Biekorf. Jaargang 98
(1998)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdDe gilde van Sinte Daniele die de winnebroden ofte platteeldraghers houden inde kercke van St.-Salvator, 1449Hoe lang die gilde bestaat is in 1449 niet aangegeven doch de fundatie Janne den Bliec en Jacqueminen (f. Jan Meus) sinen wive op die datum zegt dat sinte danielsdaghen gevierd worden op sinte marie magdalenen avont, 21 juli, en op Ste. Sebastiaensdaghe, 20 januari. Op beide dagen fundeert Janne den Bliec 60 provenen, elk van eene pinte wiins, terwijl hij daarnaast 20£ vl. uitlegde voor drie missen in de week, op woensdag, vrijdag en zondag, ten outare van sinte daniele.
Duidelijk missen waarop winnebroden aanwezig moeten zijn. Op beide feestdagen worden à 4 provenen ook de 4 bonifanten van sint jacopskerke verwacht; zij moeten bij de mis commen lezen vii salmen en een letane, den dienst vanden jaerghetide gheduerende. In de marge van de Ordonnantie vanden disschen, waaruit wij de tekst halen (Archief Bisdom Brugge, Fonds St.-Salvator, S321, aangemaakt 1458, folia xxvii-viii v.) worden ook 7 provenen bijgeschreven voor de zeven weduwen wuenende an tkerkhof. Dit betreft een fundatie 1 december 1455, opnieuw uitgaande van Janne den BliecGa naar voetnoot(1), waarbij hij een schenking deed van zekere huusinghe voren ende bachten ghestaen ten zuuthende van sinte salvators kerckhove, wilen toebehorende den ambochte vanden zelversmeden... met seven camerkine daerbinnen zijnde ende voort de somme van achte ende twintich ponden groten. | |
[pagina 148]
| |
De winnebroden, platteeldraghers dus als blijkt uit de schenking 1449, zullen i.p.v. Den Bliec ervoor zorgen dat de weduwen elke zondag een brood van 1 groten krijgen, zes in het totaal, gezien de zevende weduwe, wiens weke dat wezen zal, wat betekent wiens weke wordt te alyerne ende te wachtene den dienst vanden voorseiden ianne den bliec, die dus de drie missen moet bijwonen, de sondachtsprovene krijgt. Verder verbinden de gildebroeders zich de weduwen 2 lasten ghendsche torven vanden besten, brandstof dus, te bezorgen, een alf zestendeel keersen, en op vastenavond een vierendeel goeder zaetolye omme te etene ende ooc een viertale witten aerweten, omme dat bider meesterigghe vanden zelven huuse int ghemeene te deelne.
Wie wordt als weduwe toegelaten? Het reglement wordt gheene weduwen tontfane, zine zullen oudt wesen victich iaren ende daerboven... goede, eerbare vrauwen, ende ongheblameirt van quaden fame, die dus niet behoren tot de vrouwen van kwade reputatie.
En heel bijzonder is de profijtige manier waarop gemanoeuvreerd wordt om naast de fundatie van 28£ gr. (336£ par. zegt de tekst ten overvloede) nog een reserve op te bouwen: Ende ooc staet vast daer te doene wuenen, te verstane dat zij alle backten wuenen zullen, zo de cameren in zevenen ghedeelt dat bewisen. Ende zullen wij dischmeesters ende onse nacommers, tvoorhuus verhueren. Het gaat blijkbaar om een dubbel huis waarvan het gedeelte dat niet langs de straat werd gebouwd werd opgedeeld in zeven afzonderlijke ruimtes; het stuk evenwijdig aan de straat wordt verhuurd om daarmee de armendis op zondag te spijzen.
Janne den Bliec zou zich een grafsite verwerven ‘neffens den outare van sinte daneele’ en twee jaargetijden - hoewel hij nadrukkelijk spreekt over eenewerf te herdenken - op het feest van Sebastiaan, 20 januari, en dit van sinte Praxeden, concreet van sinte daneele, dus heel duidelijk direct gebonden aan de broederschap. Zij kunnen telkens 4 teekenen uitdelen aan behoeftigen op die herdenkingen; zoals ook Janne Vasque van Poortegale doet met 5 teekenen door de winnebroden te bedelen op 30 januari. En Janne den Bliec nog eens op goede Vrijdag, een fundatie die dateert 1465, waarbij zij 3 teekenen kunnen bedelen: S321 en ibid., fol. 39v: jaargetijde à 48£ par. A. Dewitte |
|