Vyff geestelicke liederen
(1592)–Anoniem Vyff geestelicke liederen– Auteursrechtvrij
Naer de voyse.
| |
[Folio A5v]
| |
Ga naar margenoot+Sonder smetten, ontfangen is.
Ga naar margenoot+Jn Maria de Maget claer,
Ga naar margenoot+En door Godes Cracht, seer wonderbaer
So de Heylige Gheest verclaert
Ga naar margenoot+Een Sone Godts van haer gebaert.
Ga naar margenoot+Die heeft voor onse, sonden al,
Ga naar margenoot+Geleden in dit, Aertsche dal,
Ga naar margenoot+Js ghecruyst en gestoruen, O:
Ga naar margenoot+Onder Pontia Pilato.
Ga naar margenoot+Begrauen so is, sijn lichaem,
Hy is gedaelt, so wy verstaen,
Ter hellen neder, tonser baet,
Ga naar margenoot+Onsen trooster, en advocaet.
Ga naar margenoot+Tenderden dage, so is hy:
Ga naar margenoot+Uander doot, opgestanden vry,
Ga naar margenoot+Wt den Graue, verresen claer,
Ga naar margenoot+En verwan ons vyanden swaer.
Ga naar margenoot+Ten Hemel hooch, Jn Godes troen,
Ga naar margenoot+Js hy opgeclommen ydoen,
Ga naar margenoot+En sidt ter rechter handt, Crachtich:
Ga naar margenoot+Godt des Uaders, alles machtich.
Ga naar margenoot+Uan daer by weder, comen sal,
Ga naar margenoot+Om te rechten, ons menschen al,
Ga naar margenoot+De leuende, en doode tzaem.
Wy geloouen ock minst en meest,
Ga naar margenoot+Uan herten inden Heyligen Geest,
Wy belijden, hier in dit perck:
Ga naar margenoot+Een algemeijn, Christlijcke Kerck.
Ghemeinschap, der heyligen mee,
| |
[Folio A6r]
| |
Oock der sonden vergeuinge,Ga naar margenoot+
En onses vlees, verrijsenis,Ga naar margenoot+
Een eewich leuen, zeer ghewis.Ga naar margenoot+
Dit is, onsen Ghelooue reijn,
Dwelck wy belijden groot en cleijn,
Ende wat, Godes woort meer leert,
Werdt van ons ghelooft, en gheeert.
Wy bidden dy, Godt Uader goedt,
Ons toch voor valsche, leer behoedt,
Jn dyne waerheyt, altzamen:
Behoudt ons, O Heere Amen.
FINIS. |
|