Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(III, 25)

[N]aer dat zij noch vander voorseyder plecken wat voort ghereden hadden omtrent vijf oft zes mijlen, nakende der voorseyder riviere van Nilus, zo quamen zij teender maertsen daer vele schoonder doorpen rontomme laghen. Die leden, quamen onvoorsien daer wonderlicken vele zants lach,Ga naar eind119 daer zij vonden eene plecke onttrent also groot (199r) als Hulst, rontomme berijnct met eenen dijcke als eene drooghe veste, binnen der welker zijnde, en saghen daer niet dan figueren van diversschen beesten, groot buuten maten, van harden steenen ghehauden, alle diversch van fautsoene, als leeuwen, olifanten ende andere dieren, hier ende daer ghestroeit ligghende ghebroken, zom bedect vanden sande som niet. Ende inden rechten midden van deser plecken zo staen als noch twee muren over hende, open ligghende, recht oft een cappelle ghezijn hadde van ouden tijden, daer inde steenen ghehouden zijn zo wonderlicke personnaigen ende ghescriften, datse niement versinnen en can noch ghelesen, ghenouch ghelijc van fautsoene zo in deerste piramides zijn, ende recht voor de twee mueren ligghen twee figueren van ruesen uut herden steenen ghehauden van wonderlicker grootten, maer int alder dicste over de schauderen zijn zij in twee ghebroken. In dese voorseyde plecke hebben voortijts vele edeficien ghestaen, zoomen dat noch wel sien mach, maer nu ter tijt zijn alle te nieuten ende vervallen; recht achter de voornoemde mueren zo staet een maniere van eenen putte, maer es zonder water, daer vele scats ende tresoers inne verborghen leyt zomen seit, naer den welken men dicwilt ghepoocht heeft, maer mids dat zij alle qualic varen dies hem bestaen, zo en darffer niement meer

[pagina 205]
[p. 205]

naer soucken. De kerstenen van daer onttrent zegghen dat in tijden voorleden te diere plecken plach te zijne de principale stede (199v) van ydolatrien, ende dat ten tijden, doen Maria met Jhesum ende Joseph in Egipten quam ghevloden, daer voor bij lijdende, alle de ydolen die daer stonden ter neder vielen ende ontween braken, also datte bijden prophete Jeremias ende bij eenen wijzen man, Hermes gheheeten, hadde langhe voorseit gheweest.Ga naar eind120 Item van desen vorseyden plecken onttrent eene dachvaert ten deserte ende ten zande waert in, zo plach in tijden voorleden eene groote vermaerde stede te stane, ghenaemt Thebes, ghesticht van eenen coninc van Egipten, ghenaemt Busiris - andere zegghen dat zij ghesticht was bij Cadamus, zone van Agenor - de welke hadde hondert poorten, boven verchiert van costelicken tempelen, palaysen ende huusen, viere oft vive staigen hooghe zijnde, deen boven den anderen. Ooc zo Plinius seit inden xxxvien bouc De Naturali Historia, ende Ysidorus Siclus, Omerus ende Juvenalis, zo stont dese stede al up vaulten ende pilaren, zo dat de coninghen van Egipten die daer plaghen te woonene, wel een groot heer van volke van wapenen onder de eerde ende onder de huusen uuter stede leedden, zonder inde stede yet daer of te wetene. Ende naer dese stede zo placht alle dlant, van daer voort naer Ethiopen streckende, te heetene Regio Tebayde oft Tebaica, ende daer plach zo groote menichte van volke te zijne, dat zij wel leverden twintich duust waghens, ghegarniert met volcke ter oorloghen dienende, naer dat doen in dien landen costume was.Ga naar eind121 Maer nu ter tijt zo es zu zo te nieuten ende vervallen, datmer gheen bescheet meer af en can ghesien; eeneghe zegghen dat dat de plaetse es (200r) daer Sente Baerbele gheboren ende onthooft was van haren vadere, maer watter af es dat weet God. Te deser voorseyder plecken zo was gheboren Sente Mauricius met den meesten deele van zijnen volcke ende legioene.Ga naar eind122 Item men bevindt wel, dat vele steden gheweest hebben in diverssche landen, alle Thebes ghenaemt, want zonder Thebes daer nu af gheseit es, zo staet noch een Thebes in Griecken, twelke ooc een vermaerde stede plach te zijne, also daer af scrijft Justinianus Abbreviator Trogi Pompey.Ga naar eind123 Oec in Selicien stont een ander Thebes, daer Ovidius mencioen af maect inden eersten bouc van Tristium, ende noch een vierde Thebes leyt in Ytalien bij Tuscanen ende Calabren, also daer af spreect Plinius ten vierden boucke Naturalis Historie.Ga naar eind124 Dus noch voort reysende, zo quamen zij up een water dwelc ghenaemt es de riviere van Joseph,Ga naar eind125 maer nochtans al seitment zo, ten es gheene riviere, anders dan eene grave die comt uuter riviere van Nilus, hier voortijts artificialicken ghemaect, loopende onttrent drie dachvaerden ten lande waert up ende zo omme draeyende toot voor bij der steden van Thebes daer nu vooren af gheseit es. Dese voornoemde grave oft vaert wart daer ghenaemt de riviere van Joseph, ter causen dat hij daer up dede maken de graniers daer hij tcooren vergaderde zeven jaer lanc eer den dieren tijt quam in Egipten, zo daer af ghescreven staet int bouc van Genesis int xlie capitele. Over dese grave (200v) plaghen te ligghene te diversschen plecken vele schoone, costelicke, steenen brugghen, daermen over ghijnc ende reet, maer nu ter tijt zijn zij al vervallen ende te nieuten ende de voorseyde grave zo vervult vanden sande, datmer tallen plecken drooghe over gaet, emmers als de riviere van Nilus in haer wasschen niet en es.

eind119
Deze plotseling zandige plaats nabij de Nijl bevat een der restanten van Memphis, nl. het Serapium. In de volgende passage worden de ruïnes daarvan beschreven.
eind120
Een misleidende formulering: noch bij Jeremias (43:8-13 en 46) noch bij Hermes Trismegistes is de vlucht van de H. Familie naar Egypte een onderdeel der voorspellingen. Zij spreken enkel over de komende ondergang van Egypte en zijn polytheïsme. Of Zeebout werkelijk Hermes geraadpleegd heeft, is bovendien erg onzeker: van diens Asklepios, waarin deze profetie staat, was weliswaar een Latijnse vertaling voorhanden, maar Zeebout kan de verwijzing naar Hermes evenzeer hebben overgenomen uit Augustinus, Civ. Dei, VIII, 23-26.
eind121
M.u.v. de zinsnede tussen de liggende strepen, die gebaseerd is op Isidorus, I, 3, 6 en XV, 1, 35, is deze hele passage over Thebe gewoon overgeschreven uit Tortelli, Commentaria de Orthographia, s.v. Thebe: identieke volgorde der mededelingen en identieke verwijzingen naar Homerus, Juvenalis en Plinius.
eind122
Leg. Aurea, cap. 139.
eind123
Thebe in Boeotië komt bij Justinus enige malen ter sprake, bv. in diens zesde boek, cap. 8. De eerste zin daarvan heeft Zeebout hier kennelijk voor ogen gestaan.
eind124
Opnieuw ontleend aan Tortelli, Commentaria de Orthographia, s.v. Thebe, inclusief de verwijzingen naar Ovidius en Plinius. Maar Zeebout heeft slordig gelezen: Tortelli sprak over een Thebe op Sicilië, niet in Selicië, en over een Thebe tussen Campania en Calabria, niet bij Toscana en Calabria.
eind125
Bahr Yûsef, een irrigatie - en afvloeiingskanaal langs de westelijke Nijloever.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië