Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arnold de Droomer (1852)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arnold de Droomer
Afbeelding van Arnold de DroomerToon afbeelding van titelpagina van Arnold de Droomer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arnold de Droomer

(1852)–Eugeen Zetternam–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

[Inleiding.]

Een schryver, hy moge al of niet met talent begaefd zyn, heeft gewoonlyk een groot getal vrienden, zyn het dan alle geene ware.

Dit is met ons insgelyks het geval, en tusschen onze vrienden bevinden zich eenige jeugdige schilders.

Wy plagten dikwils een atelier te bezoeken, waer de jonge kunstenaren die er vergaderden, meer kwamen om over politiek dan over kunst te praten, meer om over de ellendige twisten, waerdoor onze antwerpsche schilderschool allengskens in den grond wordt geboord, hun gevoelen te zeggen, dan om te leeren schilderen.

De kritiek was daer altyd de dagorde, met die byzonderheid: dat steeds de groote meesters beknibbeld werden en de kleinste kladderaren opgevyzeld.

Wie hen hoorde, hadde vermoed (naer hun spreekgemak te oordeelen) dat al die jeugdige snaken beroemde

[pagina 6]
[p. 6]

mannen zouden worden, met zooveel meesterlyke zekerheid wezen zy de faem of de onbeduidendheid aen dezen of genen, 't zy bekenden, 't zy onbekenden schilder toe.

In dien atelier ontmoetteden wy somtyds eenen heer die wat bejaerder dan de overige gezellen was, en hunne redeneringen met een soort van weemoedig mispryzen aenhoorde, zonder nogtans eene enkele aenmerking op hunne gezegden te maken.

Men verhaelde ons dat hy vroeger gelyk al de makkers redekavelde, en eertyds zeer bevallige tafereelen had ten toon gesteld; maer dat hy sedert eenigen tyd niet meer schilderde en altyd even afgetrokken was. Door die inlichting aengespoord, sloegen wy de doenwyze van dien treurigen jongeling met meer aendacht gade, en het scheen ons dat hy aen een rusteloos naberouw of eenige andere hartenkwelling leed. Onze belangstelling daerdoor geheel opgewekt zynde, poogden wy de vlugtige kennis, die wy met hem hadden, tot eene nauwere betrekking toe te knoopen, en dit viel niet moeijelyk, daer de jonge heer eene groote bibliotheek had en volgaerne eenige werken over staetshuishoudkunde uitleende.

Vermits wy van zyne welwillendheid gebruik maekten, kwam er allengs een vrye omgang tusschen hem en ons tot stand, en dit hadde welligt nog geduerd,

[pagina 7]
[p. 7]

indien hy ons niet op zekeren keer in den hoek zyner boekenkamer geroepen hadde.

Hy was zeer aengedaen en scheen niet dan met moeite te kunnen uitvoeren, wat zyn voornemen was; eindelyk sprak hy, terwyl hy ons een pak papier overhandigde:

- Zie! Zetternam, hier is een handschrift; indien gy er, gelyk ik, eenige nuttige lessen in vindt, geef het dan uit; morgen vertrek ik voor eeuwig uit deze stad, waervan de lucht als een loodzwaer baerkleed op my weegt...

- Nog een woord - hernam hy na eene poos, met ontroerde stem. - Ik wenschte dat gy dit pak niet voór morgen opendedet; want indien gy, door de lezing, de genegenheid mogt verliezen welke gy my toedraegt; indien gy my, kleingeestigen schilder, er om moest verachten.... dan verlang ik dat gy dien afkeer slechts gevoeldet wanneer ik reeds verre ben, en als uw oog den blos niet meer kan zien, dien het nadenken van myn vroeger gedrag steeds op myne wangen roept....

Ontsteltenis belettede hem voort te spreken; eensklaps voegde hy er haestig by:

- Denk niet dat dit geschrift van my is..... Neen... 't zyn gedenkenissen van een gevoelvollen vriend; maer ik speel er eene... rol in.

[pagina 8]
[p. 8]

Dit allerlaetste zegde hy op zulken raedselachtigen toon, dat wy onwillekeurig sidderden en dubbend met het handschrift naer huis gingen.

 

Het is dit handschrift dat wy heden, zonder eenige verandering en met de opdragt, welke op den omslag stond, mededeelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken