Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VIII De handschriften en boekuitgaven van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

A. Handschriften

1) Brussel, Egyptologische Stichting Koningin Elisabeth, 55.473.

Papier; 2+408 bladen; blad en bladspiegel resp. 275×200 mm en ca. 195×155 mm; 1 kolom; 28 à 30 regels per kolom. Moderne potloodfoliëring met Arabische cijfers. Eén hand (littera cursiva). Initialen, lombarden en titels niet ingevuld; wel éénmaal een representant (Boek I, capittel 1); geen rubricering.Ga naar eind64 Het manuscript is niet meer volledig: achterin zijn enkele bladen weg waarop driekwart van het 30e capittel alsook het 31e, 32e en 33e capittel van Boek VIII waren geschreven.Ga naar eind65

 

Incipit: [] It Naeruolghende zijn diuerssche voyagen, begonst ende anghenomen bij eeneghe edele mannen ende andere,

Explicit: Maer om dieswille dat hier van diuersschen plaetsen ende steden ghescreuen es jnde landen van barbarien gheleghen, ende nv vanden voorseyden lande scheeden zonder verder daer jn te reysene, zo sal hier ooc wat ghescreuen werden vander gheleghentheden ende situacie des selfs lands.

[pagina XLIX]
[p. XLIX]

Dit handschrift dateert van ca. 1500Ga naar eind66. De taal is eerder zuidelijk Oost-Vlaams dan West-Vlaams te noemen. Duidelijke kenmerken van het West-Vlaams ontbreken althans. Nergens treft men bv. de kenmerkend West-Vlaamse vorm -lede(n) aan, steeds -liede(n); daarentegen wél, op maar enkele uitzonderingen na, voortdurend de typisch zuidelijk Oost-Vlaamse vormen vrauwe, trauwe etc.Ga naar eind67

De afschrijvers zijn over het algemeen zeer nauwgezet te werk gegaan. Uit de lijst van emendaties achterin dit werk blijkt immers dat het aantal niet door de kopiisten zélf gecorrigeerde verschrijvingen in verhouding tot de grote omvang van de tekst betrekkelijk gering is: slechts zesenzestig. Eveneens zij in dit verband verwezen naar de voetnoten in de tekst bij Tvoyage II, 21 en 24: andermaal aanwijzingen voor de consciëntieusheid der afschrijvers.Ga naar eind68 In margine komt men zo nu en dan opmerkingen tegen, geschreven in een ander lettertype en met andere inkt; op één uitzondering na hebben ze het karakter van een korte inhoudsaanduiding van de ernaast staande passage.Ga naar eind69

 

2) Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, IV, 330.

Papier; 276 bladen; blad en bladspiegel resp. 287×210 mm en ca. 195×160 mm; 1 kolom; 30 regels per kolom. Foliëring met Romeinse cijfers door de kopiist zelf. Eén hand (gotische bastarda). De initialen ontbreken; wél zijn overal de representanten geplaatst; geen rubricering, titels of lombarden.Ga naar eind70

 

Incipit: dJt Naeruolghende zijn diueersche voyagen begonst Ende anghenomen bij eeneghe edele mannen ende andere

Explicit: Ende vertreckende van colen quamen tandwerpen, jnt jaer ons heeren als men screef duust vierhondert vijf ende tachtentich ende van daer thaerleder huuse daer zij eerstvut ghesceeden waeren.

 

Dit handschrift dateert van ca. 1535. Wat de taal betreft: zonder uitzondering treft men de het West-Vlaams typerende vorm -lede(n) voor -liede(n) aan.

Het handschrift is weliswaar volledig, maar overigens zéér onnauwkeurig: regelmatig zijn woorden weggelaten, soms zelfs hele of halve zinnen. Zeer vaak ook is een onderaan afgebroken woord op de volgende bladzijde niet afgemaakt.

 

Op het laatste blad, onder de laatste zin van het reisverhaal, staat in andere hand geschreven:

FINIS

coronat opus

kus die billen van Ayssopus

 

3) Namen, Bibliothèque Universitaire, R. Mn B46.

Papier; 456 bladen 295×205 mm; 1 kolom; 26 à 28 regels per kolom. Foliëring in Romeinse, later in Arabische cijfers, waarschijnlijk door andere hand. Eén hand (littera cursiva). Initialen, lombarden en titels ontbreken; geen rubricering.

[pagina L]
[p. L]

Incipit: [] it naeruolghende, zijn diuersche Voyagen, begonst ende anghenomen bij eeneghe edele mannen, Ende andere,

Explicit: Ende vertreckende van Cuelen, quamen Tandwerpe jnt jaer ons heeren Alsmen screef duust vierhondert vyf ende tachtentich, Ende van daer toot huerlieder huusen, van daer zy eerst vut ghescheeden waren.

 

De taal in dit manuscript mist enerzijds het West-Vlaams sjibbolet -lede(n), maar vertoont anderzijds wel van meet af aan (al in de eerste zin van Zeebouts voorwoord) West-Vlaamse vormen als gheleisen en tlandt.Ga naar eind71

Handschrift Namen, B.U., R. Mn B46 dateert van de 16e eeuw.Ga naar eind72 Nogal veel naamvalsuitgangen zijn niet meer aanwezig en evenmin met een abreviatuurteken aangeduid, hetgeen erop zou kunnen wijzen dat de tijd waarin het vervaardigd werd, ná die der beide andere handschriften ligt.

Overigens hebben de afschrijvers in het algemeen redelijk nauwkeurig gewerkt: er zijn niet veel dittografieën, en omissies zijn vaak aangevuld. Het achtste boek bevat in dit handschrift niet 33 maar 34 capittels omdat de kopiist het oorspronkelijke hoofdstuk 30 in tweeën heeft gesplitst.Ga naar eind73

 

Het is opmerkelijk dat in geen der drie handschriften de titels van de boeken en de hoofdstukken voorkomen, zulks in tegenstelling tot de hierna besproken boekuitgaven. De kopiisten van hs. Eg. St., 55.473 en van hs. Namen, B.U., R. Mn B46 hebben telkens plaats daarvoor opengehouden, maar die van hs. K.B. IV, 330 zelfs niet, misschien (zoals Deschamps o.c. veronderstelt) omdat in de legger de titels niet waren ingevuld.

Merkwaardig is in dit verband de aanhef van Boek VII: men krijgt de indruk dat daar, althans gedeeltelijk, de titel in het verhaal is ingeslopen en dat de kopiist zich daar vergist heeft. Ook in de twee latere handschriften is dat insluipsel te constateren. Het blijft echter onzeker of de kopiist van hs. Eg. St., 55.473 als eerste deze vergissing heeft begaan, of dat ook voorgaande modellen deze merkwaardigheid al vertoonden. Meer nog: het is niet uitgesloten dat die formulering teruggaat op de schrijver Ambrosius Zeebout zelf, want ook de boekuitgave biedt dezelfde aanhef van Boek VII. Hier doet zich dus dezelfde omstandigheid voor als die welke hierboven is opgemerkt naar aanleiding van Zeebouts incorrecte bronaanduidingen.Ga naar eind74

B. Boekuitgaven

1) Uitgave 1557 te Gent, bij Hendrik van den Keere, onder de titel: Tvoyage van Mher Joos van Ghistele, oft anders, Texcellent, groot, zeldsaem ende vremd voyage, ghedaen by wylent Edelen ende weerden Heere, Mher Joos van Ghistele. In zynen levene Riddere, Heere van Axele, van Maelstede ende van den Moere, etc. Tanderen tyden vier-mael Voor-Schepene van Ghendt. Tracterende van veelderande wonderlicke ende vremde dijnghen, gheobserveerd over d'Zee, in den landen van Sclavonien, Griecken, Turckien, Candien, Rhodes ende Cypers. Voords ooc in den lande van Beloften, Assirien, Arabien, Egypten, Ethyopien, Barbarien, Indien, Perssen, Meden, Caldeen ende Tartarien: met der gheleghenthede der zelver

[pagina LI]
[p. LI]

landen ende meer ander plaetsen, Insulen ende Steden, van Europen, Asien ende Affryken, zo in de Prologhe breeder blijckt.

Exemplaren: Brussel, K.B., VH 14.478; Brussel, K.B., II 25.994 B; Gent, U.B., 1336; Gent, U.B., 1337 (1 blad ontbreekt); Kortrijk, Stadsbibliotheek; Amsterdam, U.B.; Den Haag, K.B., 443 C 5.Ga naar eind75

In kwarto; 348 genummerde bladzijden; Gotisch lettertype; korte inhoudsaanduidingen in margine. Het eigenlijke verhaal wordt voorafgegaan door: a) De titel in quinto-formaat, almede (in houtgravure) de wapenkwartieren van Philip van Liedekercke, echtgenoot van Maria van Ghistele, de kleindochter van Mher JoosGa naar eind76; b) Een opdracht van de drukker aan Philip van Liedekercke, gevolgd door het drukkersembleem van Hendrik van den Keere; c) Een voorwoord van Hendrik van den Keere aan de lezer; d) Een lijst van geraadpleegde auteurs; e) Een voorwoord van Ambrosius Zeebout waarin de aanleiding tot de reis uit de doeken wordt gedaan en waarin hij de indeling van het werk in acht boeken presenteert; f) Een beknopte bladwijzer voor die acht boeken.

Op blz. 346 is het wapen van Mher Joos van Ghistele afgedrukt, omlijst met de 16 kwartieren van deze familie; op blz. 347-348 staat een lofdicht op Mher Joos van Ghistele, geschreven door Hendrik van den Keeres zoon Hendrik en bestaande uit 12 kwatrijnen.

 

2) Uitgave 1563 te Gent, bij Hendrik van den Keere, onder dezelfde titel als die van de uitgave 1557, zij het met een kleine wijziging en aanvulling.Ga naar eind77

Exemplaren: Gent, U.B., 140 (1 blad ontbreekt); Gent, U.B., 141.

Deze uitgave is dezelfde als die van 1557, maar de pagina's met de voorwoorden en opdrachten (in de eerste druk 6 in getal, nu 12), alsmede de bladzijden 1-4 en 13-16 zijn opnieuw gezet. Toegevoegd werden een overzicht der capittels (compleet met titels en pagina-aanduidingen) en een zaakregister. Ook zijn de data in de opdrachten en voorwoorden veranderd.

 

3) Uitgave 1572 te Gent, bij de weduwe van Gheeraert van Salenson; gedrukt te Antwerpen bij Aegidius vanden Rade. Afgezien van enige spellingwijzigingen is de titel gelijkluidend aan die van de uitgave 1563.

Exemplaren: Brussel, K.B., II 44.426 A; Gent, U.B., 139; Gent, U.B., 1338; Leiden, U.B.; Den Haag, K.B., 1701 E 3. Deze druk heeft, naast de 24 inleidende bladzijden, geen 348, maar 383 pagina's, dit mede als gevolg van een foutieve nummering der bladzijden vanaf pagina 291.Ga naar eind78

Deze uitgave besluit op blz. 383 met: Hier eynt dat achtste boeck van den Voyage van Mer Joos van Ghistele. Het wapen en de kwartieren van de Van Ghisteles en het gedicht zijn dus weggelaten.

 

Deze drie uitgaven zijn, wat de tekst van het reisverhaal betreft, identiek. De taal vertoont dezelfde kenmerken als die in hs. Eg. St., 55.473. Ten opzichte van de handschriften blijken syntaxis en spelling door de drukker Hendrik van den Keere echter aanzienlijk gewijzigd c.q. genormaliseerd te zijn; met name de proloog heeft hij ingrijpend bewerkt. Een paar maal is Van den Keere zelfs nog verder ge-

[pagina LII]
[p. LII]

gaan: éénmaal heeft hij de tekst inhoudelijk gewijzigd door een mededeling te veranderen (zie aant. II, 16) en éénmaal heeft hij informatie aan de tekst toegevoegd (zie aant. II, 37). Er zijn nog enkele ingrepen van minder belang; als daartoe aanleiding was, zijn die eveneens in de aantekeningen vermeld.Ga naar eind79

eind64
Deze beschrijving en de hierna volgende datering van hs. Eg. St., 55.473 zijn grotendeels ontleend aan J. Deschamps, Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken, nr. 101.
eind65
Volgens de Brusselse antikwaar De Meuleneere, die dit manuscript in 1914 verkocht aan de Egyptologische Stichting Koningin Elisabeth, zou het oorspronkelijk van het kapucijnenklooster in Gent afkomstig zijn (B. van der Walle, o.c., p. 248-249).
eind66
Het papier van hs. Eg. St., 55.473 werd, blijkens het watermerk, vervaardigd tussen 1482 en 1498 (B. van der Walle, o.c., p. 250).
eind67
Zie A. van Loey, Middelnederlandse spraakkunst II, par. 53, 95 en 122.
eind68
Wat in aantekening 132 bij boek III is opgemerkt hoeft met deze constatering niet in strijd te zijn, want de versie van het hs. is aldaar niet onzinnig.
eind69
Het zijn de volgende vijf notities: Hierusalem (f.80r), pensez-y (in de bovenmarge van f.116r), caneelboom (f.249v), Waer die oeyuaers swynterdaechs blyuen (f.251r), Coton (f.309r).
eind70
Deze beschrijving en de hierna volgende datering van hs. K.B., IV, 330 zijn gedeeltelijk ontleend aan H. Liebaers (ed.), Vijftien jaar aanwinsten sedert de eerste steenlegging tot de plechtige inwijding van de Bibliotheek, nr. 119.
eind71
Zie A. van Loey, o.c., par. 49, opm.2, en par. 114e, opm.
eind72
Zie P. Faider e.a., Catalogue des manuscrits conservés à Namur, p. 549.
eind73
Het mag daarbij een merkwaardig toeval heten dat de kopiist dit ‘extra’ hoofdstuk begonnen is met de laatste zin van het onvolledige hs. Eg. St., 55.473!
eind74
Zie blz. XLII en n.49.

eind75
Dit exemplaar is door mij geraadpleegd ter vergelijking met de manuscripten.
eind76
Haar exemplaar van het reisverhaal van Joos van Ghistele heeft Hendrik van den Keere gebruikt bij bet verzorgen van de boekuitgave.
eind77
In plaats van ‘oft anders’ staat er nu: ‘twelcke magh anders ghenaemt zyn’. De aanvulling op de titel is: ‘Met twee oorboorlicke Tafelen van nieuws daer toe ghedaen’.
eind78
Op pagina 291 volgt pagina 296.
eind79
De ruim 1500 inhoudsaanduidingen die Hendrik van den Keere in margine heeft aangebracht, blijven als niet behorend tot de eigenlijke tekst buiten beschouwing. Slechts één daarvan verdient enige aandacht omdat ze een toenmaals (1557) actuele bibliografische notitie behelst. Naast de passage over de mohammedaanse huwelijksrituelen (Tvoyage I, 4) heeft hij genoteerd: ‘Ceremonien des huwelicks hier achter ghelaten, die beschryft Jean Leon in zijn Descriptie van Afriken int 10 bouck Cap. XV’. Bedoeld is Jean-Léon de Medici (Hassan ibn Mohammed al-Wazzân), meer bekend onder de naam Leo Africanus. Van diens beschrijving van Afrika, oorspronkelijk in het Arabisch geschreven, was in 1550 een Italiaanse, in 1556 een Latijnse, en kort daarna een Franse editie verschenen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië