Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Thalamus sponsi oft t'Bruydegoms Beddeken (1623)

Informatie terzijde

Titelpagina van Thalamus sponsi oft t'Bruydegoms Beddeken
Afbeelding van Thalamus sponsi oft t'Bruydegoms BeddekenToon afbeelding van titelpagina van Thalamus sponsi oft t'Bruydegoms Beddeken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Thalamus sponsi oft t'Bruydegoms Beddeken

(1623)–Michiel Zachmoorter–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Cap. XIV.
Hoemen den liefsten wille Godts in alle dinghen sal connen kennen, ende ten eersten in al dat ons te lijden comt.

 

HEbbende nu ghetoont hoe de zielen door het ghebedt vande Meditatie worden geleydt tot de Contemplatie, ende oock al passerende geseyt in't 10. cap. hoe sy moeten toonen in hun uytwendige wercken altoos Godte liefsten wille te doen ende sijn teghen-

[pagina 116]
[p. 116]

woordicheydt te hebben, al eer ick sal spreken vande twee andere soorten van't ghebedt, waer mede de zielen hun moeten behelpen die niet mediteren en connen, soo sal ick in't cort noch beschrijven den regel om in als den liefsten wille Godts te kennen, ende op het edelste te volbrenghen, namentlijck buyten den tijdt des ghebedts.

Alle de saecken dan die den mensch ontmoeten in dit leven, zijn van twee soorten; want sommighe dingen moetmen alleenelijck lijden, ende sommighe moetmen doen. In al het ghene dat ons overcomt dat wy alleenlijck moeten lijden, ende daer wy niet in en moeten wercken, hoedanich dat het zy, op wat tijdt dat het geschiet, oft deur wien dat het ons ghedaen wort, 'tzy van Godt, 'tzy vande menschen, oft vande duyvelen, door ongheluck, oft door een anders quaetwillicheyt, oft oock op eenighe andere maniere, hoe vremdt, hoe omproffijtich, hoe dorre, hoe onghenoechlijck, hoe quellijck, hoe quaet dat het oock zy, wy moeten dat al ontfangen vande liefste handt Godts alleen, 'twelck hy ons vander eeuwicheyt voorsien heeft ende ons laet overcomen als den besten middel om ons nu op dat pas tot hem te brenghen, al dunckt ons dickmaels teene-

[pagina 117]
[p. 117]

mael contrarie. Ende daer in moeten wy geheel wel te vreden zijn, ende gerust blyven, het selve blijdelijck van sijne vaderlijcke hant, ende van niemant anders ontfanghende, want hy weet wat ons bequaemst is, ende begeert ons dat te geven. Daerom moeten wy hem daer af uyter herten dancken, sonder ons in't minste te quellen oft ontrust te maecken, oft aen ander lieden te claeghen. Ende dit alleen om sijnen liefste wille daer in te volbrengen ende hem alleen te behaegen. Ende soo doende en sal onse inwendige oeffeninge met Godt (welck den eenigen middel is om tot die volmaecktheyt te gheraecken) door gheen lijden noch opval ghehindert noch verstoort worden.

Ende als het gheschiet dat wy niet en connen in't lijden blijde en wel te vreden zijn, oft oock ons wel gerust stellen, dan moeten wy nach in die onruste selve den liefste wille Godts omhelsen, ende van dese onruste selve gerust blijven. Ende indien wy dit noch niet doen en connen, dat selve moeten my noch gelijckelijck van sijne minnelijcke handt ontfangen, ende daer in ons ghetroosten, soo dat ons nemmermeer niet over en come, dat ons dien onwaerdeerlijcken schat der vrede ende gelijckheyt met de toelatinge des Heeren come te benemen, op dat onsen gheest ongehindert mach blijven Godt

[pagina 118]
[p. 118]

aenhanghende, 'twelck lichtelijck geschieden can, indien men hier toe sijn beste wat Ga naar margenoot+wilt doen; Want aen die Godt beminnen keeren alle dinghen tot goet: jae oock de voorleden sonden ende onse eygen gebreken.

Desen regel is generael om al dat ons overcomt te lijden ende te verdraeghen.

margenoot+
Rom. 8

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken