Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken
Afbeelding van De dichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (5.36 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken

(1886)–W.J. van Zeggelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Een Afgeluisterd Gesprek tusschen Twee Gehuwde Zusters.

 
Minalief, je moest het weten
 
Hoe ik soms je lot benijd!
 
Wel gelukkig moogt ge u heeten;
 
Meid, wat heb je een schat van tijd!
 
Meesteres bij doen en laten,
 
Uit te gaan wanneer 't u lust,
 
Mag je van genoegen praten
 
In je zoete levensrust;
 
Door de kleinen ben je henen,
 
Beî je zonen zijn geplaatst,
 
Beî je dochters, zou ik meenen,
 
Voeren 't huisbestier welhaast;
 
In uw huis geen smet, geen veegje,
[pagina 179]
[p. 179]
 
Al de kamers steeds aan kant,
 
Wat belette u, zelfs al kreeg je
 
Vroeg 't borduurraam bij de hand!
 
Voor logées steeds tijd ten beste;
 
Uit logeeren als ge wilt -
 
Niets wat u te wenschen restte,
 
Of uw wensch werd dra gestild.
 
Ik, ik mor niet, lieve zuster,
 
'k Ben er gansch niet slecht aan toe,
 
Had ik 't maar zoo wat geruster,
 
'k Was mijn zorgen nimmer moe.
 
Maar begrijp eens: negen kindren!
 
Dertien jaar mijn oudste pas,
 
En mijn hoop weer aan het mindren,
 
Dat mijn jongste 't laatste was.
 
Altoos tobben, altoos zwoegen;
 
Honderd oogen nog te min;
 
t'Huis mijn eenigst vergenoegen,
 
Schaars de vrije lucht eens in;
 
Iedre dag met duizend taken,
 
Iedre nacht de wiege-wacht;
 
's Daags te sjouwen, 's nachts te waken -
 
't Eischt van mij een dubble kracht.
 
Steeds mijn kamers in het honderd,
 
Krassen op mijn bruine goed;
 
Manlief altijd erg verwonderd,
 
Als hij 't beursje trekken moet.
 
Kinderziekten, kinderrampen,
 
Buil in 't hoofd of winterteen;
 
Met de meiden steeds te kampen;
 
's Zondags met den troep alleen;
 
Stukkend goed en winkelhaken,
 
Nooit muziek meer of lectuur.
 
'k Zat laatst jetje's som te maken,
 
Jantje wierp mijn kraag op 't vuur;
 
Eens zou 'k uitgaan, is 't geen zonde!
 
Juist, dat ik mijn laarsjes haal,
 
Scheurt de kleine frits mijn blonde,
 
En knipt vierkant in mijn shawl.
 
Gaan wij met de kleinen wandlen,
 
Wat bereddring voor en na!
 
'k Ben door 't kleeden en behandlen
 
Afgemat éér 'k wandlen ga.
 
Neen, het is niet op te noemen,
 
Wat bezwaren ik al ken;
[pagina 180]
[p. 180]
 
Zuster, 'k zal mij zalig noemen,
 
Als ik uit de kleinen ben.

Antwoord van Mina.

 
Betsy, met je zwoegerijen
 
Voegt u toch het klagen niet;
 
Wil mijn rust toch niet benijen;
 
Tobben is nog geen verdriet.
 
In vertrouwen - lieve zuster,
 
Wekt mij al geen kinderklacht -
 
'k Slaap toch daarom niet geruster
 
Als ééns in mijn wiege-wacht.
 
Ja, mijn kroost is reeds volwassen,
 
Maar mijn zorg wies ook met hen,
 
'k Heb op meer gevaar te passen,
 
Nu ik meer gevaren ken.
 
Is mijn koenraad niet aan 't zwerven
 
Op de groote en diepe zee?
 
Moest ik niet mijn eerstling derven,
 
Reist mijn ziel niet met hem mee?
 
Is mijn jan niet in gevaren,
 
Mag hij vasten grond betreên -
 
Loopen niet zijn studiejaren
 
Over 't glibbrigst voetpad heen?
 
Staat maria niet op trouwen?
 
Zal ze in d' echt gelukkig zijn?
 
Kan 'k op mina's blosje bouwen -
 
Is de roos geen valsche schijn?
 
Zuster, houd je moederzorgen!
 
Heb het huis vrij overhoop!
 
Zwoeg van d'avond tot den morgen:
 
Iedren dag den eigen loop....
 
Toch hebt gij genot en vrede,
 
Midden door de woeling heen;
 
Bracht het kind zijn drukte mede,
 
Zoudt ge bei graag derven? - neen!
 
Kinderkrankte - wat ze teelde?
 
Tranen door de ziel geschreid;
 
Maar kent ge ook de moederweelde,
 
Als weer 't eerste lachje vleit?
 
Mogen ze al uw wrevel wekken,
 
Ach hun opzet is nooit boos,
 
Als ze 't ‘stout zijn’ weer bedekken
[pagina 181]
[p. 181]
 
Door een engelrein gekoos.
 
Kleine kindren: kleine zorgen;
 
Kleine zorgen, kleine pijn -
 
Zuster, maar 't geeft groote zorgen
 
Daar, waar groote kindren zijn!
 
1853.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken