Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld journalistiek werk. Deel 1. Nieuwe Rotterdamsche Courant juli 1906 - juni 1907 (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld journalistiek werk. Deel 1. Nieuwe Rotterdamsche Courant juli 1906 - juni 1907
Afbeelding van Verzameld journalistiek werk. Deel 1. Nieuwe Rotterdamsche Courant juli 1906 - juni 1907Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld journalistiek werk. Deel 1. Nieuwe Rotterdamsche Courant juli 1906 - juni 1907

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.64 MB)

Scans (31.70 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeur

Ada Deprez



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld journalistiek werk. Deel 1. Nieuwe Rotterdamsche Courant juli 1906 - juni 1907

(1986)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 436]
[p. 436]

De kamer stemt

Wij zullen van de beraadslagingen over de gedwongen beperking van arbeidstijd, die in de kamervergadering van gisteren werden voortgezet en geëindigd, geen verslag geven. Het onderwerp is uitgepraat. De sprekers van gisteren waren meest voorstellers van amendementen, die nog even een korte toelichting bij hun voorstellen kwamen geven, en leden die er op gesteld waren, duidelijk te laten uitkomen, bij welke groep zij zich scharen inzake den mijnarbeidsduur.

De vergadering werd besloten met eenige stemmingen, zooals Reuter al heeft geseind.

Eerst werd er gestemd over het voorstel Gielen, om den arbeidsdag voor de Belgische kolenmijnen te bepalen op een maximum van 8 uren. Dit voorstel werd met zitten en opstaan verworpen.

Ook zonder hoofdelijke stemming werd verworpen een amendement van Pirmez, strekkende tot invoering van den tienurigen arbeidsdag in alle mijnen van 1 januari 1909 af.

Dan kwam het amendement Pepin aan de orde, dat alleen bestemd is te gelden voor de toekomstige mijnen in de Kempen, en dat den arbeidsdag op acht uren stelt, zakken en stijgen inbegrepen.

Daar werd hoofdelijk over gestemd. Het amendement Pepin werd verworpen met 93 tegen 33 stemmen en 3 onthoudingen.

Het amendement Beernaert eindelijk vond genade. Het amendement Beernaert luidt: ‘Bij gebreke van een bepaalde

[pagina 437]
[p. 437]

wet over dit onderwerp (beperking van den arbeidsduur) zal een koninklijk besluit, de mijnraad gehoord, het aantal uren vaststellen gedurende welke de werklieden elken dag zullen mogen worden gebezigd onder den grond bij de daadwerkelijke ontginning van de kolenmijnen van het Noorderbekken.’

Zooals men ziet wil Beernaert thans niets door den wetgever laten bepalen, maar den Koning de bevoegdheid geven den arbeidsduur voor volwassen mannen in de nog te delven mijnen te beperken. Dit amendement ontleent zijn belang aan het beginsel dat er in wordt uitgesproken. Het beteekent feitelijk weinig, of de regeering bevoegd wordt verklaard, voor mijnen die er nog niet zijn, den arbeidsduur te beperken. Om het beginsel is de aanneming van dit amendement echter van beteekenis. Immers de Kamer verklaart door de aanneming van het amendement Beernaert, dat zij niet - zooals de regeering - in beginsel gekant is tegen de beperking van den arbeidsduur voor volwassen mannen van staatswege.

Het amendement Beernaert is aangenomen met 79 tegen 46 stemmen en 5 onthoudingen.

De louter principieele beteekenis van de aanneming van het amendement Beernaert komt heel sterk uit door de aanneming van het voorstel dat er na aan de orde kwam. Dat voorstel toch maakt de feitelijke toepassing van het juist aangenomen artikel, onmogelijk. De koning mag tusschenbeide komen als er geen bijzondere wettelijke bepaling is. Welnu, meteen nam de Kamer een wetsvoorstel aan, bevattende een bijzondere bepaling over den arbeidsduur in de mijnen van het Noorden.

Het amendement-Denis-Vandervelde bepaalt, dat de da-

[pagina 438]
[p. 438]

gelijksche arbeid onder den grond, voor het Noorderbekken, niet langer mag duren dan 10 uren, zakken en stijgen inbegrepen, en het eigenlijke delverswerk mag niet langer duren dan 8 uren - alles enkel voor het Noorderbekken.

Het eerste stuk van het amendement (10 uren onder den grond) wordt aangenomen met 68 tegen 50 stemmen en 7 onthoudingen. Het tweede stuk (niet langer dan 8 uren delven) werd aangenomen met 60 tegen 53 stemmen en 10 onthoudingen.

Toen de laatste stem vóór werd uitgebracht begonnen de socialisten luide te juichen. De aangenomen tekst komt overeen met het oorspronkelijke voorstel-Helleputte.

Nog werd een voorstel van de Lantsheere, om de inspecteurs van den arbeid bevoegd te maken in geval van nood overuren toe te staan, met zitten en opstaan verworpen.

Ik geloof, mijne heeren, zeide daarop voorzitter Schollaert, dat door de gehouden stemmingen alle andere voorstellen zijn komen te vervallen.

En de regeering ook! riep Furnémont.

Alle ministers hebben de vergadering bijgewoond. Zij lieten zich niet uit na de stemming. Francotte, de minister van arbeid, maakte den indruk van zenuwachtig te zijn.

De vraag of het ministerie na de nederlaag van gisteren bedanken zal, is natuurlijk op ieders tong. De Smet is een taai heer. De Kamer heeft zich voor beperking van den arbeidsduur verklaard. Maar de Kamer is niet het eenige vertegenwoordigend lichaam. Zal de Senaat de amendementen voor de beperking bevestigen? Als de Smet het diens-

[pagina 439]
[p. 439]

tig acht, de meening van den Senaat te hooren, heeft hij nog wat tijd. De mijnenwet is in de Kamer nog niet afgehandeld. Eerst moet de Kamer daarmee gereed zijn, en dan komt de Senaat er pas aan toe.

 

N.R.C., 8 Maart 1907.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken