Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie
Toon afbeeldingen van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,20 MB)






Editeur

Anne Marie Musschoot


Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 211]
[p. 211]

[Wie heeft de koude kroon gebroken]

 
Wie heeft de koude kroon gebroken
 
die zwaar mijn dubbend denke' omsloot?...
 
- Een zomer-nacht is zoel ontloken;
 
een nacht vol rechte roze-roken
 
en rank van schietend sterre-schroot.
 
 
 
Wie, die op 't meer der blonde schaâuwen
 
de schemer van mijn haar ontbond?...
 
'k Sta 'lijk een bake ter landouwen
 
die dale' en zwelle' en luw verlaauwen
 
op de' adem van mijn duistren mond.
 
 
 
- 'k En roer. Mijn vuisten voelen deinen
 
mijn trage borst die slenkt en stijgt;
 
mijn aangezicht vol stille schijnen
 
wijlt over 't glooiënd dal der pleinen
 
en, bleek van schromende' ijver, zwijgt.
 
 
 
En lippen, waar geen woorden wegen,
 
verhelen week hun levend rood;
 
daar 'k wijle, in ruizlen geuren-regen,
 
mijn handen, lichtend-blank, gezegen
 
als vruchten in mijn lagen schoot;
 
 
 
'wijl - eenig streven - wijd mijne oogen
 
ter nok, waar sterren schiete' en vliên,
 
ten duizel-diepsten hemel-bogen
 
hun lenge' en lieven, droom-omtogen,
 
in wanke en wissel, waren zien...
 
 
 
- o Nacht-eêle, onbegrepen lichten
 
die de eigen weelde en wee me zegt;
 
waar leed verkeert of vreugden zwichten,
 
het stralen, in uw vergezichten,
 
of 't schaad'wen van mijn blikken legt;

Vorige Volgende