Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Rasoel-Komrij affaire. Een geval van elite-racisme (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Rasoel-Komrij affaire. Een geval van elite-racisme
Afbeelding van De Rasoel-Komrij affaire. Een geval van elite-racismeToon afbeelding van titelpagina van De Rasoel-Komrij affaire. Een geval van elite-racisme

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Rasoel-Komrij affaire. Een geval van elite-racisme

(2003)–T.A. van Dijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Voorwoord

Het belangrijkste deel van dit boek werd ruim zeven jaar geleden geschreven als nasleep van, en als commentaar op de Rasoel-Komrij affaire, waarbij ik betrokken was als degene die de knuppel in het vaderlandse literaire hoenderhok gooide door te durven veronderstellen dat Gerrit Komrij, gevierd schrijver, gevreesd columnist en inmiddels gepromoveerd tot ‘Dichter des Vaderlands’, mogelijk samen met anderen, een rol had gespeeld in de publicatie in 1990 van het racistische pamflet De Ondergang van Nederland, verschenen onder het pseudoniem Mohamed Rasoel. Dit pamflet, waarvan een fragment in maart 1989 als voorpublicatie in NRC-Handelsblad verscheen, werd gepresenteerd als reactie op de fatwa van de Ayatollah Khomeiny tegen Salman Rushdie. Het is een min of meer literaire mystificatie waarin de ‘naïeve Nederlanders’ worden gewaarschuwd tegen een machtsovername door de moslims. Tegelijk wordt stelling genomen tegen de multiculturele samenleving, en worden en passant behalve moslims ook andere minderheden op de korrel genomen. In werkelijkheid echter is het pamflet vooral een kritiek op de ‘goedgelovige’ Nederlanders die de ‘buitenlanders’ in de watten zouden leggen.

 

***

 

In dit boek laat ik zien dat er op grond van treffende overeenkomsten met de ideeën en de stijl van Komrij, en op basis van een groot aantal andere aanwijzingen, moet worden verondersteld dat Komrij hoogstwaarschijnlijk bij deze mystificatie betrokken is geweest. Ik toon aan dat de Pakistaanse Nederlander, de variétéartiest Zoka van A., die uiteindelijk veroordeeld werd door de rechtbank voor het schrijven van dit racistische pamflet, onmogelijk de auteur ervan kon zijn geweest, en alléén maar als acteur een rol heeft gespeeld in deze affaire. Gezien de razende reacties op

[pagina 8]
[p. 8]

mijn bevindingen door Komrij en de Nederlandse elites in literatuur, media en wetenschap, kom ik uiteindelijk tot de conclusie dat deze hele affaire een karakteristiek geval is van het ‘elite-racisme’ dat ik uitvoerig en jarenlang in mijn wetenschappelijk werk had bestudeerd.

 

***

 

Het belangrijkste doel van dit boek is het verschaffen van een gedetailleerd verslag van de hele affaire, en een opsomming van de talrijke feiten, aanwijzingen en argumenten die duiden op de betrokkenheid van Komrij, de vertaler Kurpershoek, en mogelijk anderen verbonden met NRC-Handelsblad, in deze oorspronkelijk wellicht als practical joke bedoelde maskerade. Terwijl in het begin van deze affaire maar een paar redenen voor mijn veronderstelling in het openbaar verschenen waren, levert dit boek behalve deze uitgebreide documentatie ook een veel uitvoeriger argumentatie voor de rol van Komrij in deze zaak.

In de tweede plaats is dit essay bedoeld als een informele case study die moet bijdragen aan ons inzicht in elitair racisme in het algemeen, en in Nederland in het bijzonder. Juist het gigantische succes van de anti-islamitische ideeën van Fortuyn c.s., en de stelselmatige ontkenningen van racisme in dit verband, hebben laten zien dat Nederland absoluut niet het ‘tolerante’ land is waarvoor het in binnen- en buitenland steeds werd gehouden. Zowel door mijn eerdere werk over elite-racisme als door mijn ervaringen met de Rasoel-Komrij affaire, was ik daarom geenszins verbaasd over het succes van deze populistische stroming.

In de laatste plaats is dit boek bedoeld om materiaal te verschaffen aan diegenen die de nog steeds onopgeloste Rasoel-Komrij Affaire eens tot op de bodem willen uitzoeken: taal-, teksten literatuurwetenschappers, neerlandici, journalisten en juristen. Er is hier stof voor heel wat proefschriften en artikelen, debatten en processen. Ik kan alleen maar hopen dat er onder hen ooit mensen met lef en intelligentie zullen opstaan die lak hebben aan de verstikkende Hollandse consensus die blindelings gelooft dat een beroemd schrijver gewoon niet betrokken kan zijn geweest bij een racistische affaire. In één opzicht heeft de auteur van de

[pagina 9]
[p. 9]

Ondergang van Nederland gelijk: Wat betreft deze affaire is weer gebleken dat, vooral ook onder de smaakmakers die het voor het zeggen hebben, heel veel Nederlanders inderdaad goedgelovig zijn. Ook hoop ik dat er ooit een Officier van Justitie zal zijn die, op grond van mijn bevindingen, en gedegen en hardnekkig eigen onderzoek, bereid is de rechtzaak tegen Zoka van A. te heropenen, omdat vaststaat dat deze ten onrechte is veroordeeld. Deze blamage zal een smet blijven op de toga's van de Nederlandse justitie als niet de werkelijk schuldigen worden opgespoord en veroordeeld. Een vasthoudende officier kan diegenen eens goed aan de tand voelen die zeker bij de affaire zijn betrokken, om te beginnen René Kurpershoek, die de ‘vertaler’ van de Ondergang van Nederland beweert te zijn geweest.

 

***

 

Voor allen die op voorhand menen te ‘weten’ dat Komrij nooit ‘de dop van zijn vulpen’ zou doen om een racistisch pamflet te schrijven, of die menen dat er tussen zijn werk en inhoud en stijl van De Ondergang van Nederland geen enkel verband bestaat, heb ik in Hoofdstuk 1 een speciale Toets gemaakt. Hierin staan zonder vermelding van de bron een aantal citaten van Komrij en Rasoel. Komrij-kenners en Komrij-vereerders wordt vriendelijk verzocht hun voor-oordeel aan deze Toets te toetsen. Eenieder die zonder dit boek verder te lezen in staat is de citaten van beide (?) auteurs van elkaar te onderscheiden heeft mijn grenzeloze achting - doch niet als Komrij-kenner maar als geheugen kunstenaar, loterijspeler of als bezitter van de tekst van het pamflet in de computer. Zonder de (geheime) sleutel of mijn computer te raadplegen ben ik er in ieder geval niet toe in staat. Komrij ook niet, natuurlijk. Ik ben van mening dat eenieder die niet in staat blijkt de citaten van Komrij en Rasoel in deze Toets van elkaar te onderscheiden, maar niettemin blijft volhouden dat Komrij onmogelijk de (mede)auteur van dit pamflet kan zijn, een niet serieus te nemen verstokte ideoloog is die kennelijk niet voor rede vatbaar is, en de ogen sluit voor de harde tekstuele feiten. Ik heb niet de illusie bijgelovigen of sekteleden te overtuigen.

[pagina 10]
[p. 10]

***

 

Hoewel er ook een aantal andere aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van Komrij, baseer ik mij grotendeels op de treffende inhoudelijke en stilistische overeenkomsten tussen De Ondergang van Nederland en het werk van Komrij. Ik heb steeds gesteld dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat deze overeen komsten kunnen worden gedeeld door twee auteurs, en dat Rasoel wel een kloon van Komrij lijkt. Nadat ik deze overeenkomsten heb laten zien, ga ik echter ook in op een aantal verschillen tussen Komrij en Rasoel, bijvoorbeeld in lexicale frequenties, en verklaar die uit het feit dat de uiteindelijke tekst van het racistisch pamflet waarschijnlijk door meerderen is bewerkt, of dat Komrij zijn vocabulaire voor dit pamflet heeft aangepast.

 

***

 

Ik heb hierboven dit boek bij gebrek aan een betere term een ‘essay’ genoemd. Dit betekent onder meer dat dit boek geen wetenschappelijke verhandeling is, met de gebruikelijke uitleg van een theoretisch raamwerk, methoden, systematische analyses, voetnoten en literatuurverwijzingen. Niettemin is het natuurlijk wel geschreven op basis van mijn wetenschappelijke inzichten in teksten en racisme. In dat opzicht is het ook een populair-wetenschappelijk boek over elitair racisme en tekstanalyse. Het is bedoeld voor een breed publiek van belangstellenden, en dan ook geschreven in een toegankelijke stijl en (bijna) zonder wetenschappelijk jargon. Voor degenen die verder willen lezen over racisme, heb ik een beknopte bibliografie toegevoegd aan het eind van het boek, en degenen die meer willen weten over elite-racisme verwijs ik bovendien naar mijn andere publicaties (zie de publicatielijst op www.discourse-in-society.org).

 

***

 

Vanaf 1995 heb ik dit boek vergeefs aan meerdere Nederlandse uitgeverijen ter publicatie aangeboden. Zij bleken echter niet geïnteresseerd in een boek dat tegen de haren van de Neder-

[pagina 11]
[p. 11]

landse elites instrijkt. De Rasoel-Komrij affaire is één van de schandaligste complotten van de laatste jaren, maar de uitgevers bleken net als de rechters en officieren van Justitie liever te luisteren naar de kennelijk wijdverbreide wens onder de elites om de affaire in de doofpot te houden.

Nadat eerdere versies van dit boek een aantal jaren op mijn internet-site hadden gestaan, heb ik nu toch besloten de laatste versie als boek, noodgedwongen in eigen beheer, uit te geven. Ik ben van mening dat wat in dit boek aan de orde komt niet langer verzwegen of verstopt mag worden, en dat dit boek moet kunnen worden gelezen door allen die geïnteresseerd zijn in racisme, islamofobie, literatuur, Komrij, en de rol van de elites in de ontkenning en verhulling van racisme. Dit boek hoort in de bibliotheken en op de boekenplanken waar ook de boeken van Komrij een plaats hebben gevonden.

 

***

 

Weinigen twijfelen eraan dat Komrij een goed schrijver en een scherp columnist is. Maar zover men nog mocht geloven dat hij niets met racisme te maken heeft, hoop ik dat dit boek voldoende gegevens biedt om hieraan wel degelijk te twijfelen - zelfs wanneer de hele affaire ‘slechts’ was bedoeld als een smakeloze ‘grap.’

Toch is dit boek geen anti-Komrij boek. Ik beweer ook niet dat Komrij een ‘racist’ is. Hij heeft zelfs wel eens iets tegen discriminatie geschreven. Racisme is trouwens niet iets persoonlijks, maar een vorm van sociale ongelijkheid. Ik heb herhaaldelijk beklemtoond, ook in dit boek, dat mijn betrokkenheid in deze affaire, niet was en is ingegeven door haat tegen Komrij, iemand die ik persoonlijk helemaal niet ken en nooit heb ontmoet, en wiens literaire werk ik net als anderen kan waarderen. Natuurlijk vind ik het niet leuk dat hij in zijn columns met zijn felle aanvallen in staat bleek mij bij velen in Nederland in diskrediet te brengen, maar gelukkig hangt daar mijn reputatie niet van af. Ik kan alleen maar hopen dat degenen die hem eerder blindelings hebben geloofd, zonder goed op de hoogte te zijn van de feiten, na lezing van dit boek op zijn minst zijn gaan twijfelen.

[pagina 12]
[p. 12]

Ik moet benadrukken dat dit boek niet betoogt dat Komrij racistisch heeft gehandeld alléén omdat hij volgens mij hoogstwaarschijnlijk bij deze affaire was betrokken, maar dat mijn oordeel ook is gebaseerd op wat onweerlegbaar is, namelijk op wat hij onder eigen naam tegen moslims en andere minderheden heeft geschreven.

Overigens is het wél heel interessant dat Komrij in zijn razende reacties, ook voor de rechtbank, weliswaar steeds benadrukt heeft dat hij niet voor racist wenst te worden ‘uitgemaakt’, maar dat hij bij mijn weten nooit expliciet heeft ontkend iets met deze affaire te maken te hebben. Met andere woorden, hij is voor zover ik weet geen leugenaar.

 

***

 

Komrij's conservatieve ideeën en min of meer racistische columns en andere polemische teksten zijn echter slechts deel van een veel ingewikkelder complex van opvattingen, houdingen en teksten die men min of minder radicaal overal kan vinden onder de ‘symbolische elites’ in politiek, wetenschap en literatuur, ook in Nederland (zie de studies genoemd in de bibliografie aan het eind van dit boek). Door middel van een informele case study van de Rasoel-Komrij affaire is dit essay dan ook vooral een aanklacht tegen de betrokkenheid van de ‘top’ van de Nederlandse samenleving in de bestendiging van discriminatie, vooroordelen en ongelijkheid waarvan de minderheden de dupe zijn. Niet Rasoel, niet het racistisch pamflet, en zelfs niet een machtige columnist als Komrij zijn het werkelijk probleem van Nederland, maar de bijna unanieme consensus van de elites en hun collectieve verantwoordelijkheid in de reproductie van racisme.

Ik hoop dan ook dat mijn aanklacht uiteindelijk een bijdrage zal leveren aan het verzet tegen deze vormen van dominantie en ongelijkheid, en als een pleidooi wordt opgevat voor (onder meer) een kritischer wetenschap, literatuur, rechtspraak, journalistiek, en politiek in een democratischer, diverser en rechtvaardiger samenleving.

Ook omdat ik om persoonlijke en academische redenen mijn onderwijs en onderzoek in het buitenland zal voortzetten, is dit mijn laatste boek in Nederland en in het Nederlands. Dit boek

[pagina 13]
[p. 13]

is voor mij dus tegelijk een kritisch afscheid van Nederland. In dat verband kan ik alleen maar betreuren dat er in Nederland niet méér belangstelling bestaat voor racisme-onderzoek en kritische tekstwetenschap, en dat de Universiteit van Amsterdam steeds minder democratisch en steeds meer burocratisch is geworden.

 

***

 

Nadat ik deze maand precies 33 jaar geleden mijn eerste boek (Moderne Literatuurteorie) voltooide, leg ik met dit Voorwoord nu de laatste hand aan dit laatste boek in Nederland. Terwijl ik mijn eerste boek opdroeg aan mijn dochter Yra, ter gelegenheid van haar geboorte, en zij inmiddels (bijna) gepromoveerd neerlandica is, lijkt het me symbolisch dat ik mijn laatste boek in het Nederlands afsluit op de dag dat háár dochter wordt geboren. Bij het verschijnen van deze nieuwe ster aan het firmament draag ik dan ook dit boek op aan mijn kleindochter Stella.

 

***

 

Reacties op dit boek zijn welkom per e-mail op het volgende adres: vandijk@discourse-in-society.org.

 

Barcelona, april 2003


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken