Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Borgerliicke Huyshouding (1628)

Informatie terzijde

Titelpagina van Borgerliicke Huyshouding
Afbeelding van Borgerliicke HuyshoudingToon afbeelding van titelpagina van Borgerliicke Huyshouding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (24.27 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Borgerliicke Huyshouding

(1628)–Lucas Zasy–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vierde Handelingh. Tweede wtkomst.

Roel. May. Vader des Huysghesins. Outste Sone. Middelste Sone.
 
Vader.
 
Gaet May besorght de Pot, en wilt de Tafel decken:
 
Gaet voort, mijn dunckt ghy oock met my noch wel sout gecken.
 
Gaet ghy oock henen Roel, en seght mijn Ionghsten Soon,
 
Dat hy soo haest hy kan hem by ons hier verthoon.
 
Tis wonder wat de Knechts en Meysens al te praten
 
Hebben; oock waer sy sijn in huys ofte op de straten.
 
Ziet Kinderen dewijl wy tsaem hier sijn by een,
 
Zoo verclaer ick, dat ick over u, so ick meen
 
Wel mach afleggen al mijn Vaderlicke sorghen
 
Die ick over u droegh stedes, heden en morghen.
 
Naer dien ghy beyde hebt waer van ghy leven meucht;
 
Wanneer ghy rechts u schickt soo het betaemt tot deught.
 
I.Sone.
 
Ick hoop Godt sal ons voorts wijders nu wel beraden
 
En leyden na zijn woort op zijn heylighe paden.
 
II.Sone.
 
Die ons in al het gheen wy nemen by der hant
 
Zijn zeghen geven wil, zijn raet, hulp en Bystant.
 
Vader.
 
Maer dit dient noch gheseyt. Dewijl u last om draghen
 
Sal wesen wonder swaer, dien ghy sult t’allen dagen
 
Van ’smorghens dat de Son uyt den Oceaen stijght
 
Tot datse savonts in den natten Boesem sijght,
 
Te voeren hebben uyt. D’een om Gods Kerck te bouwen:
 
Gebouwt, met aller vlijt oock wel by een te houwen.
[Folio  D2r]
[fol.  D2r]
 
D’ander, om wijselick te dienen ’tVaderlant
 
Met goe voorsichticheyt, rijpen raet, en verstant.
 
Weduwen en Weesen te vorderen: de saecken
 
Der Armen rechten goet tot een goet eynt te maecken.
 
Den quaden straffen, en den goeden spreecken vry.
 
Dat yder een van u doch stedes blijve by
 
’Tberoep het welck u is van Gode hier gegheven,
 
Op dat ghy’t in een goet conscienty meught beleven.
 
I.Sone.
 
Hier segh ick Amen toe, en sal u woort en Leer,
 
Tot mijnes levens eynt vergheten nimmermeer.
 
II Sone.
 
Soo langh mijn Siel oock sal in’t Lichaem spelen crachtigh
 
Sal ick mijns Vaders woort hier in oock zijn ghedachtigh.
 
Vader.
 
Nu dan tot een besluyt: Wanneer ghy dan door minn’
 
Te trouwen een huysvrouw. mocht nemen in den sinn’
 
Siet wien ghy neemt ter hant; op dat gh’in gheen onlusten
 
Valt, als ghy meynt te gaen door ’thouwelick tot rusten.
 
Want soot’ een Vader is moeyt, ja p’rijckel gewis
 
Zijn Soon te brengen op tot dat hy mann’lick is;
 
Zoo ist een Manbaer Soon perijckel ja noch meere
 
Eer dat hy krijght een Vrouw waer over hy is Heere
 
Wanneer ghy dan nu sijt door’t houwelick ghepaert
 
En uwen echt na recht kuysch en eerlick bewaert
 
Zoo laet uw’ Vrouwe ’thaer; wilt ghy het u betrachten
 
En voorts in al u doen den Zeghen Godts verwachten.
 
Weest Heer, en heerscht doch niet over uw Vrouwen vleesch,
 
Op dats’ uyt minne u diene, en niet door vrees.
 
Ghy die daer zijt gestelt Gods kerck doort woort te stichten
 
Ende met heylicheyt des levens voor te lichten,
 
Laet niet u Vrouw dijn Raet sijn in des Kercks secreet
 
Want een Vrouwe licht heelt tgheen dat sy niet en weet
 
En ghy die daer ’tsecreet vant Lant sult moeten draghen
 
Wilt oock over dat stuck dijn Huysvrouw gheen raet vraghen
 
Want het voeght de Weerdin, te gaen over den heert
 
Maer wat daer buyten is, dat past alleen den Weert.
 
En wat mach doch mijn Soon u Broeder soo langh dralen
 
Dien ick al over langh door den knecht dede halen.
 
I. Sone.
 
Misschien hy hier of daer erghens is uytghegaen
 
Soo dat hy uyt den knecht u wil noyt heeft verstaen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken