Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(III, 7)

[A]lsmen den souldaen eerst beghint te siene, zo moetmen drie oft vier waerven bijder eerden vallen ende die cussen, altijts nakende toot men voor hem comt, dan seitmen overluut tghuent datmen begheert toot eenen vanden dieneers vanden souldaen, diet den voorseyden souldaen voort zeecht. Ende alsmen vanden souldaen scheeden zal, dan moetmen gaen achterwaert al deynsende alzo langhe als

[pagina 176]
[p. 176]

men den souldaen sien mach, want men mach hem den rugghe niet tooghen. Van al desen gheinformeert zijnde, zo worden zij gheleedt ten palaeyse, dat boven maten schoone ende costelic es, wel also groot als de stede van Denremonde, ligghende up eene maniere van eenen beerghe, an deen zijde vander voorseyder steden. (165v) Ten palaise commen zijnde, zo worden zij gheleedt duer neghen of tien schoone plaetsen, poorten ende salen, ende quamen zo jeghens een uutnemende scoon zomer huus, al ghewracht met costelicken steenen, ghesneden, verschilt met gaude, aisuere ende met aldertiere andere costelicke vaerwen. Van desen zelven huuse mach men vanden tween zijden uut sien duer schoone, costelicke, vertraille veinsteren, schoone vergult, in diverssche lustelicke hoven, prieelen ende bomgaerden, verchiert van aldertieren wel rieckende cruuden ende vruchtboomen. Daer in zijn ooc zeere vele fonteynen, niet bij natueren, maer bij consten daer ghemaect commende, metten welken men arouseert alle de voorseyde lochtinghen ende bomgaerden, ende hendelinghe worden zo int voorseyde huus gheleedt, twelke zij vonden tcostelicste dijnc, datmen ter weerelt dijncken mach, binnen alle de mueren beleyt ende insghelijcx tpavement met diversschen ghepolisierden steenen van allen soorten, als marberen wit, zwart ende root, serpentin steenen, profierianen, corniolen ende andere costelicke steenen van diversschen colueren, ende ooc zo costelic verschilt van alderande vaerwen, met cnopen, wronghen, compassen ende met Arabiske letteren, met weerke van mosaykerien ende andere, dat niet claerlic te segghen en waere, ende in midden van desen zelven huuse, zo es eenen viercantten put onttrent kniemaels diepe ende drie oft vier scerden wijt, daermen altijts coel ende versch water inne houdt met visschelkins (166r) daer inne zwemmende, omme dat de souldaen daer in zijne handen ende voeten zoude moghen vercoelen alst hem ghelieft. Ende den vloer van desen huuse was ooc beleit met zeer costelicken tapijten, daer up laghen vele cussenen, sommeghe ghedect met lijnwade, andere met zijden ende fluweele, ende eeneghe met gulden lakene, ende oec andere met ledere van India, dat van schoonder verwen es ende van zonderlingher goeder rueken. Te deser voorseyder plecken was de souldaen ende sadt up een cussen, ghevaudens beens ghelijc de cleermakers zitten, spelende tscaec jeghens eenen van zijnen heeren. Ende als de voorseyde den souldaen begonden te siene, zo daelden zij ter eerden, die cussende, ende alzo nakende deden tselve toot vier reisen toe, zo de trusseman hemlieden gheseyt ende ghewesen hadde, ende als zij voor hem quamen, seiden over luut hare begheerte. Naer dat zijse gheseit hadden, zo verhaeldese de voorseyde groote trusseman die hemlieden daer ghebracht hadde, naer de maniere des lands, ende interpreteerdese den souldaen. Ende was in effecte, dat zij den souldaen zijnder hoocheit ende moghentheit baden hemlieden te willen consenteren zijne letteren ende brieven van saulfconduyte omme zijne landen duere vredelic te moghen wandelene, welverstaende dat zij in gheene plecken begheerden te commene die den kerstenen generalic verboden waren, als ter stadt van Lamecha, daermen tlichaem van Machomet versouct, vanden tempel van Salomon ende generalic van allen den moskeaen ende oratorien. (166v) Ooc seiden dat zij bereet waren te betalene zulke tollen alsmen naer de ordonnancie vanden lande tallen passaigen sculdich es te ghevene, begheerende alleenlic duer zijne landen te moghen paysivelic wandelen, omme die te siene ende

[pagina 177]
[p. 177]

visenteerne zonder meer. Ende naer dat de voorseyde trusseman gheseit hadde, presenteerden zij den souldaen zeker juweelkins, die zij te diere causen te Venegen hadden ghedaen maken, hem biddende die in dancke te willen nemene. De souldaen, der voorseyder beden ende versouc ghehoort en verstaen hebbende, consenteerde hemlieden die ter stont. Ende beval ooc datmen hemlieden gheven zoude een ampulle van zijnder balseme ende ander propere ghiften. Item de souldaen dede ooc vraghen ter zelver tijt naer de condicien ende staetten van desen landen, ende zonderlinghe naer den persoon van onsen prince overleden, hertoghe Kaerle zalegher ghedachten. Van welken vraghen hem gheandwoordt wart int corte, zo daer toe diende ter eeren vanden kerstenen gheloove, vanden voorseyden onsen prince ende onsen landen, ende mettien schieden zij vanden souldaen al deynsende zo hemlieden te vooren onderwijst ende gheseit was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië