Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie
Afbeelding van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (10.04 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Editeur

Anne Marie Musschoot



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Hoogere zangen

[pagina 121]
[p. 121]

[Hoe leven in mijn oog, bij glanzen en verglijden]

 
Hoe leven in mijn oog, bij glanzen en verglijden,
 
als in stil-lichtend tin,
 
uw weifelende beelde', o leven en o lijden,
 
en gíj, o min...
 
 
 
- 't Zij Lente, peerlen-klaar met nieuwe zon omhangen,
 
teêr glimme-lacht,
 
en 't kerse-lippig hoofdje in zoenen-reê verlangen
 
den Zomer wacht,
 
 
 
en reikt naar hem, en, liefde-ziek, op hooge teenen
 
te langen staat,
 
tot minne-moe het hoofdje op zijne leên zal lenen
 
en slápen gaat; -
 
 
 
- 't Zij de verzadigd-zware Zomer, traag-gebarend,
 
de winden weert,
 
en, voor het laatst de Lente in teederheid aanstarend,
 
den rugge keert;
 
 
 
en keert het hoofd, en keert zijn moede en smachtende oogen,
 
ter ándre zij,
 
naar wie zijn lijf met nieuwe laaië heeft bewogen,
 
en ernstig-blij,
 
 
 
naar wie niet lachend is, wier schoudren óver-wegen
 
van 't haar, dat glanst,
 
en, tredend, voeten wendt in cierlijk-schoon bewegen:
 
de Herfst, die danst;
 
 
 
- de Herfst, die achter-over buigt, en hare vrachten
 
van vruchten torst,
 
en driftloos biedt, waar luikend zijne blikke' om lachten:
 
haar naakte borst; -
 
 
 
- tot, keerend, waar ze te elken keere weêre-keerde,
 
zij, moede, knielt,
 
het hoofd ten schoot van wie bij huiverenden heerde
 
star spinne-wielt;
 
 
[pagina 122]
[p. 122]
 
die dekt haar toe, en met haar stille liefde-woorden
 
haar drenzend streelt:
 
de Winter, die het spel van haar gespelen hoorde,
 
en 't niet en deelt...
 
 
 
- - o Mijne ziele, hoe, bij 't wentlen der getijden,
 
einde of begin:
 
hoe leeft uw kenter-beeld, o leven en o lijden,
 
en gij, mijn min;
 
 
 
hoe moet ik uwen wil gelijk een toortse dragen
 
door droom en lied,
 
koppige bedelaars, die al mijn vreugde vragen
 
en mijn verdriet...
 
 
 
- Want thans dat ik, verliefd, maar wars van verder hopen
 
en vroeger spijt,
 
mijn denken in den vliet van uw gestreel wou doopen:
 
Vergetelheid;
 
 
 
vergetelheid, om wat - steeds boorde-volle beker -
 
't Verleden plengt;
 
vergetelheid om 't leed, verborgen nog, maar zéker,
 
dat Morgen brengt;
 
 
 
vergetelheid, 'dat ik met vréde-blik aanschouwen
 
en minnen moog'
 
de reizen van uw schoone liefde, o mijne vrouwe,
 
in uw rein oog;
 
 
 
de droomen van uw dag, die, rijk, op zonne-zeilen,
 
niet stille staan,
 
en de eedler droomen uwer nachten, die verwíjlen,
 
en treurig gáan;...
 
 
 
- thans dat ik, zonder dorst, uw laven wou genieten,
 
o gij die zijt
 
de schenker die de Rust onachtzaam-blij laat vlieten:
 
Vergetelheid;
 
 
[pagina 123]
[p. 123]
 
thans draag ik nóg, bij schetteren van hoogst verblijden,
 
of móeden zin,
 
uw zwenkend kenter-beeld, o leven en o lijden,
 
en gij, o min,...
 
 
 
- tot ik, glimlachend-moe, mijn Twijfel blij zal leggen,
 
Liefde, in uw schoot,
 
en dat mijn mond, gezengd door Wee, met vréugd zal zeggen
 
uw Léve', o Dood.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken