In de speeluren


De zeven dagen. Zondag, heerlijk schoone dag, De eerste van de zeven, Niet naar school, maar naar de kerk, Wandlen, vrolijk leven! Maandag met een nieuwen moed Aan het werk getogen; Nasmaak van het Zondagsfeest, Ach! zoo ras vervlogen.
[pagina 36]
Dingsdag weêr voor goed op gang, Reeknen, lezen, schrijven; 't Is op school een heele toer Nommer een te blijven. Woensdag, zie, een halve week Is zoo waar verstreken, Werk je goed - ze vliegen om, Uren, dagen, weken. Donderdag, een drukke dag, Naar ik t'huis kan merken; Nu, ik heb het ook wel druk Om voor 't school te werken. Vrijdag, ja, mijn kiel wordt vuil, 't Weekje spoedt ten ende, 'k Zie het altoos met pleizier, Als 'k mijn lessen kende. Zaturdag, heel blij naar school, Halven dag vacantie! Morgen weèr het leventje Van een vrolijk Fransie!