Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken
Afbeelding van De dichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (5.36 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken

(1886)–W.J. van Zeggelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Eene Week op Weltevree.

 
‘Kom,’ zei mijn neef, ‘kom met me meê!’
 
En drong mij tot besluiten.
 
‘Mijn tante woont op Weltevree,
 
We gaan een week naar buiten;
 
 
 
Daar waait de stadslucht ons van 't lijf,
 
Daar plukken wij frambozen,
 
Staan 's morgens op te vier of vijf,
 
En slapen 's nachts als rozen;
 
 
 
Gaan met de boeren aan den haal,
 
Met hengels, pols en netten;
 
Wij luistren naar den nachtegaal,
 
We roeien of raketten!....’
 
 
 
'k Ging mee: de tante, een hupsche vrouw,
 
Scheen ons bezoek te streelen,
 
Ze had - wat ik vergeten zou,
 
Een dochtertje om.... te stelen.
 
 
 
Mijn neef had eerst een vriendlijk woord
 
Voor de oude bloedverwante,
 
Maar schoof daarna met nichtje voort,
 
En liet voor mij - de tante.
[pagina 73]
[p. 73]
 
We roeiden niet, raketten niet;
 
De vischvangst was heel pover;
 
Geen nachtegaal gaf ons zijn lied;
 
't Vroeg opstaan had niet over.
 
 
 
Dat kwam door al dat buiig weêr:
 
De regen viel in stroomen;
 
Men zag geen lieflijk zonlicht meer;
 
De wind snoof door de boomen.
 
 
 
Men bracht den tijd zeer huislijk door,
 
En moest elk plan verzetten;
 
Neef las aan nicht zijn verzen voor,
 
Of zong met haar duetten.
 
 
 
Maar, wijl ik zing noch reciteer,
 
Paste ik heel niet bij 't paartje;
 
Ik hield me aan tante vast, die zeer
 
Verzot was op een kaartje.
 
 
 
Ik speelde vroeg, ik speelde laat,
 
En liet den regen plassen,
 
En vond geen andren troost of baat
 
Dan 't écarté of 't jassen.
 
 
 
Het weekje buiten is doorleefd,
 
Verschillend voor elkander:
 
Zoo de een het kort gevonden heeft,
 
Ik zeg het niet van d'ander.
 
 
 
En rekte Neef graag zijn verblijf,
 
Hij moest er 't eind aan maken,
 
De tijd riep hem naar 't stadsbedrijf,
 
Ook ik moest naar mijn zaken.
 
 
 
En vraagt men mij: hoe 't ons beviel
 
Bij de oude bloedverwante?....
 
Neef sloeg een blik in nichtjes ziel,
 
Ik in de kaart van Tante.
 
1855.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken