Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het grote taboe (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het grote taboe
Afbeelding van Het grote taboeToon afbeelding van titelpagina van Het grote taboe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (6.87 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/interview(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het grote taboe

(1970)–Aya Zikken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Interviews op de vrouw af


Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding

Een vrouw vertelde me eens een droom die haar hardnekkig bleef achtervolgen.

Ze rende, hand in hand met haar geliefde, door onbekende landschappen, over heide, door korenvelden, sinistere bossen, open weilanden, soms dwars door de huizen en tuinen van vreemde mensen.

Overal zag ze bordjes waarop stond: ‘Taboe voor Onbevoegden!’

Zodra ze zo'n bordje zag, trok haar minnaar haar naar zich toe en wilde aan de voet van dat bord de liefde met haar bedrijven. Soms was dat midden in een kamer vol mensen, in een huis dat ze niet kende of op een uitgestrekt veld waar op korte afstand wandelaars te zien waren die zich in hun richting bewogen. In een eenzaam, afgelegen woud kwam vanachter een boom plotseling de boswachter te voorschijn - nergens was privacy, steeds moest ze haar partner overeind trekken en verder rennen tot het volgende Taboebordje waar het eerst rustig leek maar waar al gauw nieuwsgierige ogen hun gedoe kwamen begluren. Haar lichamelijke behoefte aan de man werd, in de droom, steeds groter. De angst voor de Taboebordjes steeds sterker. In die droom, die regelmatig terugkwam, werd nooit een plek gevonden waar ze rustig met haar geliefde kon samenzijn. In een afgesloten kamer werd op de deur gebonsd, slot en gren-

[pagina 10]
[p. 10]

dels werden geforceerd, muren spleten open en horden mensen stormden op het bed af terwijl ze het bordje ‘Taboe’ als een vaandel voor zich uit droegen.

‘Wat me zo ellendig maakt,’ zei ze tegen me, ‘is dat mijn partner zich van die bordjes niets schijnt aan te trekken, zodat ik me verlaten voel, alleen met mijn niet-gedeelde angst. Het maakt dat ik wakker word met een woest gevoel van vijandschap ten opzichte van de man.’

Omdat deze droom haar dagelijks leven sterk beïnvloedde, praatten we er veel over. Ze kwam tot de ontdekking dat ze in werkelijkheid vaak gestoord was tijdens het liefdesspel. Ze haalde voorbeelden aan: ‘Zie je wel, zie je nu wel! Niet alleen in een droom gebeurt zo iets!’

We kwamen terecht bij het moment van haar defloratie. Ze was toen 17 en logeerde in het huis van haar eerste minnaar. In de vroege ochtenduren was hij haar kamer binnengekomen. Vlak na het liefdesspel, terwijl haar lichaam nog hunkerde naar méér van de tot op dat ogenblik ongekende extase, kwam de moeder van haar vriend de kamer binnen. Hij schoot onder de dekens. Zij nam het kopje ochtendthee aan. De moeder merkte niets op, bleef even babbelen en ging ten slotte weg. De romance was tot klucht geworden.

Haar minnaar wilde het spel hervatten maar zij voelde zich stijf als een plank, ze hunkerde naar hem maar had hem tegelijkertijd wel uit haar bed kunnen trappen. De nacht daarop droomde ze de droom die ze tientallen jaren zou moeten dromen.

Ik wist niet hoe ik haar kon helpen. Op een keer zei ik, meer als grap: ‘Nou ja, als er op die bordjes staat: “Taboe voor Onbevoegden” dan geldt dat dus alleen

[pagina 11]
[p. 11]

voor onbevoegden. Maar jij bent nu zo langzamerhand toch wel bevoegd?’

Een paar dagen later vertelde ze me dat ze weer die droom had gehad maar dat zij nu zelf haar minnaar naar het bordje had toe getrokken: ‘Zie je, dat geldt niet voor ons, want wij zijn bevoegd!’

Voor mij was dat de essentie van wat de vrouw van nu doormaakt. Het aantal vrouwen, dat zich - op welk gebied dan ook - bevoegd acht, is aan het groeien maar die vrouwen vormen nog steeds een minderheid. De rest is in paniek, bewust of onbewust omdat ze zich niet kunnen uiten in situaties waarvoor ze wel rijp zijn maar waarin ze gewend zijn zich als ‘onbevoegden’ te beschouwen.

Dat geldt niet alleen op seksueel gebied. Op alle gebieden waar de vrouw graag een rol zou willen vervullen, stuit zij op ‘het grote taboe’. En zij is, hoe geemancipeerd ze ook mag zijn, voor haar gevoel nog steeds de ‘onbevoegde’.

Max Lerner, de historicus, heeft in dat verband gezegd: ‘De koning is dood, er is nog geen nieuwe koning.’

Dat typeert voor mij de positie van de vrouw van vandaag. Het wordt steeds duidelijker wat de vrouw niet wil. Maar wat de vrouw wel wil blijft vaag, theoretisch, veranderlijk.

In de interviews die ik met vrouwen tussen de 20 en 70 jaar heb gehad, viel me steeds een gemeenschappelijke factor op: de onzekerheid die misschien het best tot uitdrukking komt in het bekende gezegde: ‘Alles wat ik doe is een bespotting van wat ik denk.’ (B. Shaw)

Een van de voorvechtsters van de Dolle Mina-actie had niet het lef iets te zeggen tegen haar vriend die mijn interview met haar (in een kleine kamer) torpe-

[pagina 12]
[p. 12]

deerde door de televisie keihard aan te zetten. Deze zelfde vriend zei via de telefoon: ‘Laat dat maar aan mij over, ik heb grote invloed op haar.’

‘Van het leven dat wij ons droomden, is het leven de weerschijn niet,’ schreef William Golding.

Misschien klinkt dit alles defaitistisch. Maar begrijp me goed, lezer, ik geloof in het langzame proces dat zich voltrekt op het gebied van de vrijwording van de vrouw én van de man.

Er is verandering op komst. Daardoor ontstaat verwarring, onzekerheid, tegenstrijdigheid. In de hierna volgende interviews zal niemand een zwart-wit situatie kunnen vinden. We leven in een ‘grijsland’. Het ‘grijsland’ van Dirk Opperman:

 
Watter kaart of watter ster sal ek jou wijs
 
om veilig deur die grijsland heen te reis?
 
Sal ek van 'n god praat wat verdoem?
 
Van Christus en die tien gebooie noem?
 
Voorlopig dan maar onthou altyd
 
aan jou dade grens 'n ewigheid.
 
Gee sin aan voorgeslagte deur die eeuwe heen,
 
besef jij is 'n vegter van die begin, alleen.

De vrouw van nu, die een antwoord wil krijgen op de vraag: ‘wie ben ik?’ blijft voorlopig zo'n ‘allenige vegter’. Voor dat soort ‘vegters’ heb ik respect. Mijn interviews zijn op dat respect gebaseerd.

Aya Zikken


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken