Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 102 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 102Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 102

(1998)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

Bestaat extreemrechts (nog) in Nederland?
● Joop van Holsteyn

Met de verkiezingen in het vizier, vraagt men zich toch hier en daar af hoe het gesteld is met extreem-rechts in Nederland. En deze prangende kwestie komt niet alleen in Nederland aan de orde, ook de Vlamingen willen er graag het fijne van weten, getuige de stukken die hierover in de kranten opduiken. We laten u niet langer in spanning.

 

‘De goegemeente boven de Moerdijk handelde de voorbije jaren alsof Nederland een door God uitverkoren natie is, die eeuwig immuun zou blijven voor een verschijnsel dat overal elders in Europa opdook.’ Aldus het dagblad De Standaard in een commentaar op het succes van extreemrechts bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2 maart 1994. Dit succes zorgde voor enig Vlaams leedvermaak. Nu zaten de Nederlanders, die verontrust en verontwaardigd hadden gereageerd op de resultaten van het Vlaams Blok bij de parlementsverkiezingen van 1991, zélf met een probleem. Volgens burgemeester Cools van Antwerpen moesten de Nederlanders iets voorzichtiger zijn in hun kritiek op andere landen. En ook volgens Het Laatste Nieuws moest het nu maar eens afgelopen zijn met die Hollandse betweterij: ‘Tolerant Nederland, dat België en zelfs het grote buurland Duitsland zo graag de les spelt, is met een schok ontwaakt.’ Was Antwerpen de hoofdstad van bruin Europa, of moest worden gesproken van ‘bruin Rotterdam’? Vier jaar later lijkt de vraag of extreem-rechts in Nederland eigenlijk wel bestaat toch weer actueel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998 werden extreem-rechtse partijen immers vrijwel volledig weggevaagd. Van de vier jaar eerder verkregen 87 raadszetels bleven er welgeteld twee over. De Centrumpartij '86 (CP'86) verloor al haar (9) zetels, de Centrumdemocraten (CD) van Hans Janmaat hielden welgeteld één zetel over van de 77 die vier jaar eerder waren verkregen, en het Nederlands Blok (NB) van Wim Vreeswijk wist slechts zijn ene zetel te behouden. Andere lijsten met een extreem-rechtse signatuur maakten geen schijn van kans. Als een blik op de opiniepeilingen wordt geworpen, is daarenboven het vermoeden gerechtvaardigd dat de CD na de parlementsverkiezingen van 6 mei 1998 met minder dan de huidige drie volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer zal plaatsnemen. Dat alles in een tijd dat het Vlaams Blok niet alleen breed en hecht geworteld lijkt in Vlaamse bodem, maar waarbij volgens een in de Waalse krant Le Soir gepubliceerde peiling van eind maart 1998 ook nog eens op aanzienlijke winst (in Vlaanderen tot 17 procent) gerekend mag worden. Vergeleken met het vitale rechtsextremisme in Vlaanderen, doet extreem-rechts in Nederland zieltogend aan.

Terug in de tijd

Het was ooit anders. Er was een tijd dat extreem-rechts Vlaanderen met bewondering keek naar wat de politiek verwante noorderburen presteerden. Laten we voor de volledigheid iets verder teruggaan in de tijd, naar het begin van wat heden ten dage als extreem-rechts in Nederland bekend staat.

Op 27 maart 1971 werd de Nederlandse Volks-Unie (NVU) opgericht. Het duurde enige tijd alvorens de partij werkelijk bekendheid kreeg,

[pagina 32]
[p. 32]

maar toen was het ook goed raak. In 1974 werd onder aanvoering van Joop Glimmerveen in de gemeente Den Haag voor de raadsverkiezingen campagne gevoerd met als slogan ‘Den Haag moet blank en veilig blijven’. De NVU slaagde er niet in om een zetel te behalen, maar de gedurfde, openlijk racistische aanpak bezorgde Glimmerveen wel het partijleiderschap en naambekendheid voor hem en zijn partij. De geradicaliseerde NVU wist bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1977 ruim dertigduizend stemmen te halen, weer niet genoeg voor een zetel maar meer dan voldoende om aan te tonen dat er ook in een land dat zich zo graag liet voorstaan op zijn ruimdenkendheid en tolerantie enige aanhang was voor racistische en extreem-rechtse plannen, personen en partijen.

De radicalisering van de NVU, die nadrukkelijk in nazistisch vaarwater terecht kwam en waarin lovende woorden voor Adolf Hitler konden worden vernomen, was evenwel in eigen kring niet onomstreden. Eind 1979 richtten enkele ex-NVU'ers dan ook een nieuwe partij op, de Nationale Centrumpartij (NCP). Deze partij hield het niet lang uit: toen leden ervan na afloop van een partijbijeenkomst illegale Marokkaanse immigranten in de Amsterdamse Mozes- en Aäronkerk aanvielen, hieven de partij-oprichters de NCP snel weer op - om een dag later (11 maart 1980) de Centrumpartij (CP) op te richten. De CP zocht een plek in het politieke midden. De naam wees erop, de slogan ‘niet rechts, niet links’ maakte het duidelijk, en programmatisch werd op tal van punten een gematigde positie ingenomen. Ook het feit dat Hans Janmaat snel carrière kon maken in de partij - na korte tijd eerste secretaris geweest te zijn, werd hij voorzitter - kan worden gezien als een poging tot streven naar gematigdheid en respectabiliteit. Janmaat had wel een politiek verleden, onder meer in de katholieke KVP en de conservatieve sociaal-democratische DS'70, maar was van eerdere extreem-rechtse smetten vrij. Het streven een min of meer gerespecteerde middenpositie in te nemen was echter gedoemd te mislukken. Eén programmapunt trok namelijk de aandacht: ‘Nederland is geen immigratieland, dus stop de vreemdelingenstroom’. Volgens velen bleek hieruit het racistische, extreemrechtse dan wel fascistische karakter van de CP.

Na een jaar eerder zonder succes aan de Tweede-Kamerverkiezingen te hebben deelgenomen slaagde Janmaat er in 1982 in om met 0,8 procent van de stemmen als kamerlid verkozen te worden. Extreem-rechts was vertegenwoordigd in het nationale parlement - en het was precies dit feit dat door politieke geestverwanten elders met het nodige respect werd waargenomen. In de eropvolgende jaren leek de groei van de CP zich door te zetten. Zo haalde de partij in 1984 een score van 2,5 procent bij de Europese verkiezingen. Echter, wellicht mede als gevolg van de successen brak een interne strijd uit. Janmaat zou te veel macht naar zich hebben toegetrokken. Op een in mei 1984 gehouden partijcongres werd hij gedwongen af te zien van het voorzitterschap van de partij. Janmaat verzette zich tegen dit besluit en het deels persoonlijke en deels inhoudelijke conflict verhardde. In oktober 1984 kwam het uiteindelijk tot een royement van Janmaat vanwege diens eigenmachtig, ondemocratisch optreden. Daarmee sneed de CP zich wel behoorlijk diep in eigen vlees: met het vertrek van het kamerlid verdwenen de overheidssubsidies en kwamen de financiële problemen. Janmaat zelf zat trouwens niet stil. In november 1984 was een nieuwe partij opgericht, de Centrumdemocraten. Janmaat sloot zich erbij aan en nam het partijleiderschap op zich.

Het verkiezingsjaar 1986 betekende het einde van de CP, al werd bij de raadsverkiezingen nog een handvol zetels behaald. De partij moest om mee te mogen doen aan de Kamerverkiezingen van mei echter opnieuw ondersteunende handtekeningen verzamelen en deed dat in enkele gevallen onder valse voorwendsels. Misleidde ondertekenaars stapten naar de rechter en deze veroordeelde de partij tot het betalen van schadevergoedingen. Dat kon de partij niet opbrengen en de CP zag zich gedwongen faillissement aan te vragen; het was gedaan met de moederpartij van wat de Centrumstroming wordt genoemd. De opvolger liet niet lang op zich wachten: al in mei 1986 herrees de CP als Centrumpartij '86. In de eerste jaren van haar bestaan leidde deze partij een uiterst marginaal bestaan, om pas rond 1990 weer tot leven te komen. Op lokaal niveau boekte de CP'86 enkele successen, om vervolgens een nieuwe cyclus van groei, succes en verval mee te maken. Midden jaren negentig leidden interne conflicten tussen radicalen en meer gematigden tot scheuring en splitsing. Met het genoemde resultaat: de CP'86 verloor bij de raadsverkiezingen van 1998 al haar zetels, en de afgesplitste (gematigde) Volksnationalisten Nederland (VNN) slaagde er evenmin in zetels te behalen.

De CD verging het lange tijd een stuk beter. Daar zag het in 1986 niet naar uit. Bij de raadsverkiezingen werd geen enkele zetel behaald en de kamerzetel van Janmaat ging verloren. Maar de partij krabbelde na verloop van tijd overeind. En tot veler verbazing boden de Kamerverkiezingen van 1989 Janmaar de gelegenheid zijn rentree als kamerlid te maken.

De CD zat weer in de lift, om met een totaal van 77 zetels een hoogtepunt te bereiken bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. De Kamerverkiezingen van dat jaar leverde weliswaar winst op (van een naar drie zetels), maar dat viel de CD nogal tegen en vele anderen mee. Bij de Europese verkiezingen van juni 1994 wist de CD nog maar één procent der stem-

[pagina 33]
[p. 33]

men te halen. De CD leek, althans in electoraal en cijfermatig opzicht, terug in de marge van de Nederlandse politiek, een positie die anno 1998 lijkt te gelden voor heel extreemrechts in Nederland.

In de marge

Het gaat te ver om te zeggen dat extreem-rechts, en dan met name het partij-politiek georganiseerde rechtsextremisme, in Nederland helemaal niet (meer) bestaat. Zo deden bij de raadsverkiezingen van maart 1998 in totaal niet minder dan vijf extreemrechtse partijen mee (CD, CP'86, VNN, NB, Lijst Glimmerveen).

Goed, ze deden in lang niet alle gemeenten mee en ze hadden niet of nauwelijks succes, maar ze wáren er. Extreem-rechts in Nederland bestaat dus wel degelijk, maar wie haar wil vinden moet zoeken in de marge van de politiek. Wat kiezers betreft blijkt er immers slechts een beperkte aanhang geworven te kunnen worden, het totaal aantal leden van alle extreem-rechtse organisaties in Nederland komt zelfs in ruime schattingen niet boven de 2.500, van die leden is slechts een zeer beperkt deel bereid tot het verrichten van politieke activiteiten, en van politiek en anderszins geschoold top- en middenkader is in feite geen sprake.

De vraag is natuurlijk hoe dat kan. Waarom slaagt extreem-rechts in Nederland er maar niet in de marge te verlaten, terwijl het vergelijkbare verschijnsel in Vlaanderen (en elders) een politieke factor van betekenis is (geworden)? Deze vraag kent verschillende antwoorden, waarvan er enkele zullen worden aangestipt.

Voor de verklaring van succes van extreem-rechts bij verkiezingen kunnen ruwweg twee stromingen worden onderscheiden. Enerzijds wordt gewezen op de aanwezigheid van politieke onvrede en politiek protest. Maatschappelijke ongenoegens en frustraties en ontevredenheid met hoe ‘de politiek’ problemen definieert en oplost zouden een vruchtbare voedingsbodem voor proteststemmers en daarmee (mede) voor extreem-rechts vormen. Het geringe succes van extreem-rechts in Nederland zou dan het gevolg zijn van de geringe aanwezigheid of intensiteit van dergelijke gevoelens. Daarvan is echter slechts gedeeltelijk sprake: hoewel internationaal vergelijkend onderzoek keer op keer wijst op de relatief grote tevredenheid onder de Nederlandse bevolking, is niet iedereen altijd even tevreden. Ook in Nederland bestaat een zekere mate van politieke onvrede en politiek cynisme, in ieder geval meer dan de marginale positie van extreem-rechts zou kunnen doen vermoeden.

Naast de protest-these is er de these waarin vreemdelingenhaat centraal staat. Volgens deze opvatting bloeit extreem-rechts op een bodem van afkeer van vreemdelingen en asielzoekers. Omdat dergelijke gevoelens van afkeer in Nederland niet wijd verspreid zouden zijn, zijn de kansen voor extreem-rechts gering, is dan de redenering. Ook deze verklaring is weinig bevredigend: in Nederland bestaat ruime steun voor bijvoorbeeld de opvatting dat er teveel buitenlanders in het land zijn, dat werkloze buitenlanders dienen te remigreren, en dat het aantal asielzoekers te hoog en het asielbeleid te soepel is. Het moge wellicht zo zijn dat dergelijke opvattingen minder breed gedeeld worden dan in bijvoorbeeld Vlaanderen, maar dat laat onverlet dat extreem-rechts in Nederland er absoluut niet in is geslaagd de mensen met die opvattingen te mobiliseren en te verenigen.

Moet de marginale positie van extreem-rechts in Nederland dan misschien worden toegeschreven aan het ‘kapen’ van haar opvattingen en kiezers door andere, gevestigde partijen? Hoewel met name de conservatiefliberale VVD en haar leider Frits Bolkestein is verweten in te spelen op gevoelens en opvattingen met extreem-rechtse lading, heeft ook deze suggestie weinig overtuigingskracht. Zo wijst kiezersonderzoek op een zeer zwak verband tussen iemands opvattingen over ‘het vreemdelingenvraagstuk’ en stemgedrag. Overigens lijkt het niet zo te zijn dat in Nederland strijdpunten die extreem-rechts een kans geven meer dan in andere landen worden overgenomen door andere partijen. Hier komt bij dat de redenering soms heel anders loopt: voor Vlaanderen is wel beweerd dat het ‘overnemen’ van extreem-rechtse opvattingen door traditioneel rechts het Vlaams Blok juist heeft geholpen, al was het maar door die opvattingen bespreekbaar en respectabel te maken.

In de laatste geregeld genoemde maar zwakke verklaring voor het kwijnende bestaan van extreem-rechts is de hoofdrol weggelegd voor Janmaat, die met zijn gebrek aan ‘charisma’ en organisatorisch vermogen extreemrechts klein zou hebben gehouden. Enkele zwakke plekken in deze redenering zijn dat Janmaat ook aanwezig was bij de hoogtepunten van extreem-rechts (eind 1993 stond de CD boven de 5 procent in de peilingen); dat Janmaat weliswaar het bekende gezicht van extreem-rechts is, maar dat er altijd ook andere extreem-rechtse partijen en politici zijn geweest; en dat het succes van extreem-rechts in andere landen al te zeer aan personen wordt opgehangen. Wat dan? Voor een beter begrip van het wankele bestaan van extreemrechts in Nederland moet veeleer gekeken worden naar de historische, maatschappelijke en culturele context van het verschijnsel. Hét grote verschil tussen Nederland en België (Vlaanderen) lijkt te zijn dat het Vlaams Blok voortkwam uit en banden had en heeft met een brede, reeds lang bestaande beweging, terwijl de Centrumstroming in Nederland een geïsoleerd verschijnsel was en is.

Anders dan in België is de vraag naar de eigen nationale identiteit in Nederland

[pagina 34]
[p. 34]


illustratie

geen relevante vraag. Die vraag is lange tijd geleden beantwoord en eigenlijk is er niemand die dat antwoord opnieuw aan de orde wil stellen. Hoe anders is dat in België, waar de vraag naar de eigen identiteit nog immer actueel en politiek relevant en geladen is. Het nationalisme en nationaal bewustzijn leeft in Vlaanderen en heeft een reeds lange traditie en het Blok is erin geslaagd voeling te houden met dit nationalisme en deze traditie (in de meer radicale variant). Extreem-rechts is in Vlaanderen altijd in enige mate actief gebleven in de marge van de samenleving, in het bijzonder binnen de Vlaamse beweging. Bestaande structuren hebben de tand des tijds doorstaan en konden worden geactiveerd en gebruikt door het Vlaams Blok, dat niet alleen de aanwezige netwerken kon benutten maar ook geschoold kader wist te recruteren om vervolgens kiezers te kunnen winnen. In Nederland ontbreekt een dergelijke nationalistische of anderszins voor extreem-rechts vruchtbare subcultuur. Op het niveau van het gedachtegoed noch waar het gaat om het bestaan van ontwikkelde en vitale netwerken en organisaties is de Nederlandse situatie vergelijkbaar met de Vlaamse. Extreem-rechts in Nederland komt niet voort uit en heeft nimmer aansluiting weten te vinden bij enige culturele, maatschappelijk of politieke beweging van betekenis, en was en is daarmee welhaast gedoemd tot een plaats in de maatschappelijke en politieke marge.

Tot slot

Ook al doen de uitslagen in het verkiezingsjaar 1998 misschien anders vermoeden: extreem-rechts in Nederland bestaat. Het was en is een vanuit diverse perspectieven geïsoleerd verschijnsel met geringe groeimogelijkheden, maar aan de blote aanwezigheid ervan kan moeilijk worden getwijfeld. Het zou ook al te riskant zijn het verschijnsel dood te verklaren. Dat is al een keer eerder (in 1986) gebeurd, maar toen bleek de wens te zeer de vader van de gedachte. Ook voor de toekomst kan een comeback van extreem-rechts niet worden uitgesloten. Extreem-rechts in Nederland is namelijk een even marginaal als hardnekkig verschijnsel.

 

Belangrijkste geraadpleegde bronnen: Jaap van Donselaar m.m.v. Carien Nelissen, Monitor racisme en extreem-rechts. Eerste rapportage (Leiden: LISWO, 1997); Joop van Holsteyn & Cas Mudde, Extreemrechts in Nederland (Den Haag: Sdu, 1998); Cas Mudde, The Extreme Right Party Family. An Ideological Approach (Leiden: Leiden University, 1998); Cas Mudde & Joop van Holsteyn, The Netherlands. Explaining the limited success of the extreme right, in: Paul Hainsworth (ed.), The Politics of the Extreme Right. From the Margins to the Mainstream (London: Pinter, 1998).

Joop van Holsteyn is verbonden aan de vakgroep Politieke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Leiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken