bron:
Jan Pieter de Bie, Johannes Lindeboom en D. Nauta, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 6. Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage 1949
LIGNON (Abraham Louis Du), is geboren te Amsterdam omstreeks 1710 en aldaar overleden den 7en Nov. 1789. Omtrent zijn ouders en zijn jeugd is niets bekend, en evenmin of hij in eenige familierelatie bestaan heeft tot Pierre Du Lignon (zie vor. art.). De eerstgen. werd op 20 jarigen leeftijd den 18en Sept. 1731 ingeschreven als student in de theologie aan de Leidsche hoogeschool. Na voltooiing zijner academische en kerkelijke studiën toegelaten als ‘proposant’ werd hij den 12en Dec. 1737 beroepen bij de Waalsche Gemeente te Groede tot opvolger van Claude Wicart, die een half jaar te voren in zijn bediening geschorst onder beschuldiging van ‘erreurs papistiques’ bepaaldelijk ten opzichte van het H. Avondmaal, in Sept. 1737 voor altijd van de gemeente was afgesneden. Den 1en Juni 1738 werd Du Lignon aldaar bevestigd. Het ligt voor de hand dat hij in zijn eerste gemeente ijverig heeft gestudeerd, gelet op zijn van veel kennis getuigende werken, die hij reeds kort na zijn vertrek vandaar heeft uitgegeven. Ondanks deze studie heeft hij zijn ambtelijke bezigheden niet verwaar-
[p. 38]
loosd. Hij trad zelfs actief op in de Waalsche gemeente te Aardenburg, waarvan hij van 21 Jan. 1740 tot 3 Juli 1741 consulent was. Het ging daar om het beroepen van een nieuwen predikant. Er was oneenigheid ontstaan tusschen den Kerkeraad en de burgerlijke Overheid. De magistraat wilde nl. een bepaald predikant zien aangesteld, die echter door den Kerkeraad werd afgewezen. Door dit geschil werd het beroepingswerk geremd, daar geen handopening werd verleend. De regeering week niet af van haar standpunt, en gaf als haar meening te kennen, dat de weigering van de zijde des Kerkeraads slechts uit ‘theologischen iver’ en uit de zucht van den consulent, Ds. A. Du Lignon van Groede om, ware het mogelijk, zich zelf als predikant op te dringen, te verklaren was. Nochtans werd door een handigheid van Du Lignon de handopening
verkregen van den Raad van State. Dit werd door de Magistraat niet aanvaard. Toch moest deze er zich ten slotte bij neerleggen en afzien van een verandering in de samenstelling van den Kerkeraad. De proponent Elie Palairet, den 3en Juli 1741 te Aardenburg beroepen, werd er den 22en Oct. d.a.v. bevestigd. Met hem heeft Du Lignon zijn leven lang op den voet van intieme vriendschap verkeerd.
Den 2en Mei 1749 nam laatstgen. een beroeping aan naar Doornik, waar hij in Juni d.a.v. bevestigd werd door Ds. J.L. Barbin, predikant te Yperen. Hij was daar niet alleen werkzaam als predikant der kleine Waalsche gemeente, maar was er tevens benoemd tot garnizoenspredikant; en stond als zoodanig in hooge achting. De stad Doornik, waarin op grond van het Barrièretractaat een Nederlandsch garnizoen lag, was juist weer heroverd op de Franschen, die haar vier jaren lang in hun macht hadden gehad.
In den tijd van Du Lignons werkzaamheid aldaar waren de meeste Protestantsche gemeenten in Frankrijk opgeheven, en de Protestanten werden bediend door zoogen. pasteurs du désert. In Picardië was de toestand vrijwel hopeloos, menig huwelijk van aldaar wonende Protestanten werd dan ook in de Barrière stad Doornik ingezegend. Van ver uit den omtrek kwamen de Protestanten de hulp van Du Lignon aldaar inroepen niet slechts voor huwelijksbevestiging, maar ook voor den Doop hunner kinderen en andere kerkelijke belangen.
Bij al den arbeid, waardoor hij in beslag werd genomen, vond Du Lignon nog gelegenheid een aantal geschriften van zijn hand in het licht te zenden. Zij behandelen voornamelijk Bijbelsche en profane antiquiteiten, en zijn alle door hem in de Fransche taal gesteld.
Zijn lijkrede op Prins Willem IV, uitgesproken den 31en Oct. 1751, negen dagen na diens overlijden, onderscheidt zich gunstig van zoovele andere bij dezelfde gelegenheid in druk verschenen. Al draagt ook zij de kenmerken van den tijd, waarin zij gehouden werd, zooals zekere overdrevenheid in opzet en beeldspraak, toch trekt zij de aandacht door haar dieperen, zinrijken inhoud. Zij is meermalen herdrukt en ook in Nederlandsche vertaling uitgegeven.
Uit zijn verdere uitgaven blijkt dat hij zich vooral gaarne bezighield met O. Testamentische studie. Op dit terrein bezat hij een encyclopaedische kennis, welke hij trachtte te brengen binnen het bereik van minder geletterden, die wegens gebrek aan beschikbaren tijd of door den afstand, waarop zij woonden van de groote bibliotheken, niet in staat waren uitgebreide werken van groote geleerden te bestudeeren. In de Préface van zijn Histoiré de l'Idolatrie payenne verklaart hij ten behoeve van dergelijke categorieën van menschen zijn boeken te willen schrijven. En dit is blijkbaar geen
[p. 39]
vruchtelooze arbeid geweest. Laatstgen. werk, handelende over de onderscheiden fabelleer van de volken om de oude wereldzee, was binnen een half jaar zoo goed als uitverkocht.
Ook stelde hij met zijn vriend E. Palairet een Catechismus samen, in 1772 uitgegeven te Londen, omdat voornoemde Palairet inmiddels predikant te Greenwich was geworden. Voorin leest men: ‘Les personnes de Picardie qui se présentent pour être reçues chez nous à la Communion sont priées de se servir de ce Catéchisme, et de 's attacher surtout à la Controverse; ils doivent aussi savoir parfaitement l'Oraison Dominicale, le Symbole des Apôtres et les dix Commandements’. Ainsi conclu en Consistoire à Tournay, par les Conducteurs de l'Eglise Wallonne’.
In 1782 werd het Barrièretractaat opgeheven. Het garnizoen keerde naar Holland terug, en de Waalsche Gemeente van Doornik verloor haar financieelen steun en tevens dien van staatswege. Du Lignon ontving nog een beroep naar Aardenburg, waarvoor hij echter bedankte (Kerkeraadsacta van 4 Juni en 3 Juli 1782). Dit beroep was uitgebracht op grond van een aanschrijving der Synode, waarbij deze erop aandrong de predikanten die door het verdwijnen der Barrièresteden broodeloos waren geworden, den voorrang te geven bij een beroeping. Dat Du Lignon in eigen onderhoud kon voorzien, was de reden, waarom hij deze beroeping afwees. Aan de Waalsche Synode in Sept. 1782 te Middelburg gehouden, liet hij weten, dat zijn gemeente niet langer zou kunnen bestaan. Daar Keizer Jozef II haar echter (10 Juli 1782) had toegestaan een nieuwe kerk te bouwen, liet Du Lignon een oproep tot steun aan de Nederlandsche kerkelijke gemeenten drukken (22 Apr. 1783), omdat zijn gemeente de middelen tot den bouw van een bedehuis niet kon bijeenbrengen. Zij kon zich dan ook niet handhaven. In 1785 verliet Du Lignon haar, om zijn laatsten levenstijd te Amsterdam door te brengen. Doornik ontving eerst onder het Nederlandsch bewind weer een eigen predikant.
Een portret van A. Du Lignon is niet bekend. Van hem zijn de volgende geschriften in druk verschenen:
1. Oraison funèbre dit Stadhouder Guillaume IV. Leyde. 1751. 2. Debora Moderne ou la Hollande consolée. Sermon sur l'Installation de son Altesse Royale, madame la Princesse Anne d'Angleterre, Douairière d'Orange, comme Gouvernante, et Tutrice, pendant la minorité de son Altesse Seren. Guillaume Vme Stadhouder héréditaire, Capitaine général et Amiral des Provinces Unies. S.l. et d. (1752). 8o - In het Ned. vert.: Holland in rouw Hollandt getroost, begreepen in Twee leerredenen, d'Eene over de doodt van wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid Willem de IVe uit Josua XXIV vs. 29; en d'andere over d'Aanstelling van Haare Koningklijke Hoogheit Anna, van Engeland, Douairière van Oranje, als Gouvernante en Voogdesse geduurende de minderjaarigheid van Zyne Doorlugtige Hoogheid Willem V, Erf-Stadthouder, Capitein-Generaal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden, uit Rigteren IV:4. Na den 2en dr. uyt het Fransch vertaalt. Amst. 1752. - Histoire de l'Idolatrie Payenne ou description poétique historique et critique, de toutes les fausses Divinitez du Paganisme. Amst. 1753. 8o. - Holl. vert.: Historie van de Afgoderij of Inleiding tot de Fabuleuze, Historische en Critique kennisse van alle valsche Godtheden. (Boekz. 1752b, 619). - La vie de la Reine Esther, avec des Remarques critiques et morales. Ou l'Eglise persecutée et delivrée de ses souffrances. Leide 1754. 8o. -
Dictionnaire de la Bible portatif: ou Indice étendu et raisonné de toutes les Manières, renfermées dans les Livres canoniques de l'Ancien et du Nouveau Testament;
[p. 40]
tant par rapport à l'Histoire, qu'en regard à la Morale, et à la Géographie sacrée. Leyde. 1769. 8o. - Bibliothèque Judaïque, ou Recueil abrégé des principaux Evènements qui concernent la Nation des Juifs, depuis l'extinction des Royaumes d'Israel et de Juda, jusqu' à la fin du dix-septième siècle etc. (par l'ordre alphabétique). Leide. 1769. 8o. - Nouveau Catéchisme à l'usage de l'Eglise Wallonne de la garnison de Tournay en II parties, Dont la seconde roule sur la controverse, par les Conducteurs de l'Eglise Wallonne Elie Palairet, past. à Greenwich - Abr. Louis Du Lignon. Lond. 1772. 8o (48 pages).
Litteratuur: Ned. Arch. K.G. N.S. VIII (1911), blz. 263; IX (1912), blz. 334-340, 348 (art. v. Dr. J. de Hullu, De Waalsche Kerk van Aardenburg II). - Bulletin de la Commission pour l'histoire des Egl. Wall. T. III (La Haye. 1888), p. 238, 331. - Bulletin de la Société de l'histoire du Protestantisme francais. T. XI (Paris. 1891), p. 672. - D.F. Poujol, Hist. et influence des Egl. Wall. dans les Pays-Bas. (Utr. 1902), p. 340. - Jubilé Cinquantenaire du Synode de l'Union des Egl. Prot. Evang. de Belgique (Brux. 1890), p. 315, 316. - Catal. de la Biblioth. Wall. déposée à Leide. IIIme Suppl. (Leide. 1870), p. 36, 80. - Alb. Stud. L-Bat., I, k. 935.