Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(VI, 4) [Het traject Beiroet-Damascus]

[D]ese voorscrevene plaetsen latende, ende voort ghereden hebbende eenen corten wech omtrent twee mijlen, zo comtmen teender plecken, ghenaemt Anefin oft Nefin,Ga naar eind27 daer in tijden voorleden ghestaen heeft een schoon steerc casteel, zomen dat noch wel sien mach, dwelc al meest omrijnct es, dadt niet vele en schildt, vander zee, maer nu ter tijt zo eist al te nieuten toot eenen doorpkin, int welke anders niet en woonen dan maroniten, gheseten onder den heere van Antiochen. Daer voor bij lijdende altijts ghenouch ghelijcken wech, zo comt men teender plecken, gheheeten Botron,Ga naar eind28 dat in ouden tijden eene schoone stede plocht te wesene, nu al te nieuten ooc toot eenen cleenen doorpkin, ligghende in schoone maertse, meest al planure, overvloeyender van allen saken, als van wijngaerden, goeder olijfboomen ende zeer vele goeder zee visschen (281v) diemen daer onttrent vanct. Van danen altijts voort rijdende eenen ghenouchelicken wech, lijdende vele doorpen ende oude vervallen edeficien, quamen teenen casteele, ghenaemt Rocassem, ter luchter hand up tghebeerchte gheleghen, dat voortijts een graefscip plocht te wesene, zoe als Jafphen ende Tripoli waren.Ga naar eind29 Daer voor bij gheleden zijnde, zo comtmen toot eender plecken daer noch een doorpkin staet, ghenaemt Sybelet,Ga naar eind30 alwaer noch ter tijt eene schoone oude keercke staet vander welker de heydenen ghemaect hebben eene moskea. Dese zelve plecke plocht in tijden voorleden te heetene

[pagina 289]
[p. 289]

Biblium, van daer al thout ende steenen ghebrocht worden te Jherusalem, die anden tempel van Salemon ghebesicht waren, alsomen dat ghenouch bevindt ten derden boucke der Coninghen ende ooc ten tweesten boucke van Paralipomenon. Dese voorseyde plaetse plocht ooc een bisscopdom te zijne onder Antiochen ende leit omtrent zes milen van Baruten. Item voor bij gheleden zijnde de zelve plecke, zo comtmen toot eenen rivierkine dat daer comt ghevallen inde Zee Mediterraneum, dwelc daer ghenaemt es Naracellebe,Ga naar eind31 dat es te zegghene de riviere vanden hond, want daer in tijden voorleden ghestaen heeft eenen hond, ghemaect van steene bij consten van negromancien, die altoos bies zo wanneer daer eeneghe vianden te lande quamen oft alsser eeneghe scepen voor bij leden, maer nu ter tijt (282r) zo en sietmer gheen bescheet, tes al vergaen, anders dan mer noch lettren vindt ghehauden inde steenen, ter plecken daer den hont plach te stane, die niement ghelesen en can. Overleden zijnde alle dese voorseyde plaetsen, zo comt men ter rivieren daer den drake woonde, die Sent Jooris ter doot brachte, over de welke men rijdt met eender langher steenender brugghen ghelijc vooren daer af ghesproken es,Ga naar eind32 ende die leden, ter stont esmen te Baruten, daer zij ghinghen logieren ten huuse van eenen Veneetsiaen, ghenaemt Messire Alowijso Dolfini, van Venegien gheboren, anden welken zij alle groote kennesse hadden. Dus daer zijnde, zo ghebuerde binnen der zelver nacht, dat omtrent vijftich bouven, wel ghewapent met boghen ende met zweerden, zom Arabianen, zom Turckemannen, ende eeneghe baudewijnen, quamen ende sloughen uppe met fortsen thuus van eenen anderen coopman, ooc van Venegien gheboren, ghenaemt Messire Ludovico Justiniaen, den welken zij zeere hardelic quetsten, ende roefdent al dat hij binnen zijnen huuse hadde. Dat alzo ghedaen hebbende, quamen ooc ten huuse daer de voorseyde ghelogiert waren omme van ghelijcken te doene, maer mids den rumoere waren alle voorsien ende up haer verweeren gheclommen boven up thiraes vanden huuse, van danen zij woorpen met steenen ende schoten met ghescutten zo zwaerlic, dat de zelve bouven den huuse niet en dorsten ghenaken, ende dit spel duerde al dien nacht toot (282v) inde dagheraet. Mids welken de voorseyde van Baruten niet en dorsten trecken voor der tijt dat zij wisten waer de Arabianen ende andere ghevaren waren. Dat wetende, maecten hare ghereetscepe ende vertrocken naer de stede van Damasco, eerst rijdende over een cleen ghebeerchte toot eender scoonder valleye, zeere uutnemende van allen vruchten, granen ende ghersinghen ten beesten behouf, daer de beste ende ghesontste lucht es diemen ter weerelt vinden mach, zo dat de cooplieden van dien lande als zij ziec zijn hemlieden daer doen voeren omme te bet te moghen ghenesene. Ende alsmen bicans over de zelve gheleden es, zo comtmen an eene riviere,Ga naar eind33 zeere vander grootten dat de Dendere te Denremonde mach wesen, ende es de zelve die int marasch bij Baruten inde zee valt, daer de drake in plach te luusschene, die Sent Jooris vernielde, daer vooren af gheseit es.

eind27
Enfeh.
eind28
Batrun.
eind29
Een mededeling van onduidelijke herkomst; in de opsomming van de kruisvaardersburchten en -graafschappen bij Jacob van Vitry, p. 1072 e.v. vindt men noch deze burcht, noch dit graafschap vermeld.
eind30
Gibelet, het huidige Jubail.
eind31
Nahr el Kalb.
eind32
Zie Tvoyage II, 8.
eind33
Zie aant. II, 89.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië