zien niet alleen den vernuftigen geleerde, maar den goeden, inbraven vlaamschen zendeling, vol zelfsopoffering, vol medelijden. Een groot herte! We denken aan hem, aan de ontelbaren van de onzen die over de wereld verspreid aan allen brengen willen, met het woord Gods en de evangelische broederlijkheid, de kristelijke beschaving.
We huldigen met herkentelijk zaliger deken De Bo. Een voorman onder de vlaamsche zwoegers van de eerste ure. Een geleerde van 't land in zijne kunden en van 't volk in zijne tale. Een nederig man die nooit de glorie zocht, maar die ze nu krijgen zal door 't nageslacht, rechtmatig en trotsch.
We huldigen met dankbaren eerbied Hugo Verriest, omdat we in hem zien den levenswekker van zijn volk, omdat we in hem beseffen met de bitterheid van den tijd, toch ook de zege van thans. We zijn hem dankbaar, den braven pastoor van te lande, omdat hij met zijn begeesterend en wonder woord wakker schudde het stam-bewust-zijn en de fierheid van ons allen en door de wereld droeg den naam van een groot-klein volk. In hem huldigen we het leven na eerst te hebben gegroet deze die rusten in den dood.
Drie edele zielen die, verkondigers van Gods woord en priesters des Heeren, dit woord en die waardigheid gebruikten in de liefde, die van beide de uiting en de staving is.
Dubbel zijn wij, katholieken, er hun dankbaar om.
‘Nieuwe Wegen’ brengt zijn groet en zijn hulde in het koor dat opgegaan is hun ter eere. Daarmee is voldaan aan een dierbaren plicht, dien we deswegens met oprechte meening hier vervullen.