Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groot bescheurboek (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groot bescheurboek
Afbeelding van Het groot bescheurboekToon afbeelding van titelpagina van Het groot bescheurboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.51 MB)

Scans (62.65 MB)

ebook (28.88 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groot bescheurboek

(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders


Vorige Volgende
[pagina 234]
[p. 234]

Alles zal ik zeggen, alles. Het dagboek van Aarnout

maandag, 17 mei, 1982.

 

‘Deze dag, die mij nu onbelangrijk lijkt, zal heel anders lijken wanneer ik over een paar jaar deze bladzijde herlees. Misschien is dat wel de enige reden waarom ik ga proberen een dagboek bij te houden.’

Dat schreef de Franse schrijver Julien Green op 9 april 1926. Het zijn de eerste regels uit de Nederlandse vertaling van zijn beroemde Journaal. Het zijn dus nu ook de eerste regels van mijn dagboek, want ik heb de knoop doorgehakt: ik word schrijver. Of nee, ik bén schrijver, want nu schrijf ik!

Twintig jaar heb ik met mijn schrijverschap rondgelopen, zonder dat er één letter op papier kwam, verlamd als ik was door het lezen van nagenoeg de gehele wereldliteratuur. O, ideeën, plannen en concepten genoeg, maar dan stuitte ik prompt weer op een auteur die mijn thematiek oneindig veel beter had uitgewerkt. Vandaag breekt mijn eigen authentieke schrijversstem door.

Ik heb de vorm van het dagboek gekozen, want authentieker kan het niet. Het dagboek is een in Nederland vergeten genre, maar daar komt verandering in. Ik heb vijf snipperdagen genomen, want de eerste klap is een daalder waard. Daarna hoef ik me dagelijks slechts een uurtje af te zonderen om een nieuwe bladzijde toe te voegen aan dat wat een onthullend en magistraal verslag moet worden van het leven van zomaar een Nederlander in de Tachtiger Jaren. Dat ik na publicatie van dit dagboek niet ‘zomaar een Nederlander’ meer ben, spreekt vanzelf. Wie dan leeft, dan zorgt.

Een stukje uit het Journaal van Julien Green zou ik als motto aan dit boek willen meegeven, geschreven op 1 april 1932: Uit Stevensons essay over Whitman heb ik een zin overgeschreven die ik als motto in mijn dagboek zou willen zetten: ‘In heel Shakespeare zijn niet genoeg woorden te vinden om ook maar een klein gedeelte uit te drukken van wat een mens in één uur ervaart.’

Het is maar al te waar wat Green hier zegt, dat heb ik ervaren gedurende het uur dat ik nu aan dit dagboek werk. Alles zal ik zeggen, alles.

 

dinsdag, 18 mei 1982.

 

Vandaag de hele dag in Joseph Goebbels' Dagboek 1945 gelezen, dat ik vorige week op mijn vijfendertigste verjaardag van Gemma kreeg.

Fascinerende lectuur! Het is natuurlijk gek om te zeggen van zo'n figuur, maar ik bewonder hem wel om het feit dat hij ook in de laatste dagen van de oorlog met een ijzeren discipline zijn dagboek bijhield.

Ook toen Berlijn aan alle kanten ingesloten was en de oorlog elk moment kon zijn afgelopen, bleef Goebbels dagelijks enkele tientallen bladzijden toevoegen aan zijn immense dagboek dat in 1925 begon. Maar hij begreep natuurlijk toen al de historische waarde die dit dagboek na de oorlog zou krijgen. Elke dag beschrijft hij zeer uitvoerig de steeds veranderende militaire situatie en zijn eigen doen en laten.

12 maart 1945: ‘'s Avonds ben ik verscheidene uren bij de Führer. De Führer maakt een bijzonder krachtige en zelfverzekerde indruk en ook wat zijn gezondheid betreft lijkt hij me in opperbeste vorm te zijn. Ik overhandig hem een exemplaar van Carlyles Frederik de Grote, dat ik nog bezat en waar hij heel blij mee is. Hij legt er de nadruk op dat het de grote voorbeelden zijn, waaraan wij ons nu moeten oprichten en dat onder hen Frederik de Grote de uitzonderlijkste persoonlijkheid is. Wij moeten er een eer in stellen om ook in onze tijd een voorbeeld te geven, opdat latere generaties zich onder vergelijkbare crises en belastingen op ons kunnen beroepen zoals wij ons thans op helden uit de geschiedenis van het verleden moeten beroepen.’

Ik zou natuurlijk dagelijks het wereldnieuws kunnen samenvatten en er mijn visie op geven. Toch is mij dat te onpersoonlijk en niet literair genoeg. Ik streef niet naar eeuwigheidswaarde, maar op zijn minst moet iemand in 1995 toch een indruk krijgen van het turbulente leven van een intellectueel in de tachtiger jaren. Wilt u het Totale Dagboek?!

 

woensdag, 19 mei 1982

 

Vandaag de hele dag in de dagboeken van Anaïs Nin gelezen. Mijn hemel, wat een roerig leven! Wat gebeurde er veel. Wat een fel levende vrouw. Veel van de roem van haar dagboeken wordt natuurlijk ook ontleend aan haar vriendschap met Henry Miller.

Juni 1933: ‘Henry weet niet waaraan hij lijdt. Ik zeg het woord “eclips” en dat woord is genoeg om de chaos van Henry te illumineren en hij begint weer samen te vloeien. Ik haal zijn versplinterd brein bij elkaar. Ik laat hem zich concentreren op zijn richting, zelf-kennis. Hij laat mij de straten proeven, café's, films, eten en drinken, en hij smaakt de vreugden van het bewustzijn. “Hoe waar, hoe waar”, roept hij. En hij begint bijna onmiddellijk te werken. Dit dagboek blijkt een kolossaal, alles overspoelend hunkeren naar waarheid, aangezien ik, door het schrijven, het risico loop het hele optreksel van mijn illusies, al de giften die ik heb gedaan, alles wat ik creëerde en beschermde, iedereen die ik redde van de waarheid, te vernietigen.’

Ken ik beroemde schrijvers? Vorig jaar, toen ik Gemma weer 's een dagje Amsterdam liet proeven, hebben we Manuel Van Loggem zien lopen. Tenminste, ik zou zweren dat het 'm was, hij droeg een geinig artistiek petje. Gemma had nog nooit iets van hem gelezen en was dus niet zo gemotiveerd om achter hem aan te gaan. Boekhandel Paats organiseert hier wel 's middagen waarop schrijvers komen signeren. Ik zou dan zo'n schrijver scherp kunnen observeren om er in mijn dagboek verslag van te doen.

[pagina 235]
[p. 235]

donderdag, 20 mei 1982

 

Vandaag de hele dag in de Particuliere Dagboeken van Paul Léautaud gelezen. Zo openhartig en vrijmoedig zou mijn dagboek moeten worden. Wat een stormachtige verhouding had Léautaud met Madame Cayssac, die hij eerst de Panter en later de Gesel noemde.

Donderdag 12 juni 1924: ‘Er is niets stommers dan een vrouw die een geliefde heeft, die ze doorlopend aan het afkraken is, geestelijk en lichamelijk, en dát terwijl ze hem in bed geweldig vindt en dat ook bewijst. Idem wanneer ze zegt dat ik bij geen enkele vrouw in de smaak kan vallen. En zij dan? De zogenaamde opmerking van antiquair P...kan men vergelijken met de opmerking van de moeder van Madame D..., toen ze verleden jaar tegen me zei: “Wat zou u op uw leeftijd nog met een vrouw kunnen doen?” Toen de P...en ik naast elkaar in bed lagen, hebben we daar goed om gelachen, terwijl ze mijn....afzoog en ik haar v....en vervolgens n..., tot haar grote voldoening. Dát deed ik nou met een vrouw. Zij zelf (ze had haar mond vol en daar was alle reden toe) vond het verhaal heel grappig.’

Zou ik zo kunnen schrijven over mijn verhouding met de Antilope (Gemma)? Twee weken nu al hebben we geen g...meer gehad, zelfs niet...Vanmorgen gaf ik haar een...., waar ze een beetje van schrok, leek me. Zal ik de A...vanavond zacht achter haar oren...? Daar is ze altijd wel gevoelig voor.

 

vrijdag, 21 mei 1982

 

Vandaag de hele dag gelezen in het Geheim Dagboek van een puritein, van Samuel Pepys, een 17e eeuwse hoge Engelse ambtenaar.

Dat is natuurlijk ook een oplossing: zo nauwgezet mogelijk de huishoudelijke beslommeringen van alle dag noteren.

31 december 1664: ‘Vandaag mijn balans over het hele jaar opgemaakt. Ik ben er tot na twaalven mee bezig geweest en het was bitter koud; maar ik was wel tevreden over mijn bevindingen want door Gods grote genade bezit ik nu £ 1349; ben dit jaar dus £ 500 rijker geworden.

Zodra de klok één sloeg, ben ik naar mijn vrouw gegaan, die in de keuken bij het haardvuur zat en heb haar gekust en een gelukkig nieuwjaar toegewenst.’

Het nadeel van zo'n alledaagse registratie is natuurlijk, dat hij pas over een eeuw of wat echt interessant gaat worden, terwijl ik bij mijn leven wel graag de vruchten van mijn literaire gaven wil plukken.

De hele avond girorekeningen uitgeschreven. Mijn nieuwe saldo bedraagt ƒ 217,50. Toen ik in bed kwam, sliep Gemma al.

 

zaterdag, 22 mei 1982

 

Vandaag de hele dag in het Dromenboek van Frederik van Eeden gelezen. Dat is wel een heel originele manier om je innerlijk te verwoorden: een registratie van je nachtelijke droom, een Nachtboek dus eigenlijk. 22 september 1917: ‘Gisternacht voor 't eerst sinds veel maanden weer demonen gezien. Met dit bizondere dat mijn stem, toen ik ze verdreef, door mijn vrouw gehoord werd. Ze hoorde mij roepen: ga weg! en daarbij hijgde ik. De demonen waren niet zeer schrikwekkend. Een was er in een klein gangetje en hij maakte het helder licht, door kunstlicht. Een ook toonde alleen een paar handjes achter een deur. Ik riep “wil je weggaan!” en schold hem uit voor “wandelstok!” “zakdoek!” en zulke leevenlooze voorwerpen, daar ik wist dat ze daardoor 't meest beledigd zijn.’

Gisternacht droomde ik weer dat ik lakei was op Huis ten Bosch. Elke keer als de Koningin gebeld had, leek het alsof ik de trap van de keuken naar haar vertrekken opzweefde, als ik haar het gevraagde ging brengen. Ik deed kennelijk iets verkeerd, want ze was heel kwaad. Ze gooide me zelfs de hamer en de beitel waarmee ze aan het hakken was geweest, naar mijn hoofd.

 

zondag, 23 mei 1982

 

Vandaag een fantastisch idee gekregen, want zo kan ik natuurlijk niet doorgaan. Mijn visie op de dagboeken van beroemde voorgangers is zeker interessant, omdat het veel over mijzelf vertelt, maar ik denk toch niet dat mijn dagboek veel opschudding zal veroorzaken, als het gepubliceerd wordt, daarvoor is het genre te bekend. En toen dacht ik, als ik nou 's een brievenboek samenstelde? Mijn correspondentie met door mij bewonderde schrijvers! Dit idee gaf me zoveel energie, dat ik onmiddellijk aan de slag ging, zodat ik bij mijn avondwandeling met de hond, de volgende brief op de post kon doen.

 

Geachte heer Reve,

U kent mij niet, maar ik ken u wel!

 

Tenminste, als je een schrijver uit zijn boeken kan leren kennen. Dat is trouwens ook mijn vraag aan u: bent u van mening dat het voor de meer dan oppervlakkige lezer noodzakelijk is veel te weten van de schrijver privé? Bijvoorbeeld uit zijn dagboeken en/of brieven? Ikzelf ben daar nog niet helemaal uit, vandaar dat ik erg benieuwd ben naar de mening van u, die ik, in alle bescheidenheid, mijn Toekomstige Broeder in de kunst mag noemen.

Twee postzegels voor antwoord sluit ik hierbij in.

 

Uw bewonderaar,

Aarnout

 

(Volgende week verschijnt, bij Uitgeverij Athenaeum, Polak & Van Gennep, Reve's nieuwe Brievenboek ‘Brieven aan Aarnout B.’)

[pagina 236]
[p. 236]

Rapsodies Drukken

Mooie film was dat, op Duitsland III. Nu maar weer eens naar bed. Even drukken nog op de andere kanalen. Druk: Alan Ladd stapt aan de andere kant van zijn paard af (want daar stond altijd een kistje klaar, omdat hij zo klein was).

Druk: de Combo De Tijd van Toen onder leiding van Al van Dam in de Stadsfeestzaal te Aarschot bij een show van zestigplussers.

Druk: De Ayatollah Komeiny zit zwijgend tegenover Gadaffi, die juist zegt: ‘And it is this Power that makes us...’

Druk: Koos Postema, achter een desk, kijkt op van zijn papieren en zegt: ‘Nou en hoe dat allemaal in zijn werk ging daar in Den Haag, vertelt...’

Druk: Een rugby-scrum, zo te zien tussen Wales en Schotland.

Druk: De Paus test, op het balkon, de batterij opgestelde microfoons en zijn ‘Boeoeoeoe’ schalt over het Sint Pietersplein.

Druk: De stem van Ton Lensink over een rietkraag waarin een rijtje jonge eendjes, achter de moeder aan, wegzwemt.

‘maar er is nog een àndere Biesbos en dat is de Biesbos...’

Druk: Jean Gabin ziet log en broeierig toe, zijn handen in zijn zakken, hoe Brigitte Bardot, een bontjasje aan, haar rokje opstroopt aan de hoek van zijn bureau. Hoe heette die film ook alweer? U blijft kijken en u drukt voorlopig niet meer. Ja straks, over een uurtje, maar dan sneeuwt het op de meeste kanalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken