Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken
Afbeelding van De dichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (5.36 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken

(1886)–W.J. van Zeggelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Neef Kees en Neef Koos.

 
Neef kees zag nichtje betsy graag,
 
Neef koos hield veel van haar;
 
Neef kees was nichtje een rechte plaag,
 
Neef koos?... ja dorst hij maar!
 
De een bracht haar kaartjes voor 't concert,
 
En de ander schonk lectuur.
 
Wat kees soms bleek om betsy werd,
 
En koos zoo rood als vuur!
 
 
 
Liep betsy om door laan of dreef -
 
't Zij 't zomerde, 't zij 't vroos,
 
Ze ontmoette d' een of d' andren neef;
 
Hier was het kees - daar koos.
 
Sprak zij met koos, dan keek kees sip;
 
Adito andersom!
 
Nu hing eens hier, dan daar de lip;
 
Zong kees, dan werd koos stom.
 
 
 
Koos was een neef van moeders staak,
 
Van vaderszij was 't kees.
 
Dacht primus: 'k heb een zeekre zaak,
 
Secundus: 'k voed geen vrees.
 
Koos zei: de moeder is een schild,
 
Heur voorspraak schaft me 't ‘ja!’
 
Kees sprak: doe alles wat je wilt -
 
Eerst moet je naar Papa.
 
 
 
Koos gaarde 't nieuws der stad bijeen,
 
Vond kees het nog zoo dwaas -
 
En liep naar betsy's moeder heen
 
En bracht haar zijn relaas;
 
Kees liep voor Oom de kiezers na
[pagina 217]
[p. 217]
 
En bracht Oom stemmen aan,
 
En dacht hem als zijn schoonpapa,
 
En bad koos naar de maan.
 
 
 
De krijg werd fel en de ijver steeg,
 
De strijders stonden pal.
 
D' een gaf den ander graag een veeg
 
En zwoer partij den val.
 
't Kwaad werd van weêrszij opgevischt,
 
En 't goed werd diep gesmoord;
 
Hier zei men heimlijk wat men wist,
 
Daar wat men had gehoord.
 
 
 
Maar ieder, die de zaak betracht,
 
Vraagt, even als ik deê,
 
Hoe ons persoontje in quaestie dacht
 
In 't schenken van de prae.
 
Geen voorkeur toonde 't lieve kind
 
In blik, of blos, of taal.
 
Al scheen ze beiden wèl gezind,
 
Toch bleef ze zeer neutraal.
 
 
 
Wel dachten beî de vogelaars:
 
Het vogeltje is aan mij,
 
En lichtten ieder met zijn kaars
 
Den mededinger bij;
 
Maar 't vogeltje sprong hier en daar
 
En zong een vriendlijk lied
 
En lachte met den vogelaar,
 
Maar vangen - kon men 't niet.
 
 
 
De zomer kwam, de trek meteen
 
Om eens van honk te gaan;
 
Een noodiging trok betsy heen,
 
Ze nam 't logeerheil aan,
 
En huppelde de vreugd te moet;
 
Maar 't baarde wel wat vrees...
 
Een afscheid zonder afscheidsgroet -
 
Och, arme koos en kees!
 
 
 
Een week ging om, een maand vlood heen
 
En betsy bleef nóg uit.
 
Was zij gelukkig en tevreên? -
 
Geen mare, die het luidt.
 
Wel bracht de postknecht brief op brief
 
Aan Malief en Papa -
[pagina 218]
[p. 218]
 
Maar kees of koos - o hartegrief! -
 
Vernamen boe noch ba.
 
 
 
En 't wekte beider ongeduld
 
En 't voedde beider vrees,
 
En de argwaan had het hart vervuld
 
Zoo wel van koos als kees.
 
Hetzelfde plan welde in hun borst:
 
Nicht betsy te gaan zien;
 
En rondweg, of men thuis niet dorst,
 
Haar hart en hand te biên.
 
 
 
Zooals men dacht, zoo werd gedaan;
 
Maar, als een pot zoo dicht,
 
Bracht de een den ander in den waan,
 
Als dacht men niet aan nicht.
 
Doch speelde satan met hun min?
 
Daar trad op 't zelfde pas
 
Kees rechts, koos links de kamer in,
 
Alsof 't een afspraak was.
 
 
 
Koos keek verlegen om zich heen,
 
Kees was ontstemd en suf,
 
Koos zocht een weinig naar zijn reên,
 
Kees lachte eens om de bluf.
 
Maar hebben ze op een slang getrapt?
 
Wat heeft hun moed geknot?
 
Eén kreet was schier de borst ontsnapt,
 
Eén blik beslist hun lot.
 
 
 
Daar zat ze - vroolijk en beleefd,
 
Ze zat - maar niet alleen,
 
En juist dàt maakte koos tot kreeft
 
En kees tot marmersteen.
 
Want betsy vond in 't gastvrij huis
 
Nog meer dan disch en haard:
 
Een knappe zoon was daar de muis
 
En.... 't muisje had een staart.
 
 
 
Maar hoe papa dan en mama?
 
Hun rede hield gericht,
 
De schellen vielen voor en na
 
Hun beiden van 't gezicht.
 
Men dacht, na 't ingefluisterd kwaad,
 
Aan 't vlekje van de koe;
 
Ze hielden eindlijk samen raad
 
En.... gaven dochter toe.
[pagina 219]
[p. 219]
 
En kees droop af en koos sloop heen,
 
Voor 't eerst in sympathie;
 
Ze treuren om 't bevochten been
 
Bij 't heil van nommer drie.
 
Wien 't oude spreekwoord leeren kan,
 
Hij hoor mijn somber lied:
 
Het been, verliefde knaap of man,
 
Met vechten krijg je 't niet.
 
1850.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken