Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geschiedenis van een kind (ca. 1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geschiedenis van een kind
Afbeelding van De geschiedenis van een kindToon afbeelding van titelpagina van De geschiedenis van een kind

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geschiedenis van een kind

(ca. 1895)–Johanna van Woude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 152]
[p. 152]

Dertiende hoofdstuk.

Hoe ging het intusschen tehuis?

Grootmama, Guurtje en juffrouw Huberts hebben mij later alles uitvoerig verteld, en ik verhaal het hier, zooals ik het van hen hoorde.

Nadat Grootmama hare thee had gebruikt, was zij in een verkwikkenden slaap gevallen, die tot den middag aanhield.

Guurtje had eerst medelijden met mij gehad, maar begon langzamerhand zich boos te maken over mijne koppigheid, en vreesde dat zij nog zelf de schuld zou krijgen op den koop toe. Daarom vertelde zij aan niemand dat ik mijn middageten onaangeroerd had gelaten. ‘Kan ik het helpen,’ had zij gedacht, ‘dat Liesbeth te koppig is om het te komen halen!’ En toen zij

[pagina 153]
[p. 153]

een poos later Kitty Huberts door den boomgaard had zien loopen, had zij tegen Diewertje gezegd: ‘Ik wou eigenlijk wel eens aan onze mevrouw vertellen, dat dit kleine, onhebbelijke nest Liesbeth zoo ondeugend maakt.’ Zij was daarvan ‘in haar ziel overtuigd,’ had zij gezegd, en Kitty liep zeker weer rond om Liesbeth te zien te krijgen.

Guurtje raadde goed. Toen de eerste belangstelling in mijn avontuurlijk plan verflauwd was, begon Kitty ongerust te worden. Eerst hoopte zij nog dat ik stil naar huis teruggekeerd was, en zond, om zich daarvan te overtuigen, een briefje langs den ‘telegraafkabel.’ Maar er kwam geen antwoord en toen werd Kitty zóó bang, dat zij niet wist wat te beginnen. Het ééne uur na het andere verstreek, en er kwam geen enkele geruststellende tijding. Eindelijk zag zij hare tante, die het tuinhek uitging.

‘Waar gaat u naar toe, Tante?’

‘Naar het postkantoor. Ik heb eergisteren een brief verzonden, en wacht daarop nu antwoord. Ik ga eens hooren aan het postkantoor.’

[pagina 154]
[p. 154]

‘Ik ga met u mede.’

‘Waarom gaat gij niet eens naar Betsy?’ vroeg Tante Agaat, die liever alleen scheen te gaan.

Kitty wilde antwoorden, maar op eens stond zij stil, stampte op den grond en riep schreiende: ‘O, die Betsy!...... Ik haat haar, Tante.’

‘Maar Kitty! Wat zeg je nu?...... Heb je misschien met haar gekibbeld?’

‘Neen Tante!’ riep Kitty hartstochtelijk. ‘Maar zij is een slecht, een ondeugend kind. Zij is weggeloopen. Is dat niet vreeselijk slecht van haar?...... En dan wilt u nog dat ik met zoo'n kind omga!’

Tante Agaat was een oogenblik stom van verbazing.

‘Weggeloopen?...... Wat bedoel je?!’

‘Kan ik het helpen?...... Ik heb haar gezegd dat zij niet moest gaan. “Betsy,” zei ik, “je mag niet wegloopen.” En ze was boos, omdat ik niet mee wou. Ja, ze wou hebben dat ik ook wegliep, maar ik zou nooit zoo iets kunnen doen. Ze is een akelig kind.’

Tante Agaat trok Kitty's handen van haar

[pagina 155]
[p. 155]

gezicht weg, en zeide toen op gebiedenden toon: ‘Vertel mij alles.’

En Kitty vertelde.

Het was juist vijf uur, toen Tante Agaat, terstond na deze mededeelingen, Grootmama's stille zitkamer kwam binnenstuiven. Grootmama had eerst laat op den dag hare slaapkamer verlaten. De hoofdpijn was beter, maar zij gevoelde zich gedrukt, omdat ik nog geen teeken van berouw gegeven had. Haar hoofd was nog te zwak om te lezen en zij gevoelde geen lust iets anders te doen.

Toen Tante Agaat binnenkwam, zat Grootmama met de handen in den schoot en haar gelaat teekende groote bezorgdheid. Op den drempel bleef juffrouw Huberts aarzelend staan.

‘Mevrouw,’ vroeg zij zenuwachtig, ‘ik kwam eens naar Betsy hooren. Is zij in hare kamer? Is.....’

Grootmama werd knorrig.

‘Ga zitten, Agaat. Het is heel vriendelijk van je, maar Liesbeth is ondeugend geweest en ik vond het noodig haar naar hare kamer te zenden.’

[pagina 156]
[p. 156]

Zij zeide dit een weinig stijf.

‘Het spijt mij, als ik onbescheiden schijn,’ viel Tante Agaat in, en kon bijna niet spreken van opwinding, ‘maar Kitty heeft..... heeft mij zoo juist..... verteld, dat - dat - Ik vrees dat u niet weet in welke stemming Liesbeth is, en Kitty..... zeide.....’

‘Mijn lieve Agaat,’ antwoordde Grootmama, terwijl zij zich nog rechter hield dan gewoonlijk en een flauw blosje hare oude wangen kleurde, ‘je maakt je noodeloos bezorgd. En wat Cornelia betreft, wij zijn te Zaandorp niet gewoon naar de meening van kinderen te vragen. Je doet werkelijk verkeerd daar zooveel aandacht aan te schenken.’

‘Maar..... o Mevrouw!’ en Tante Agaat barstte in zenuwachtig snikken uit..... ‘Betsy is weggeloopen!’

‘Weggeloopen?..... Nonsens!’ Grootmama moest er bijna om lachen. ‘Dat komt er nu van als je naar het gebabbel van Kitty luistert. Geloof mij, het is een vergissing. Zoo iets mag in groote steden voorkomen, hier te Zaandorp gebeurt het nooit.’

[pagina 157]
[p. 157]

Ik geloof toch stellig dat het waar is,’ hield Tante Agaat vol. ‘Zou u niet iemand naar boven willen sturen om het te onderzoeken? Kitty zei dat zij van morgen om negen uur weg was gegaan en nu is het over vijven. Toe, laat iemand eens boven gaan zien?’

Grootmama voelde nu toch eenige ongerustheid, maar zij toonde dit niet.

‘Nu, als ik er je plezier mee doe, waarom niet! Wees zoo goed en trek even aan de bel. Maar het is bespottelijk. Uwe Cornelia zou misschien tot zoo iets in staat zijn, maar een kind, dat opgevoed is als...... Guurtje, och, loop even naar boven, en zeg aan Liesbeth dat zij vóór de thee een luchtje mag scheppen. - Lieve Agaat, wees toch wat bedaarder. Het kind zou merken, dat je zenuwachtig waart.’

Juffrouw Huberts liet zich tegen den rug der sofa zakken, snel ademend en den blik op de deur gericht.

Grootmama bewaarde een gemelijk stilzwijgen. Waarlijk, die Cornelia Huberts was geen geschikt vriendinnetje; er moest een eind aan dien omgang

[pagina 158]
[p. 158]

komen. Als Liesbeth ondeugend was, dan was het zeker wel grootendeels aan dat meisje te wijten......

‘Het spijt mij dat ik het zeggen moet,’ begon zij op plechtigen toon, ‘maar ik kan niet langer toestaan dat Cornelia zooveel met Liesbeth omgaat. Cornelia is zoo geheel anders opgevoed en......’

Daar hoorde men boven een deur toeslaan; iemand snelde de trappen af en Guurtje stormde de kamer binnen.

‘Ze is weg!’ riep zij. ‘Liesbeth is weg!’

 

Boden te paard werden naar alle zijden uitgezonden. Tante Agaat bleef bij Grootmama tot middernacht, trachtende haar tot kalmte te brengen en afleiding te geven; maar zij zag het oude gelaat met ieder uur bleeker worden en vervallen. Grootmama zeide niets. Niemand kan zeggen wat zij in dien nacht heeft gedacht of geleden, zelfs Tante Agaat niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken