Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie
Afbeelding van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (10.04 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Editeur

Anne Marie Musschoot



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 666]
[p. 666]

[Ik weet dat ik mijn dood bereid, wanneer ik wil]

 
Ik weet dat ik mijn dood bereid, wanneer ik wil
 
dat ik van schoonheid slechts, als eenig heul, zal leven.
 
Maar, waar gij mij dit heul één enklen stond kunt geven,
 
doe dat ik sterve, o Dood, en mijn begeeren stil.
 
 
 
Ik weet dat ik niet scheppen zal, dan door 't bereiken
 
der vrijheid die mijn ziel heur aardsche grenze' ontknecht.
 
Gedoog dan, God, dat ik mijn scheppings-daad beslecht
 
door met mijn bloed de schaal des lijdens te verrijken.
 
 
 
- Doch eischt gij, Dood, die weet wat mij te wachten staat,
 
dat ik mijn leve' in leelijkheid en leêgheid slijte;
 
- groeft gij, mijn God, opdat 'k me-zelf mijne onmacht wijte,
 
dees bittre plooien, strak en stroef, in mijn gelaat:
 
 
 
o laat dan toe, gij Dood, dat ik mijn hunkren loone,
 
mijn schoonheids-hunkren met de speren van mijn spot;
 
verknecht mijn rooden scheppings-drang; maar geef, o God,
 
dat ik mijn knechtschap in mijn woede-woorden hone.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken