Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(VI, 11)

(295r) [S]ardenay es een schoon, rijc ende vermaert doorp, dmeeste van allen die daer yewers omtrent staen; daer en woonen anders gheene lieden dan kerstenen, want zomen seit gheene jooden noch heydenen en zouder moghen ghedueren, zij en zouden van Gode gheplaecht werden eer tjaer omme quame, dwelc dicwilt bevonden heeft gheweest, zo dadt daer noch ter tijt zondere es. Dit zelve doorp leit ter luchter hand zomen van Damasco daerwaert rijdt, anden voet van eenen ghebeerchte, ghenaemt tgheberchte van Sardenay, ende bijcans rechts in midden des voorseyts doorps es eene hooghe ronde steenrootse, zeer steil, zo datmer met trappen hier ende daer upclemmen moet, up dupperste van welkere staet een schoon clooster, ghesticht ter weerdicheit vander reynder Maghet Maria. In twelc altijts ghewoont hebben Griecsche nonnen, ende noch doen, zo dat daer noch waren veertich religieusen ten tijden doen de voorseyde die plecke visiteerden, levende in grooter abstinencien ende aermoeden, want al haer incommende renten ende possessien die zij plaghen thebbene, zijn hem ghenomen van diversschen heydenschen heeren, in zulcker wijs dat zij nu moeten leven up haren aerbeit, ende up (295v) de aelmoessenen vanden volcke vanden voorseyden doorpe, ende dat eeneghe zouden moghen peinsen dat zij groote offeranden ontfijnghen vanden pilgherems, inder waerheit en es niet, want de oudste religieuse zeide, datse daer noynt Nederlanders ghesien en hadde dan hemlieden. Dit clooster heeft voortijts eene zeer vermaerde plecke ghezijn, onder hem hebbende twee ende vijftich andere schoone vermaerde cloosters, daer omtrent gheleghen, maer zijn meest alle te nieuten, onbewoont ende vervallen; heeft ooc tselve tanderen tijden zeer steerc gheweest, casteelwijs ghemaect, met goeden mueren,Ga naar eind64 houdelic jeghens loop van bouven. De keercke es zeer schoone ende groot, ende es de prochikeercke des

[pagina 302]
[p. 302]


illustratie
Sêdnâyâ; ‘...bijcans rechts in midden des voorseyts doorps es eene hooghe ronde steenrootse (...) up dupperste van welkere staet een schoon clooster, ghesticht ter weerdicheit vander reynder Maghet Maria.’ (p. 301)


doorps, boven sceerp ghelijcmen de daken maect in desen landen, dwelc vremde es om sien, vooren met eenen schoonen portale, rustende up vier pilaren ghelijc eenen zomer huuse. Es de zelve keercke binnen ooc groot ende schoone, hebbende om tonderhauden vanden verwelve ende zwaren ghewichte twintich colommen; vooren inden buec zijn vier langhe ganghen, zonder den principalen die inden midden comt; ten hende staet den choor, ende over elke zijde es eene cisteerne daer eeuwelic water in es, goet ghedroncken jeghens de cortsen zo de religieusen zegghen. Item in dese zelve keercke achter den choor staet een cappellekin, half ront wesende, int welke men commen mach van tween zijden van uut den choore, ende dat hanct altijts vul lampten, bernende nacht ende dach. In midden zo staet een maniere van (296r) eenen wijnwater steene van witten marberen, daer inne dat ooc altoos eene groote bernende lampte es, ende recht daer vooren zo staet een viercandt masier gat inden muer ghemetst, vooren met eender yserin trailge, sluutende met tween bladeren van metale verguldt. De boorden vander veinsteren ende masiere zijn zeer zuverlic ghewracht ende ghesneden van moeder van peerlen, van jaspis, van serpentin steenen ende meer andere, in twelcke veinsterkin ofte masiergat zo es een vanden vier beelden van Maria, dat de heleghe evangeliste Sente Luuc ghemaect heeft naer der ghelijcke van Marien, twelc ghescildt es in een berdekin omtrent twee spannen lanc ende onderhalve breet, ende leit lancx ghestrect metter ghescilderder zijden nederwaert up een vaetkin van witten marber steene, want in tijden voorleden zo plocht uut desen beelde olye te druppene, diemen ontfijnc int zelve marberen vaetkin, die medecine ende boete was jeghens alle manieren van siecten ende van yechticheden, maer nu ter tijt zo en drupter niet meer
[pagina 303]
[p. 303]

olye uute ende es al vergaen. Nochtans heeft de abdesse langhe instrumenten van zelverin draden, die zoe steect int voorseyde marberen vaetkin, daer mede zij den pilgherems een cruuce voor thooft maect. Anders gheen bescheet zo en esser als nu, maer zonder twijffel het es een zoete ende devote peregrinaige. Item dese plecke van Sardenay heeft in tijden voorleden ghenaemt gheweest Mons Seyr,Ga naar eind65 een plecke zeere vermaent inde Heleghe Scriftuere. (296v) Ende vander olyen, zo seitmen datmer hier voortijts af plocht te ghevene alle den pilgherems die daer quamen, met ander olye gheminght, ende dat die zelve olye plocht ten hende vanden jare te veranderne in melcke, ende daer naer in bloede,Ga naar eind66 maer wat daer af waer es, zalmen Gode bevelen.

eind64
Eventueel ontleend aan Ludolf van Suchem, cap. 44.
eind65
Dezelfde identificatie bij Ludolf van Suchem, cap. 44.
eind66
Eveneens ontleend aan Ludolf van Suchem, cap. 44.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië