle Géneraals te doen Ga naar voetnoot(*)

[pagina 87]
[p. 87]

dienen, ten einde altoos voorzien te zijn van bekwaame Chefs.

voetnoot(*)
De Raad van Staaten drukte zich hier over, in 1755, in de volgende nadrukkelijke bewoordingen uit: ‘De Raad doet wel Petitiën tot de Fortificatiën, maar ziet ze zelden tot conclusie gebragt, als bij gekomene of presente nood, wanneer het de tijd niet is om de Frontieren met nieuwe werken te dekken, maar om die 'er zijn, wel te defendeeren. De tijd van Vrede is de tijd van fortificeeren. Men doet 't dan met rijper overleg, men maakt beter werk, en men heeft 't beter koop, ('t zelve is van de Marine waar) in de plaats dat men in tijd van nood dikwijls groote sommen uitgeeft, om met haast gebrekkige temporaire werken te maaken, die daarna ras vervallen. Wat zoude 'er geduurende een dertigjaarigen vreede niet tot versterking en verbeetering der Frontieren hebben kunnen gedaan worden, indien 'er een sortabele jaarlijksche somme tot dat einde gedestineerd en met 'er daad opgebragt was geweest; de Bondgenooten gelieven dit stuk als een zaak van de uiterste importantie ter harte te neemen, en zich te houden gewaarschouwd. De republiek heeft magtige Nabuuren en wijd - uitgestrekte Frontieren. Had men eene vaste jaarlijksche somme, ervaarene Fortisicatie - meesters zouden de gansche Ringmuur van den Staat in aanschouw kunnen neemen, en overweegen, welke de meest geëxponeerde en minst sterke Plaatzen waren, en hoedanige verbeetering 'er naar de moderne wijze van attaqueeren en defendeeren aan te maaken was. Men zoude de eene plaats voor, de andere na acheveeren, om het met 'er tijd, indien het den Albestierder behaagen mogt de vrede van duur te doen zijn, daartoe te brengen, dat men voor die plaatsen niet te vreezen had, en dat men in tijd van nood meer Troupen zoude kunnen missen tot bewaaring van een overblijvend zwak Frontier, daar de kunst van Fortisiceeren zou mogen te kort schieten’,
voetnoot(†)
Volgens de gedagten der kundigste Ingenieurs zou 't mogelijk weezen, om bijna de geheele omtrek van de republiek door eene water-linie, en de daarbij nodige fortisicatiën op de passen, te beschermen’. Zie Proeve, enz. Amst. bij Harrevelt, 1783.
voetnoot(*)
Hiermede beöogt men de ongelijkheid van kortingen, waarmeede onze Militairen bij zommige provinciën zo buitengemeen bezwaard worden. Bij voorbeeld wanneer een Generaal zijne Commissie ontvangt, betaalt hij in
Zutphen ƒ113 - 8
Holland ƒ62 - 12
Vriesland ƒ60
Zeeland ƒ0 - 0 0
Groningen ƒ2 - 8 -
enz. enz. enz.  

 

voetnoot(*)
Aldus is onze Armee, met de Brunswijksche, Meklenburgsche, en Anspachsche, in onze soldij staande of vallende troepen, sterk S.E.C. circa 40,000 koppen.

voetnoot(*)
Wij zeggen opzettelijk doen, meenende daar niet mede de vrijheid welke de Staat bij 't opkomen van een oorlog, aan een klein getal officieren ter hunner requisitie geeft, om als volontairs te gaan dienen Derzelver getal is te gering, en dit geschiedt met te weinig nadruk, om van grooten dienst te kunnen zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken