Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1. Lyrische poëzie (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1. Lyrische poëzie
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1. Lyrische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (3.79 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeurs

P.N. van Eyck

P. Minderaa



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1. Lyrische poëzie

(1948)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 423]
[p. 423]

Verzen aan zee en in een tuin
(1924)

[pagina 425]
[p. 425]
Ik ben niet minder dan wie met een sterk gelaat
 
Ik ben niet minder dan wie met een sterk gelaat
 
de ijlt' en de guurt' van nacht en ochtend tegen-gaat.
 
Ik ben niet méer dan wie op holt van schuine schuiten
 
zich-zelven vaart te buiten.
 
 
 
o Dreigement van een ontstellend-stuursch gebaar:
 
'k vergooi me-zelf, mijn God, en 'k weet: 't en is niet waar.
 
Ik ben de domme en luide zee, die slaat de dijken
 
en nadert, om te wijken.
[pagina 426]
[p. 426]
O late dag
 
o Late dag, gij smaakt naar water en naar rozen.
 
- Ik weet me alléen te zijn in 't wijde, koele huis;
 
'k geniet mijn eenzaamheid; ik voel mijn vrees verblozen;
 
ik voel 't verleên vergaan in teeder blaêr-gesuis.
 
 
 
Reeds neigt de zon ter rust en lijkt 't gerijs der mane.
 
Er is geen komst die hoopt; er is geen leed dat wijkt.
 
Een vreed'ge staat regeert die, buiten wensch en wanen,
 
vermeert een zoet betrouwe' en dat me-zelf gelijkt.
 
 
 
En de avond staat gestrekt aan dezen muur vol bloemen
 
rijzig en ijl, gelijk de schaaûw der eeuwigheid...
 
Een bijën-zwerm die keert ik hoor dees woorden zoemen
 
die 'k, zwaar aan dracht, maar blijde en vroom, der Stilte wijd.
[pagina 427]
[p. 427]
't Gebladert' staat verdiept
 
't Gebladert' staat verdiept; de dag verzaadt het loover;
 
de zomer rijpt de stilt' tot een voldragen vrucht.
 
En slechts 't gewieg der zee doorzucht den vrede, alover
 
de trage boomen en den adem van de lucht.
 
 
 
De zee, en haar gedein door mijn bewogen longen...
 
Maar neen: mijn loomt' verdroomt de maat van alle maat.
 
- o Zang van liefde en hoop: mijn zomer is verzongen,
 
't gebladert' staat verdiept en reeds met dood verzaad.
[pagina 428]
[p. 428]
Een ster: een klompken ijs
 
Een ster: een klompken ijs tusschen mijn heete tanden...
 
Terwijl ge onzichtbaar zijt, o zee, die naauwlijks hijgt;
 
terwijl mijn hart gelijk een oude zuster zwijgt,
 
komt deze stipte oneindlijkheid mijn lippen branden.
 
 
 
- Mijn nachten waren eene mand vol droom aan droom;
 
mijn dagen, 't vast getal der appelen die zwellen
 
in elken boom-gaard en aan elken zwaren boom.
 
Ik had geen vingren om mijn weelden aan te tellen.
 
 
 
Thans: ijlt'. De tijd is guur en onberoerd. De tijd
 
is als de kille en dorre zee, die zwoegt noch krijt.
 
Ik ben alleen; ik pers mijn strakke lippen samen
 
op eenzaam deze groote sterre, die ze bijt.
[pagina 429]
[p. 429]
O zee, die mijne lip doorkeent
 
o Zee, die mijne lip doorkeent met zout-krystallen
 
waarin het volle licht van alle zonnen breekt;
 
zand, bij mijn veer'ge zool breed-uitgestraald doorweekt,
 
waar krijschend iedre tred doet duizend schelpen schallen;
 
 
 
o tuimelende lucht, die brandt mijne oogen toe
 
maar sluit ze op 't dansen van ontallig-vuur'ge bollen:
 
ik ben van zee en lucht, ik ben van God gezwollen;
 
ik voel me oneindig-rijk en -moe.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken