Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(VII, 20) [Van Tâbriz via Hama en Aleppo terug naar Tripoli; beschrijving van Syrië]

[N]aer dat de voorseyde zo te rade worden niet verder upwaert te reysene, ghevonden hebbende eene carevane die nederwaert wesen wilde, baden den cooplieden daer mede zij commen waren, dat zij hemlieden beweghen wilden an eeneghe andere ghetrauwe cooplieden, metten welcken zij versekert zouden moghen nederwaert reisen, dwelc de zelve zeer ghetrauwelic deden. Ende alzo aest als de eerste carevane vertrac, zo quamen zij voyagiers mede nederwaert, al ghenouch den zelven wech die zij commen waeren, te wetene toot Albier toe ende zo te Alapen, daer zij zeere blidelic (344r) ontfanghen worden vanden cooplieden, latende daer haerlieder trousseman die in Perssen met hemlieden gheweest hadde. Dus metten cortsten van Alapen scheedende ende voort reisende, zo quamen zij te Aman daer zij ooc vooren gheweest hadden, maer lieten daer den wech ter slincker hand ligghen die zij te vooren ghecommen waren,Ga naar eind118 ende reden den wech ter rechter hand

[pagina 349]
[p. 349]

naer Tripolij, dat de derde stad es in weerdicheden van alden lande van Surien ghelijc Ypre in Vlaendren, omme daer eenich passaige te vindene daer zij mede zouden moghen commen naer Turckyen, zo naer Constantinopolen, in 't Arsipelego, naer Lamorea, Albanien, Slavonien,Ga naar eind119 ende zo voort naer Venegien. Vertreckende van Aman, zo comt men recht buuten der stede ande veste daer de heydenen haer sepultuere hebben zo vooren ghescreven es,Ga naar eind120 ende van daer voort rijdende eenen verren wech alduer de planure, vele schoonder duerpen ziende tallen zijden, zo comt men an een ront beerghelkin, ghenouch ghelijckende Sente Amants beerch bij Ghend, daer anden voet vanden zelven leyt een schoon duerp daer niet dan kerstenen in en woonen, ghenaemt Fyon;Ga naar eind121 insghelijcx es tbeerghelkin ooc zo ghenaemt. Ende wat ter luchter hand zo leyt noch een ander schoon doorp wel alzo groot als Axele, met schoonen edificien, ter welcker plecken ooc niet en woonen dan kerstenen van dien lande, ende es ghenaemt Caffarban.Ga naar eind122 Dit al leden, zo comt men in eene groote planure daermen te gheenen cante thende af ghesien en can, vul van alderande besaeitheden, ende zeer vele couthoens, met velen (344v) scoonder weeden om beesten, duer raeyt met vele loopenden beken die de voorseyde valleye arouseren ende vruchtbarich maken. Ooc zo vindtmen daer onttrent bij saisoene vanden jare alte wonderlicken vele quackelen, zo datter de beeste wachters vanghen vijftich oft tsestich up eenen dach, ende datte met sporwaers, twelc zeer wonderlicken toegaet, want als zij vlieghen willen, zo houden zij den sporwaer metten clauwen ende metten vloghelen inde hand up haerlieder palme ligghende ende werpenen dan zo naer de quackelen ende also vanghen zij die daer. Voort ooc daer omtrent zo sietmen eene andere maniere van voghelen, wat minder dan gansen ende meerder dan hentvoghelen, root van coluere, met witten hoofden, haerlieder vloghelen zijn half wit half zwart, zeer vremde van ansiene ende goet om heten.Ga naar eind123 Item noch voort reysende in dese voorseyde valleye eenen verren wech, latende vele schoonder doorpen over alle zijden, zo comt men onder een ghebeerchte daer wel twintich oft dertich watermuelenen staen, die alle gaen metter menichten vanden fonteynen ende beken die daer uut commen gheloopen. Welcke wateren zijn ghemaect up hooghe muren loopende, onder met boghen verwelft oft brugghen waren, ende dat omme den val vanden watre thebbene up de wielen. Daer leden, zo comt men an een schoon duerp, ghenaemt Marjamijn,Ga naar eind124 naer tghebeerchte dat daer bij leyt; ooc zo staet daer een chaen omme logieren van ghelijcken name. Ende van danen voort rijdende, zo beghintmen te clemmen ten ghebeerchte waert up, ende zo wat ghereden hebbende, vindtmen een proper doorpkin ter (345r) rechter hand, rontomme in schoone wijngarden gheleghen, ghenaemt Allegrec,Ga naar eind125 toebehoorende den myerkebier vanden souldaen, daer alte quaet volc woont. Dit voorseyde ghebeerchte es wel also hooghe als Sente Bernaerds beerch, met alten quaden passaigen,Ga naar eind126 want selden lijdtmer men vindtter ende heefter sneede, reghen oft wint, ende es wonderlic boschachtich, principalic van boomen die galnoten draghen,Ga naar eind127 ende ooc andere, vul van wilden zwijnen ende vanden veerckenen die de langhe sceerpe borstelen draghen, ghenaemt sporc des spin,Ga naar eind128 ende ooc van zeere vele wilder ezels, dat alte schoone vremde dieren zijn om sien. Dus over tghebeerchte zijnde, zo comt men in eene valleye niet breet maer lanc, tusschen tween anderen beerghen gheleghen, daer up men siet een

[pagina 350]
[p. 350]

schoon casteel ter luchter hand zomen rijdt, ghenouch tfautsoen hebbende van 's Graven steene te Ghend, ghenaemt Losser, up twelke een heere woont van tsouldaens weghe die daer eene coninclicke jacht houdt, onder hem hebbende twee schoone dorpen, deen bewoont van heydenen ende dander van kerstenen dat alle zijne slaven zijn. Ende recht jeghens over zo staet een vervallen clooster, hier voortijts ghesticht inde eere van Sent Jooris, daer noch wat Griecsche monicken woonen, zeer aermelic levende up de aelmoessenen vanden goeden lieden ende up de beesten die zij hauden. Dit ghebeerchte daer tcloostre an staet, es ghenaemt Jebel Syha.Ga naar eind129 Item tvoorseyde al leden zijnde ende voort rijdende tusschen den voornomden (345v) tween berghen, zo comt men teender plecken daer eene schoone fonteyne loopt van wonderlicker condicien, ghenaemt Fouwa, tooter welker men wel gaet met eenen gate duer de steenrootse, maer te zommeghe tijden vanden jare zo laedt zoe haren ouden loop, ende comt met eenen ghedruussche duer tgat toot inde valleye, twelcke zo eenen zekeren tijt gheduert, ende daer naer gaet zoe wedere thueren ouden loope zo als te vooren, dwelke wel een wonderlic dijnc es, maer niement en weet wadt bedieden mach.

eind118
Nl. over Homs, Damascus en Beiroet.
eind119
't Arsipelego: zie aant. I, 2. Lamorea: de Peloponnesos. Slavonien: zie aant. I, 4.
eind120
Tvoyage VII, 16.
eind121
Afiun.
eind122
Kafr Behûm.
eind123
Misschien zijn de Nijlganzen bedoeld: cf. Brehm, VI, 250 e.v.
eind124
Dit ‘Marjamijn’ evenals het in de volgende zin genoemde ‘Allegrec’ is op de kaarten niet terug te vinden. Dit geldt ook voor de plaatsen ‘Losser’ en ‘Fouwa’ in de rest van dit hoofdstuk, en voor ‘Thahom’ en ‘Lemaresalsa’ in het volgende capittel.
eind125
Zie aant. III, 34.
eind126
Men mag wellicht hieruit opmaken, dat Van Ghistele via de St. Bernardspas van Zwitserland naar Italië is gereisd.
eind127
Bedoeld zijn de Levantijnse galnooteiken (Quercus infectoria), (Warburg, I, 466).
eind128
Het stekelvarken (ofr. porc espin).
eind129
Wellicht de huidige Gebel el Ansariye.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië