Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 6 (1976) (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 6 (1976)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 6 (1976)

(1978)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het zesde colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

Enkele opmerkingen over de Maureau-cursus ’Nederlands voor gevorderden’
door G. Reichenbach M.A. (Philadelphia)

Deze cursus is gericht op het practische taalgebruik. Ik heb deze cursus reeds driemaal gedoceerd. Er is veel goeds in, maar het is geen cursus voor zelfstudie. Een docent die aanvullende uitleg kan geven is absoluut noodzakelijk. De spraakkunst die in de cursus besproken wordt is te vaag, uitleg en meer voorbeelden zijn nodig. De leesstukken op band moeten voor de les door de studenten beluisterd worden. In de les kan de band nogmaals worden afgedraaid en de inhoud ervan in het Nederlands worden naverteld. Een letterlijke vertaling is gewenst. Het is ook gewenst de vocabulaire met de studenten door te nemen; soms is een vertaling van woorden of uitdrukkingen noodzakelijk. De a, b en c zinnen die vergeleken moeten worden - qua inhoud - met de genummerde zinnen, zijn goed gekozen. Het is belangrijk de studenten uit te leggen waarom de ene zin wel en de twee andere niet dezelfde betekenis hebben. Op deze manier leren de studenten aandacht te schenken aan de kleine verschillen. De teksten zijn over het algemeen goed gekozen, de populairste is wel het fragment uit het toneelstuk van Dimitri Frenkel Frank, een gesprek tussen Spinoza en Rembrandt. Hier komen een aantal platte uitdrukkingen in voor die er bij de studenten als koek ingaan.

 

Het verschil tussen weten en kennen moet door de docent zelf worden uitgelegd met meer en duidelijkere voorbeelden. Het existentiële er blijkt voor de studenten moeilijk te zijn; dit en het gebruik van er in het algemeen moet door de docent zelf worden aangevuld, willen de studenten er iets van begrijpen.

De oefeningen zijn over het algemeen goed, de tijd tussen de zinnen is een beetje kort, bij klassikaal gebruik moet de bandrecorder dan ook steeds worden aan- en afgezet. Het is nuttig deze zinnen als huiswerk op te geven om tijdverlies te voorkomen.

 

De cursus is uitstekend om voor gevorderde studenten, 3e semester, als taal en cultuurcursus te gebruiken.

De tekst in de eerste les is veranderd en geeft nu een overzicht over de verdeeldheid op godsdienstig gebied.

[pagina 52]
[p. 52]

Het tweede hoofdstuk geeft een goed overzicht over de Nederlandse dagbladpers.

Het derde hoofdstuk geeft een overzicht over Spinoza en Huygens en hun tijd. Dit hoofdstuk kan door de docent gebruikt worden om de studenten iets meer te vertellen over Holland's Gouden Eeuw.

Het vierde hoofdstuk over Amsterdam, een schetsje van de stad met aanduiding van de Jordaan, zou hier op zijn plaats zijn.

De dialoog over het vóór en tegen van de ondergrondse in Amsterdam wordt gevolgd door een overzicht over het huisvestingsprobleem in de hoofdstad.

De vijfde les begint met fragmenten van een gesprek tussen twee Nederlandse schrijvers, Alfred Kossmann en Victor van Vriesland, over Johannes Andreas Dér Mouw, met later in dezelfde les een artikel over Dér Mouw.

 

De zesde les behandelt het Nederlandse kiesstelsel en ik zou elke docent aanraden de juiste vertaling van specifieke woorden als kiesdrempel, kiesdeler, uitgebrachte stemmen etc. van te voren even op te zoeken. Les zeven gaat over de Nederlandse recruten en het ontstaan en de groei van het A.B.N.

 

Les acht is een artikel over Elsschot door S. Carmiggelt met enkele prozafragmenten en een overzicht over ‘Het Nederlands van Elsschot’.

 

Les negen geeft ons de tekst van een radiouitzending van de Vara uit 1972, waarin een arbeider geïinterviewd wordt en we dus een voorbeeld krijgen van ‘Volks Nederlands’. Dit wordt gevolgd door een artikel over de arbeidsverhoudingen in Nederland.

 

Les tien laat ons een discussie horen tussen enkele journalisten en een politicoloog, de discussie betreft de rechtspositie van de vakbonden. Dit wordt gevolgd door een artikel over ‘verantwoordelijke vakbeweging’ en de invloed van de regering in de na-oorlogse tijd.

 

De tijdsduur nodig per les is ongeveer 3 tot 4 uur.

 

De teksten vonden bij de studenten veel bijval. Om U enige indruk te geven over de ontvangst door de studenten volgen hier enige onverbeterde kritieken van de studenten zelf.

[pagina 53]
[p. 53]

A. Remarks made by an undergraduate science major taking his fourth semester of Dutch:

Voor conversatie uitstekend, meer verhalen gewenst met pro- en contra voor conversatie, goede keuzen van teksten. De teksten geven een goed idee over Nederlandse cultuur en toestanden. Grammatika: meestal goed, iets meer uitleg gewenst in enkele gevallen.

a, b en c zinnen goed.

Duur nodig per les: drie uur

Meer gelegenheid gewenst voor studenten om in microfoon te spreken, b.v. door tweede tekst op band te lezen en te bespreken.

Voor conversatie is deze cursus uitstekend, genoeg verschillende stemmen en onderwerpen.

B. Remarks made by an undergraduate history major taking his fourth semester of Dutch:

Voor conversatie uitstekend. Meer gelegenheid gewenst om discussies op band op te nemen en terug te spelen om studenten gelegenheid te geven zichzelf te horen, b.v. door het gebruik van een cassette-recorder.

Duur: minstens drie uur per week, 3 uur voor de les zelf en 1 uur om te praten.

Zou het mogelijk zijn en wenselijk om b.v. de tweede tekst door de student te laten lezen, te bespreken en dit alles op de band te zetten om dan terug te spelen om de studenten de gelegenheid te geven zichzelf te horen? De uitleg van de spraakkunst is te oppervlakkig, meer uitleg gewenst. Oefeningen en tekst goed gekozen. Idiomatische uitdrukkingen met voorzetsels, deze in zinnen gebruiken.

a, b en c zinnen goed, meer zinnen gewenst, goed voor praktisch spreken. De a, b en c zinnen zijn goed om kleine verschillen in de taal aan te duiden en leiden zodoende tot discussie. Genoeg verschillende stemmen en onderwerpen.

Gewenst: enkele dialecten en regionale verschillen, b.v. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Noord en Zuid, scherpe en zachte g, enkele voorbeelden van de Friese taal, Limburgs, Brabants en Vlaams.

C. Remarks made by two graduate students taking their third and fourth semester of Dutch:

Spraakkunst: Uitzonderingen hebben meer uitleg nodig plus meer oefeningen voor de studenten.

Grammatische uitdrukkingen in latijn, or key to understanding grammatical term, e.g. adjective = bijvoegelijk naamwoord.

[pagina 54]
[p. 54]

Modals: considerably more explanation and more examples, especially shades of differences should be explained in grammatical terms, much more clarification for adjective endings.

Whenever you say: ‘This is not correct Dutch’, explain why not. Text of first lesson too fast and topic should be more general. Texts of more historical, sociological and cultural interests in preference to hardly known (to foreigners) poet or writers. (e.g. more about and by Carmiggelt, for American students Multatuli); more about Dutch political system, parties, elections; Dutch struggle against the water; a lesson on known Dutch painters, Rembrandt, van Gogh; a chapter on Holland as a colonial power, Golden Age etc. First lesson very irrelevant.

Use of ER:

Existentiele er better grammatical explanation and more examples. In general the lessons were very helpful for conversation, comprehension, increase of vocabulary. Grammar not specified enough for graduate students in German.

General remarks:

One story or article in standard Dutch spoken by a Flemish person. Perhaps one lesson devoted to differences in ‘A.B.N.’ between Flemish and northern Dutch.

 

Good, healthy grammar still essential to learning a foreign language. For second-year text, stress the fine points by giving better explanations of the why and why not usage of examples given.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 3 september 1976

  • 2 september 1976

  • 1 september 1976

  • 31 augustus 1976

  • 30 augustus 1976


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • M.J.G. Reichenbach-Consten

  • over J.H. Maureau