Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Samen bergopwaarts! (ca. 1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Samen bergopwaarts!
Afbeelding van Samen bergopwaarts!Toon afbeelding van titelpagina van Samen bergopwaarts!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.57 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Samen bergopwaarts!

(ca. 1906)–Johanna van Woude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 185]
[p. 185]


illustratie

XXVI.
Vriendschap.

 
Der Freund theilt Alles, Lust und Leid,
 
In inniger Vertraulichkeit,
 
Und jede Zartlichkeit versüszt
 
Dem Andern, was ihm schmerzlich ist.

***

 

Wij allen hebben kennissen, meest bij dozijnen. Er is zelfs nog onderscheid tusschen ‘goede’ en ‘gewone’ kennissen, al naarmate wij meer of minder met elkaar in aanraking komen. We ‘mogen’ hen wel. Zij zijn heel aangenaam om mee te converseeren - maar die conversatie blijft aan de oppervlakte.

Meestal kan van hen getuigd worden dat zij als trekvogels zijn, die ons verlaten in het barre jaargetijde.

[pagina 186]
[p. 186]

Hoe gansch anders komt vriendschap tot ons in het leven!

Nu zijn het de zielen, die elkaar gevonden hebben en begroet met blijde herkenning. Als vriendschap tot ons komt, weten wij met zekerheid dat we voortaan niet meer alleen zullen gaan door de donkerheid van het leven; - dan voelen we trouwe handen ons toegestoken met vasten druk en sterke armen zijn bereid ons te steunen in onze zwakheid; - dan is er een oor, willig om op te vangen onze geheimste fluisteringen en een mond om te geven woorden van troost. Dan hebben wij een hart ontvangen en wederkeerig geven wij onzen steun, onze toewijding en ons hart.

Dan gaan wij naast elkaar de steile bergpaden, strevend met elkaar naar hooge idealen; - dan dalen wij hand in hand tot de geheime diepten van ons innerlijk zijn, naar de dalen der stilte, waar is ‘onderling begrijpen’; - dan jubelen wij in elkaars vreugden en koesteren ons aan het onbluschbare licht der vriendschap in dagen van duisternis.

Onwaardeerbaar zijn hare schatten, mits gegraven uit den zuiveren bodem van achting, liefde

[pagina 187]
[p. 187]

en vertrouwen. Op die fundamenten gebouwd, zal zij alles trotseeren in onwankelbare kracht.

Vriendschap moet volledige waarheid zijn. Tusschen vrienden geen gehuichel of verborgenheden. Zuiver moet zij zijn en eenvoudig; - geen onderlinge adoratie of persoonsvergoding; - vrienden zijn verplicht elkaar te wijzen op gebreken.

Carricaturen van vriendschap zijn de sentimenteele bakvisch-bevliegingen, banden, vandaag gelegd en morgen als waardeloos verbroken, of dweepzieke kostschoolvlammen, ziekelijk van begin tot einde, en eindeloos verwijderd van het gezonde gevoel, de innige zielverwantschap, die edele karakters met vriendschapsbanden samensnoert. Deze verhoudingen staan tot elkaar als een door tocht bewogen kaartenhuis tegenover een massief kerkgebouw, trots van welving, dat stormen wederstaat en beuking van onweersvlagen.

Vriendschap moet zonder baatzucht zijn, niet zoekende zichzelf; - een verhouding, welke zoo dikwerf voorkomt en waarbij de ééne alles geeft en de andere niets, is een treurige bespotting van dezen heiligen band tusschen menschen.

En nu wil ik wijzen op een gevaar der

[pagina 188]
[p. 188]

vriendschap, nu wil ik geven een ernstige waar schuwing.

Zoo licht veroorzaakt de band een voorbijzien van onze plichten aan anderen. Daar zijn huiselijke plichten van een voorbeeld te zijn voor de jongeren; - van kleine werkzaamheden, die nu haastig worden afgeroffeld en daardoor ontevredenheid stichten en onrust; - van het aanbrengen van een deel in de huiselijke gezelligheid, of de hulp voor ouderen. Daar is een trouw moedertje, dat geheel vergeten en verzaakt wordt ter wille der aangebedene; - geen wandeling meer met haar, geen stille rustige uurtjes van gezellig samenzijn, geen tijd meer voor haar, die smacht naar wat teederheid van haar kind; - en menige traan wordt stil weggepinkt in eenzaamheid. Wij mogen niet opgaan in een vreemde, zoolang eigen bloed rechten op ons heeft. Dan misbruiken wij de vriendschap.

Ware vrienden zullen elkaar nooit bemoeilijken in het volbrengen hunner plichten, maar veeleer er elkaar in bijstaan en ze elkaar vergemakkelijken, tevens arbeidend aan eigen vorming en volmaking om in de beminde oogen der andere hoog te staan.

[pagina 189]
[p. 189]

Vriendschap moet getrouwheid zijn, onaantastbare trouw, een trouw, die zich niet uit in woordenrijkdom, maar die gevoeld wordt in schertsenden schouderklop, een stillen handdruk, een kus.

Onlangs hoorde ik een dame zich diep beklagen over een vriendin, die bij vreemden een praatje over haar had opgevangen, en zonder zelfs maar naar de waarheid er van te informeeren, na dien tijd niets meer van zich had laten hooren. - Dit was natuurlijk een carricatuur van vriendschap. Ware vrienden weten elkaars zieleleven te goed om een vèr staande buitenwereld te gelooven.

Waak over uw vriendschap als over een schat. Daar zullen velen zijn, die trachten zullen u er van te berooven. Als slangen zullen ze u naderen met valsche glimlachjes en vele ‘ze zeggen's; - laster en leugen zullen tot u treden in het kleed der waarheid en u toefluisteren dat wie ge zoo hoog stelt, uwe liefde niet verdient. Wees op uwe hoede, en wijs ze af met fier gebaar; nu heeft uw vriend of vriendin recht op uw vertrouwen. Laat hij of zij nooit tot u kunnen komen sprekend met betraand oog: ‘Ik worstelde op tegen de hoogten van den laster, die mijn onschuldig leven

[pagina 190]
[p. 190]

bevlekte, maar vruchteloos zocht ik uw hand tot steun.’

Sta naast uwe vrienden, pal en getrouw, en draag mèt hen den last van hun leed.

En houdt gij op deze wijze de vriendschap heilig, dan zal zij u een bondgenoot worden in den gewijden krijg, dien wij allen hebben te kampen: de strijd van de kinderen des Lichts tegen de legioenen der Duisternis.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken