Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken
Afbeelding van De dichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (5.36 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken

(1886)–W.J. van Zeggelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De Weduwe.

 
Daar ligt ze op 't krankbed neer
 
En smeekt en dankt den Heer
 
Bij wat hij nam en gaf,
 
En wischt de tranen af,
[pagina 194]
[p. 194]
 
Door zielsgevoel ontprest;
 
Heur laatste krachten kwijnen,
 
Maar 't vast bewustzijn rest:
 
‘De meester kent de Zijnen.’
 
 
 
Ach, lijden was haar deel;
 
Maar 't rustig hart kan véél,
 
En, wie er bidt en waakt,
 
Wordt sterk waar de onspoed naakt,
 
Berust hij in dien Eén,
 
De Rots om op te bouwen,
 
De Lamp voor onze schreên,
 
De Wachter der getrouwen.
 
 
 
En wie heur tranen ziet,
 
Geheiligd door 't verdriet,
 
Treurt met haar bij 't gemis
 
Van wat haar dierbaar is -
 
Maar dat, haar hart ontscheurd,
 
De blikken trekt naar boven,
 
De ziel ten Hemel beurt
 
In bidden en gelooven.
 
 
 
Daar ligt de zwakke vrouw
 
In 't kleed gehuld van rouw:
 
Ontnomen heeft haar 't graf,
 
Wat haar dit leven gaf;
 
Maar 't zielsoog ziet den band
 
Door schaduw heen en schemel,
 
Voor de aarde niet bestand,
 
Maar hechter voor den Hemel.
 
 
 
‘Ach,’ spreekt ze tot het wicht,
 
Dat knielend naast haar ligt -
 
De lievling uit haar schoot,
 
Gespaard nog door den dood;
 
‘Ook ik zal van u gaan;
 
Maar lieve, wil niet vreezen,
 
Hij trekt zich uwer aan,
 
Die vader is der weezen.
 
 
 
“Veel ging me door het hart,
 
Maar heul vond ik bij smart,
 
En 't leven werd me blij,
 
Als 'k dacht: wie 't geeft is Hij!
[pagina 195]
[p. 195]
 
Blijf, wat u toev', Hem trouw,
 
Zijn heilwoord kan niet falen;
 
In blijdschap, ramp of rouw,
 
Wat koestring in zijn stralen!”
 
 
 
De traan van 't lieve wicht
 
Viel op haar bleek gezicht;
 
“Blijf, moeder, ga niet heen!”
 
“O God, bewaak zijn schreên,
 
Dat nooit om snood bedrijf
 
Zijn ziele zich moet schamen!” -
 
“Blijf, moeder!” snikt hij: blijf!’
 
Maar boven sprak ze 't Amen!’
 
1846.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken