Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken
Afbeelding van De dichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (5.36 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken

(1886)–W.J. van Zeggelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

[Deel 1]

Een woordje bij de volksuitgave.

Dat ik nog eens, en wel ín 1874, een herdruk van mijne gedichten onder de oogen zou krijgen, had ik mij waarlijk niet meer voorgesteld. Het doet mij genoegen dat dit nu eene zoogenaamde Volksuitgave mag zijn, want onder het volk hooren mijne stukjes thuis. Ik - ook een zoon van het volk, gelijk beranger zich noemde, heb even als hij, meerendeels voor het volk geschreven en ik geloof ook dat mijn uitspanningsarbeid onder de nederige burgerklasse onzer maatschappij het best ontvangen en verwerkt is. - Zoo iemand verbaasd is over de goede ontvangst mijner gedichten, waarvan velen tal van herdrukken mochten beleven, ik misschien zelf wel het allermeest. - Ik verzeker dit vooral nu, op mijn tegenwoordigen leeftijd, en na eene zeer afwisselende, somtijds zeer droevige, levenservaring. Veel is er in mijn gemoed verkleurd en veranderd en voorzeker verschilt tegenwoordig mijne levensopvatting veel met die van voor twintig en meer jaren, en wanneer ik mijne vooral vroolijke versjes nog eens overzie, hetgeen met deze nieuwe uitgave het geval is geweest, dan vraag ik mij zelven vaak af: was ik het die zoo gejoold en gedarteld heeft? Heb ik eenmaal die kool opgeschept? Maar - ofschoon ik thans een heel anderen vorm aan mijne gedachten en aandoeningen zou geven, en misschien tegen den zin van den tegenwoordigen eigenaar en uitgever, het een en ander ter zijde zou schuiven, wat mij thans minder smaakt, moet ik toch bekennen: ik schaam mij den inhoud van mijne verzen niet. Ik heb nimmer personen op het oog gehad tot doel van spot of krenking. Ik heb nooit eenige onreine gedachte on-

[pagina VI]
[p. VI]

der den vorm van luim of kortswijl willen openbaren. Moest ik een zelfkritiek over mijn werk schrijven, ik zou misschien zoo goed als iemand, de zwakke punten er van kunnen aantoonen, maar die correctie zou vorm of versificatie, vinding of conceptie gelden, doch ik zou geen mea culpa roepen over den grondtoon der gedachten. - In zoo verre mag ik mijne oude kinderen, thans weder in een nieuw pak gestoken, met al de opgeruimdheid die mij is overgebleven, een goede ontvangst bij oude en nieuwe vrienden toewenschen. - Ik wensch het ook voor den ijverigen uitgever, wien ik dank zeg voor zijn mij streelend woord bij de aankondiging van deze uitgave. - Was dat woord wel wat vleiend voor mij, ongevallig was het mij niet - dit betuig ik; want ook daarin drukte hij uit een oordeel waarop ik prijs stel, het oordeel over de bron, over den oorsprong van mijn letterkundigen arbeid. Ik heb op zijn verlangen deze uitgave met nog enkele verstrooide stukjes aangevuld. - En hiermede bied ik den goedgunstigen lezer mijn heilwensch en mijne groete.

 

Zoo schreef ik in 1874. Ik heb er in 1876 niets bij te voegen dan dat ik op nieuw verrast ben door de goede ontvangst der Volksuitgave, waardoor na een kleine twee jaar een herdruk is noodig geworden; zijnde deze de vierde druk van den tegenwoordigen uitgever.

Ik kan niet anders dan dankbaar zijn voor de welwillendheid van mijne landgenooten, die mij, onder meer dan één geslacht, de bewijzen leverden van instemming en sympathie met mijn letterarbeid.

Waarschijnlijk zal het nu wel voor de laatste maal zijn dat ik mijn werk heb overzien. - Ik neem, in die veronderstelling, met een hartelijken groet, afscheid van mijne goedwillige lezers en vrienden.

 

W.J. VAN ZEGGELEN.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken